108 Wij veroorloven ons daarom, het herstel van de Rijksbijdrage voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes te Deventer aan de overweging van Uwe Excellentie te onderwerpen. De Raad van Deventer, (get). Van Heemstra. De Secretaris (get). J. H. De Vries. Deventerden 24 October 1898. Voor eensluidend afschrift, De Secretaris der Gemeente Deventer J. H. De Vries. N°. 228. Leiden, 7 November 1899. Onder overlegging van nevensgaand adres van Dr. Th. G. Den Houter, geven wij Uwe Vergadering in overweging Dr. Th. G. Den Houter wederom voor den tijd van 3 jaartecon- tinueeren in zijne betrekking van stadsgenees- en heelkundige, voorloopig alleen belast met de geneeskundige armenpraktijk, in afwachting vvan het tijdstip, waarop hem ingevolge eener eventueele vacature, ook de heelkundige praktijk zal kunnen worden opgedragen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden4 November 1899. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Dr. Th.G. Den Houter, stadsgeneeskundige alhier; dat hij beleefd verzoekt gecontinueerd te worden in zijne betrekking van stadsgeneeskundige. 't Welk doende enz. Dr. Th. G. Den Houter. Aan den Gemeenteraad. N°. 229. Leiden, 8 November 1899. Door het Hoofdbestuur der Schippersvereeniging «Schutte- vaer" wordt bij nevensgaand adres het verzoek tot Uwe Ver gadering gericht om, ter vergemakkelijking van de invaart van de Zijl bij de Spanjaardsbrug, den Bijn aan de Oost zijde, tegenover de hellingplaats van de firma Gebrs Boot, te verbroedenterwijl de «Vereeniging tot behartiging der Stoomvaartbelangen in Nederland" en onderscheidene belang hebbenden de mede hierbij aan Uwe Vergadering overgelegde adressen hebben ingediend om het verzoek van «Schuttevaer" te ondersteunen. Naar aanleiding daarvan hebben wij de eer U het volgende mede te deelen. De door adressanten aangevoerde bezwaren zijn inderdaad gegrond. Meer dan eenmaal is het gebleken, dat de scheep vaart, vooral bij eenigszins onstuimig weer, groote moeielijk- heden bij de invaart van de Zijl ondervindt. Ook zijn wij overtuigd, dat op de door adressanten aangegeven wijze, namelijk door verruiming van de bocht van invaart aan de stadszijde, op afdoende wijze aan hunne bezwaren zou worden tegemoet gekomen. Toch komt het ons voor, dat het niet op den weg der gemeente ligt de uitvoering van dit werk op zich te nemen. Immers de vrijheid en veiligheid der scheepvaart op het hierbedoelde gedeelte van den Nieuwen Rijn is vóór alles een provinciaal belang, gelijk de Provincie dit bij meer dan ééne gelegenheid heeft staande gehouden en ook getoond door het beheer en onderhoud van dat vaarwater aan zich te trekkenen in de tweede plaats ligt dit vaarwater buiten het territoir onzer gemeente. Nu wordt wèl de Spanjaards- brug zelve door de gemeente gezamenlijk met het hoogheem raadschap Rijnland beheerd en zijn deze bevoegd voor het door varen van de brug tolgelden te heffen. En indien het dus mogelijk ware door eene wijziging van de brug de bestaande moeielijk- heden op te heffendan zouden er wellicht voor hen termen bestaan om daartoe over te gaan. Maar dit is niet mogelijk; alléén door verbreeding van de bocht van invaart kan de gewenschte verbetering worden aangebracht. En dit werk behoort door de Provincie te worden uitgevoerd. lntusschen, ook indien de Provincie daartoe bereid is, zal zij daartoe de medewerking der gemeente Leiden behoeven, omdat deze eigenaresse is van het stuk gronddat ten be hoeve der invaart zou moeten worden weggegraven. Dat stukje grondeen staalstede in de Waardkadastraal bekend onder Sectie An°. 1041gemeente Leiderdorpgroot 1100 M2., meer algemeen bekend onder den naam van «Stads- akker", is thans kosteloos in gebruik bij Gebrs Van Ulden. die het gebruiken als bergplaats van puin maar het voor hun bedrijf kunnen missen. Met het oog op de geringe waarde van dit stuk grond, zouden wij echter tegen den kostelóozen afstand daarvan aan de Provincie ten behoeve van de door adressanten gewenschte afgraving geen bezwaar hebben, mits het werk zóó worde uitgevoerd, dat de achter den Stadsakker liggende stalen van Gebrs Van Uldenook na de afgraving voldoende beschermd zullen zijn. Op grond van dit een en ander geven wij Uwe Vergade ring dan ook in overweging aan adressanten te berichten, dat hun verzoek, als betreffende vóór alles een zaak van provinciaal belang, behoort te worden gericht tot de Provin ciale Staten van Zuid-Holland, maar dat de gemeente c. q. bereid is het kadastrale perceel Sectie A n°. 1041gemeente Leiderdorp, kosteloos aan de Provincie af te staan indien deze tot de verbetering van de invaart van de Zijl bij de Spanjaardsbrug wenscht over te gaanmits bij de uitvoering van dat werk voldoende voor de bescherming der achter bovengenoemd perceel gelegen staalsteden worde zorg gedragen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den EdelAchtbaren Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het Hoofdbe stuur der Schippersvereeniging Schuttevaer, dat reeds bij herhaling klachten zijn ingekomen over de moeielijkheden, die de scheepvaart ondervindt aan de Spanjaardsbrug in uwe gemeente. Bij sterke stroom met de wind van uit de Zijl of uit den Rijnkan men van uit de stad komende de brug niet dóór varen dan met behulp van touwen en haken, langs de duc- dalven heen te werken. Zelfs bij gewoon weder is de doorvaart van de stad komende steeds moeielijk, daar de hoek van invaart te scherp is. In de laatste jaren hebben dan ook meermalen aanvaringen tegen brug of remmingwerk of andere vaartuigen plaats gehad, waarvoor de betrokkenen schade hebben geleden, dikwijls buiten hun schuld. Adressant verzoekt daarom Uw College beleefd, in het groot belang der scheepvaart, verbetering in den toestand aan de Spanjaardsbrug aan te brengenen geven met beschei denheid in overweging, daartoe den Rijn aan de Oostzijde tegenover de hellingplaats van de firma Gebrs Boot te ver- breeden. Hiertoe zou de bocht aldaar minder scherp worden en de invaart in de doorvaartopening van de brug gemak kelijker. 't Welk doende enz. Namens het Hoofdbestuur der S. V. Schuttevaer, Smeenge, Voorzitter. J. Varekamp, Secretaris. Amsterdam, 9 October 1899. Aan den EdelAchtbaren Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Vereeniging tot behartiging der Stoomvaartbelangen in Nederlanderkend bij Kon. Besluit van 11 Nov. 1884 N°. 57, dat zij kennis heeft genomen van het verzoekschrift van de Schippersvereeni ging Schuttevaer aan Uwen EdelAchtbaren Raad, waarbij verbetering van den toestand aan de Spanjaardsbrug wordt gevraagd en van een soortgelijk verzoekschrift van belangheb benden bij die vaart. Adressante beaamt ten volle de groote moeilijkheden, die de scheepvaart aan de Spanjaardsbrug on dervindt, wat herhaaldelijk tot meer of minder groote averijen aanleiding heeft gegeven, en vereenigt zich geheel met het aan Uwen EdelAchtbaren Raad in overweging gegeven voorstel om den Rijn aan de Oostzijde tegenover de scheepswerf van de firma Gebr. Boot te vêrbreeden, waardoor de toestand zal ver beterd worden. Noodigt bij dezen Uwen EdelAchtbaren Raad beleefd uit gunstig op het gedane verzoek te willen beschikken, 't Welk doende, Vereeniging tot Behartiging der Stoomvaart belangen in 'Nederland. Het Bestuur: A. K. v. d. Garden, Voorzitter. C. F. Cramer, Secretaris. Nijmegen11 October 1899. Aan den EdelAchtbaren Raad der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen de onderge- teekenden bekend met den inhoud van een door de schippers vereeniging «Schuttevaer' bij Uw College ingediend verzoek schrift ter verkrijging van een betere invaart door de Span jaardsbrug, nemen beleefd de] vrijheid als belanghebbenden, bij U om een gunstige beschikking op bedoeld request aan te dringen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1899 | | pagina 4