DONDERDAG 26
OCTOBER 4899.
77
le klasse te worden en dit is voor trouwe plichtsbetrachting
een goede prikkel.
De heer Den Houter. Dan heb ik mij omtrent dat adres
vergist: ik had uit de stukken den indruk gekregen, dat het
wel was ingezonden.
Wat nu de zaak zelf betreft: hebt u bepaalde reden om te
meenen dat de brugwachters in het algemeen er zoo mede
ingenomen zijn? Ik zou zeggen, dat de brugwachters le klasse
er wel tevreden mee zullen wezen: die krijgen ƒ50.meer
en een eersten rangs titel, maar de anderen, die evengoed ge-
requesteerd hebben, krijgen niet alleen geen cent meer, maar
worden ook nog gedegradeerd tot brugwachters 2e klasse,
zoodat die menschen m. i. door hun petitionneeren in eene
slechtere conditie zijn gekomen. De helft van die lieden krijgt
niet alleen geen tractementsverhooging, maar wordt ook nog
teruggezet in graad. Natuurlijk, als zij het zelf goed vinden,
is het mij best.
De Voorzitter. Het is nooit mijne gewoonte te gaan infor-
meeren of de heeren, wat ik voorstel, goed vinden, maar ik
stel mij toch altijd op de hoogte van de wenschen der amb
tenaren.
Het verschil in rang is niet juist: dat is meer om te onder
scheiden de menschen die ƒ50.meer of minder hebben.
De diensten die le en 2e klasse brugwachters verrichten, zijn
precies dezelfde. Wij wenschen alleen aan de helft die ver
hooging toe te staan, omdat de jongere brugwachters eerst
hunne sporen moeten verdiend hebben. Verder zijn er nog
sukkelaars, die eigenlijk beter deden met weg te gaan en
wien eene verhooging in het geheel niet toekomt.
Ik geloof, dat gebleken is dat de regeling bij de brugwach
ters in het algemeen, vooral nu zij nog niet weten wie tot
.de eerste en wie tot de tweede klasse zullen behooren, bijval
heeft gevonden. De jongeren hebben dan ook het vooruitzicht
na eenigen tijd vermeerdering van traktement te krijgen, en
dus gaan zij toch altijd vooruit,
De heer Den Houter. Ik dank u voor uwe inlichtingen
M. d. V.; maar zou niet in overweging genomen kunnen
worden de positie bij de aanstelling van de tweede klasse
brugwachters in de toekomst ook wat te verbeteren? Die
verbetering zal zich nu eerst voordoen wanneer zij eerste
klasse worden, dus uit den aard der zaak zal dat voor som
migen zeer lang duren. Zou daarom niet in overweging ge
nomen kunnen worden, sommigen hunner na eenige dienst
jaren, door Burg. en Weth. te bepalen, ƒ25,— meer te geven
b. v.zoodat ook in dat corps eene zekere klimming zou
zijn in finantieele welvaart die niet onderhevig was aan de
wisselvallige promotie tot de eerste klasse?
De Voorzitter. Maar er zullen er altijd blijven, die minder
hebben dan een ander. Laat ons toch zorgen de menschen
niet ontevreden te maken. Wij zullen echter het denkbeeld
overwegen, en wanneer het noodig wordt geacht, zullen wij
daarvoor nader geld aanvragen.
Volgn. 65 wordt goedgekeurd, zonder hoofdelijke stemming,
evenals daarna achtereenvolgens, en zonder beraadslaging, de
volgnrs. 66-82.
Beraadslaging over volgnr. 83, luidende: Belooning der
Buurt-Commissarissen" 1800.
De heer Van Kempen. M. d. V., de buurtcommissarissen
hebben naar dezen post ƒ600.— inkomen, terwijl mij weleens
is gebleken, dat zij niet erg gefortuneerd zijn. Met het oog
op de uitbreiding, die de gemeente in 1898 heeft ondergaan,
is dat traktement wel eenigszins verhoogd, maar is het thans
voldoende? Ik kan den omvang van hunnen arbeid niet beoor-
deelen, en zou daarom gaarne eenige inlichtingen van u daar
over ontvangen.
De Voorzitter. Ik geloof, dat de buurtcommissarissen hier
behoor lijk worden beloondbij de vaststelling van de begrooting
voor1 1898 is hun traktement geregeld, en zij kunnen er nog
wel wat bij verdienen. Maar dit kan ik wel toegeven, dat ik
niet geloof, dat zij te klagen hebben over veel eigen fortuin
daarmede zullen zij weinig last hebben. Dit overkomt wel
meer ambtenaren. Ik geloof echter, dat zij goed beloond zijn.
Volgn. 83 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Volgnrs. 8486 worden zonder beraadslaging en zonder hoof
delijke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging over volgn. 87, luidende: sOnderhoud van
straten en pleinenƒ33870.nader voorgesteld te ver-
hoogen met ƒ5320.— en dus uit te trekken op ƒ39190.
De heer De Lange. M. d. V., ik dank Burg. en Weth. voor
de royale wijze, waarop zij nota hebben genomen van de
opmerking gemaakt in de sectievergadering of het niet beter
zou zijn de Heerenstraat in plaats van met waalklinkers met
keien te bestraten. Echter ben ik zoo vrij voor te stellen de
bestrating met keien op dit oogenblik niet op zulk eene uit
gebreide wijze te doen plaats hebben als door Burg. en Weth.
in de Memorie van Antwoord wordt voorgesteld. Burg. en
Weth. stellen voor daarvoor uit te trekken eene vermeerdering
van f4800 ik stel voor eene vermeerdering van den post
met ƒ2800.om daardoor te bereiken dat de klinkerbestrating,
die daar nu ligt, in een goeden staat wordt gebracht (dus die
voor zoover noodig te herstellen, maar overigens die bestrating
te 'laten liggen) en dat alleen het grintpad, dat ligt langs
Staalwijk tot aan de spoorbaan, vervangen worde door eene
keibestrating. De klinkerbestrating behoeft dan nu niet te
worden opgenomen, maar kan daar worden versleten en daarna
worden vervangen door keien. Ik stel voor ƒ2800.omdat,
naar de becijfering die ik gemaakt heb, in overeenstemming
met de eenheidsprijzen van fabricage, de bestrating met keien
van dat gedeelte grintweg zal kosten ƒ2800.Op deze wijze
komt de geheele straat in eene gunstiger conditie: de grintweg,
die het slechtst is, verdwijnt, en de klinkerbestrating blijft
bestaan na de reparatie die noodig is en die begrepen is in
de ontwerp-begrooting.
De Voorzitter. Ik ben geen deskundige, maar ik gevoel
veel voor hetgeen de heer De Lange gezegd heeft. Ik ben
gisteren zelf eens gaan zien en het komt mij ook voor, dat
het bij Staalwijk allerslechtst gesteld is: daar is het oude
paardenspoor van Zoeterwoude, dat is slecht onderhouden en
geheel stuk.
Ik geloof, dat het inderdaad zeer wenschelijk is die geheele
straat, waar een druk gerij is, te bekeien, maar dat wij dit
langzamerhand moeten doen en ieder jaar iets verder gaan.
Ik wensch nog op te merken, dat de klinkerweg bij het begin
der stad vrij voldoende is, maar verder, op zijn herstellingen
noodig.
De heer De Lange. M. d. V. Er is in de ontwerp-begrooting
berekend eene vernieuwing van de klinkerbestrating tot een
oppervlakte van 225 M2dat is voldoende. Nu komt het mij
voor, dat het voor de gemeente financieel voordeeliger en
voor de gebruikers van dien weg niet nadeelig is. wanneer
die klinkerbestrating daar wordt versleten en niet wordt op
genomen om ergens anders weer gebruikt te worden.
De Voorzitter. De heer De Lange stelt dus voor dezen
post met ƒ2000.— te verminderen. Wordt dit amendement
ondersteund
Het amendement van den heer De Lange wordt voldoende
ondersteund en komt mitsdien in beraadslaging.
De heer Dekiiuyzen. Ik heb zooeven met de heeren De
Lange en Hasselbach over deze zaak overlegd en kan mede-
deelen, dat de Commissie van Fabricage zich bij het amen
dement van den heer De Lange aansluit.
De Voorzitter. Dan geloof ik, dat Burg. en Weth. het
amendement gerust kunnen overnemen, zoodat deze post dan
wordt ƒ37190.-.
De heer De Goeje. Ik wensch bij dit artikel voor te stellen
in het nieuwe dienstjaar het gedeelte van de Breestraat tusschen
Vrouwensteeg en Koornbeurssteeg zóó te bestraten, dat daar
door het hinderlijke geluid ophoudt. De wenschelijkheid daarvan
is door Burg. en Weth. niet alleen dezen keer, maar ook bij
vroegere gelegenheden herhaaldelijk toegegeven en wanneer
het in dit jaar, nu de financiëele toestand zoo gunstig is, niet
geschiedt, voorzie ik inderdaad, dat het ad Calendas Graecas
zal uitgesteld worden.
De heer Juta. Dat Burg. en Weth. daarover bij eene vroegere
gelegenheid zoo gunstig geoordeeld hebben, ben ik niet geheel
en al eens met den heer Do Goeje. Bij de behandeling in de
secties van de begrooting voor 1898 is daarop ook de aan
dacht gevestigd, en wat nu de bestrating van dat gedeelte
der Breestraat betreft, zeggen Burg. en Weth. in hun ant
woord, dat de kosten voor de verschillende bestratingen als
volgt zijn geraamd: asphaltbestrating 47.397.—houtbe
strating: 31.598 enz. Ik zal dat lijstje niet verder
opnoemen. Bestrating met lavakeien is natuurlijk goedkooper,
maar of het verschil in geraas zoo groot is, dat daarvoor zulke
groote onkosten zouden gerechtvaardigd zijn, betwijfel ik zeer.
Wat zeggen nu Burg. en Weth. verder? Zij zeggen«Vermits
in de keibestrating de gas- en waterbuizen liggen zoude eene
asphalt- of houtbestrating groote bezwaren opleveren voor
het eventueel noodig opbreken van de straat.
Het onderhoudswerk van eene houtbestrating is yrij kostbaar,
aangezien de houtbestrating aan eene ongelijke en snelle
afslijting onderworpen is.
Overigens vermoeden wij dat Uwe Vergadering met ons van
gevoelen zal wezen, dat aan zoodanige bestratingen met het
oog op de daaraan verbonden belangrijke kosten niet te
denken valt."
Dus het antwoord van Burg. en Weth. was niet zoo bijzonder
gunstig. En nu wil ik den Raad nog hierop opmerkzaam