92
DONDERDAG 26
OCTOBER 1899.
De Voorzitter. Volga. 175 moet op ƒ400.worden uit
getrokken.
"Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed
gekeurd en daarmede tevens de begrooting van Commissarissen
der Bank van Leening vastgesteld.
Volgn. 176 wordt aangehouden.
De Voorzitter. Ik schors voor eenige oogenblikken de
Vergadering.
De heeren Den Houter en Drucker verlaten de Vergadering.
De Vergadering wordt heropend.
De Voorzitter. Thans zijn aan de orde de Inkomsten.
De volgnrs. 15 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Volgn 6 wordt aangehouden.
De volgnrs. 7 en 8 worden achtereenvolgens zonder be
raadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgn. 9: ^Opbrengst van brug-, kaai-,
haven-, kraan-, sluis-, dok-, boom- en veergelden, f i4000."
De heer Aalberse. M. d. V. Met genoegen heb ik uit het
uitvoerig antwoord van Burg. en Weth. gezien, dat het on-
noodig lluiten en bellen is verboden. Ik hoop dat dit verbod
nog eens in herinnering zal worden gebracht en dat er streng
de hand aan zal worden gehouden. Dat het fluiten 's nachts
niet geheel kan verboden worden, geef ik toe, maar ik be
twijfel sterk of het wel zoo voortdurend gehoord zou worden,
wanneer het alleen geschiedde om de voorgeschreven signalen
te geven.
Het woordje »kan" aan het slot van het antwoord van
Rurg. en Weth. heeft mij getroffen. Burg. en Weth. zeggen:
Bovendien brengt de telefonische aansluiting der verschil
lende brugwachtershuisjes langs de Nieuwe Vaart, waardoor
telkens de nadering van een schip van het eene huisje aan
het andere kan worden aangekondigd, de noodzakelijkheid
tot het geven van signalen bij nacht tot een minimum terug."
Gaarne wenschte ik te vernemen, of werkelijk van die be
voegdheid om te telephoneeren zooveel mogelijk gebruik wordt
gemaakt. Ik vraag dit daaromomdat vooral des nachts nog
al veel van die weltelijk voorgeschreven signalen schijnen
gegeven te moeten worden.
Ten slotte zou ik willen vragen M. d. V., of misschien
niet in de richting, aangegeven in het Leidsch Dagblad van
25 Oei. 1.1,, n. 1. door eene vrije vaart te verleenen langs
Nieuwen Rijn, Gangetje, Steenschuur, Vliet en Trekvliet,
volgens uwe meening niet eenige verbetering zou zijn aan
te brengen?
De Voorzitter. Ik zal met de laatste vraag beginnen. Zeer
zeker, wanneer wij de havengelden heelemaal afschaffen en
tot eene andere regeling overgaan, b. v. alleen eene heffing
voor lossen en ladendan zullen wij tot een veel beteren
toestand komen; dan zijn niet alle schepen gedwongen de
nieuwe vaart te volgen. Of op die wijze er iets aan te doen
is, zullen wij overwegen. Dat punt is reeds meer door ons
College besproken, maar natuurlijk zal het tot vermindering
van inkomsten leiden.
Maar wat het bezwaar van den heer Aalberse betreft
dat woordje »kan" behoeft hem zijn nachtrust niet te kosten
ik kan hem de verzekering gevendat dit moet worden opge
vat alsof er stond wordt. Het zal weieens een enkelen keer
vergeten worden, maar er zijn telefonische aansluitingen,
juist om het leven voor de ingezetenen tegen te gaan. Ik
hoor ook, dat er werkelijk veel minder gefloten wordt dan
vroeger; dat zijn de informatien door de ambtenaren verstrekt.
De heer P. J. Van Hoeken Wat u daar het laatst zegt,
M. d. V., kan ik volkomen beamen. Het is veel beter dan
vroeger. Ik ben dikwijls in de gelegenheid daarvan nota te
nemen; maar het is aanmerkelijk verbeterd.
De heer De Goeje. Ik had het voornemen dezelfde vraag
te stellen als door den heer Aalberse in de laatste plaats
gedaan is. Kan aan het bezwaar niet worden tegemoet geko
men door het heffen van bruggeld voor dat traject te laten
vervallen? Wanneer eene vrije vaart wordt gegeven door de
Vliet, dan zal dat geen groote opollering zijn; dat bedraagt
niet meer dan 1500.-—.
De "Voorzitter. Het zit juist in het havengeld; om die
heffing te voorkomen, neemt men eene andere vaart. Maar
nu komen weldra aan de orde de verordeningen op de heffing
van havengeld. Dat zijn de twee Pinantiëele verordeningen, die
thans nog opnieuw moeten worden vastgesteld; en dat is het
eerste werk, dat Burg. en Weth. nu ter hand nemen. Wij
kunnen dan de kwestie nader bespreken.
Volgn. 9 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Volgnrs. 10—14 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De Voorzitter. Volgn. 15 moet worden verhoogd met f 760.
en dus uitgetrokken op ƒ10260.
Volgn. 15 wordt, aldus verhoogd, zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
De Voorzitter. Volgn. 16 moet worden verhoogd met ƒ540
en dus gebracht op ƒ17440.
Volgn. 16 wordt aldus, verhoogd, zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
Volgnrs. 1731 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging over volgn 32: Ontvangsten bij de Commissie
van labricage' f330.
De heer Van Kempen. M. d. V.In het sectie-verslag is
gevraagd of het niet mogelijk is de tapijtklopperij te ver
plaatsen. Nu is het Galgeveld tot den laatsten December
1900 verhuurd voor ƒ45.— Zou dit stuk ook geschikt zijn
om de tapijtklopperij op te vestigen.
De Voorzitter lk weet niet of het voor' dat doel geschikt
is, maar een groot bezwaar is het, dat men daar geen toe
zicht heeft. Nu is die man die toezicht houdt op de steenklopperij
tevens belast met het toezicht op de tapijtklopperij. Voor eene
inrichting die zoo weinig inkomsten geeft als de tapijtklopperij
gaat het moeilijk een afzonderlijken opzichter aan te stellen.
Doch wij zullen de zaak onderzoeken.
Volgn. 32 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De Volgn. 3342 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De Voorzitter. Volgn. 43 kan volgens de Memorie van Ant
woord worden verminderd met ƒ1130.
De Volgnrs. 4345 worden achtereenvolgens zonder be
raadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging ovér Volgnr 46: Aandeel van de gemeente
in de winst der Leidsche Duinwater-Maatschappij" ƒ27000.
De heer De Lange. M. d. V. Ik heb met genoegen kennis
genomen van de mededeeling van Burg. en Weth., dat zij
bereid zijn onderhandelingen met de Duinwatermaatschappij
aan te knoopen, ten einde zooveel mogelijk een lager tarief
te verkrijgen. Intusschen deelen Burg. en Weth. ook mede,
dat de Maatschappij nu al van sommige harer tarieven afwijkt
ten voordeele van liefdadigheidsinrichtingen enz. Daarvan heb
ik ook met belangstelling kennis genomen, en ik acht het
vrij overbodig nog de opmerking te maken, dat er een groot
onderscheid is tusschen niet-verplichte afwijking van goed
gekeurde tarieven door de Maatschappij, wanneer deze daar
toe reden meent te vinden, en eene verlaging van haar ge-
heele tarief door invloed van Burg. en Weth.
Dat die tariefverlaging zeer wenschelijk en beslist gemoti
veerd zou zijn, heb ik eenigszins in de sectie aangetoond.
Een paar voorbeelden zullen nog nader de noodzakelijkheid
van die verlaging in het licht stellen.
Ik heb in de sectie gesproken over den prijs die betaald
wordt door particulieren en gemeente en vooral de aandacht
gevestigd op het buitensporig hooge tarief voor gebruik per
M8. Bij nader onderzoek is mij gebleken, dat vooral ook voor
kleine woningen het verschil in prijs met anderesteden be
langrijk is, bijv. in vergelijking met Dordrecht, Schiedam en
ook Delft. Ik heb mij beperkt tot steden die kleiner zijn dan
Leiden, omdat het verschil dan te opmerkelijker wordt. Delft
verkeert bovendien nog in zeer ongunstige omstandigheden.
Daar heeft men een prise d'eau ver van de stad en ook
duinwaterleiding. Delft treeft eerst concessie verleend en daarna
de zaak van concessionarissen overgenomen, niet de goed
koopste wijze om aan eene waterleiding te komen. Nuisb.v.
in Delft het abonnement voor eene woning van geen grooter
oppervlakte dan 30 M2 5.per jaar, terwijl Leiden heft
voor eene woning met twee kamers en onder die rubriek
zullen de woningen van 30 M2 oppervlakte vallen 11.
per jaar; dat is dus meer dan tweemaal zoo hoog. Schiedam
heft voor die woningen ƒ6 Dordrecht ƒ3.—. Als wij kon
den komeri tot dien prijs van ƒ5.—, zouden we al een zeer
groote schrede voorwaarts doen.
Dan wensch ik ook de aandacht te vestigen op het tarief
voor badinrichtingen en waterclosets. In Leiden kost een bad
10.in Dellt f 0.—, in Schiedam 6.in Dordrecht ƒ5.
en een water-closet in Leiden 5.Delft 4.Schiedam
f 3.Dordrecht ƒ2.50. Vooral die badtoestellen, waterclosets
en de kleine woningen zijn in mijn oog verbazend belangrijke
dingen, omdat de bewoners dier kleine woningen het minst
goed kunnen betalen, en de badtoestellen en de waterclosets
zeer bevorderlijk zijn aan de hygiëne.
f