110
N°. 233. Leiden, 10 November 1899.
Wij hebben de eer U hierbij over te leggen een adres van
Dr. Van Voorthuysen, houdende verzoek om ontslag uit zijne
betrekking van stadsgenees- en heelkundige, benevens het
daaromtrent door het College van stadsgenees- en heelkundigen
uitgebracht advies.
Aangezien ook bij ons College tegen het verleenen van het
ontslag geen bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering in
overweging aan Dr. Van Voorthuysenop zijn verzoek, eervol
ontslag te verleenen als stadsgenees- en heelkundige, met in
gang van 1 Januari 1900.
Aan den Gemeenteraad Burg. en Wetli. van Leiden,
Leiden, 8 November 1899.
Onder terugzending van bijgaand verzoekschrift, heeft het
College van Stadsgeneesheeren de eer te adviseeren aan Dr.
i Van Voorthuysen tegen 1° Januari 1900, het door hem ge
vraagde ontslag eervol te verleenenvan welke ontslagaan
vrage het College met leedwezen kennis nam.
Het College van Stadsgeneesheeren,
G. M. Kruimel, Voorzitter.
Den Mouter, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders.
ILEA.
Leiden, 1 November 1899.
De ondergeteekende vraagt om redenen van persoonlijken
aard, tegen 1 Januari 1900, zijn ontslag als stadsgenees- en
heelkundige.
't Welk doende enz.
Dr. Van Voorthuysen.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.