DONDERDAG 26
OCTOBER 1899.
71
Zitting van Donderdag 26 October 1S99.
Geopend des namiddags te een uur.
Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen
1°. Verzoek ven den heer Prof. Dr. D. E. Siegenbeek van
Heukelomom ontslag als lid der Commissie van Beheer
over het Krankzinnigengesticht Endegeest, (215)
2°. Benoeming van een lid der Commissie van Beheer over
het Krankzinnigengesticht Endegeest, (216)
3°. Benoeming van een derden onderwijzer aan de openbare
school der 3e klasse n°. 5. (210)
4°. Benoeming van een vierde onderwijzeres in de handwer
ken aan de openbare school der 3e klasse n°. 5. (210)
5°. Verzoek van J. De Best, om ontslag als derde onder
wijzer aan de openbare school der 4e klasse n°. 2. (209)
6°. Verzoek van F. J. E. Van de Vrande, om terugbetaling
van schoolgeldlager onderwijs. (205)
7°. Rekeningdienst 1898van het Roomsch-Katholiek
Weeshuis. (206)
8°. Rekening, dienst 1898, van het Roomsch-Katholiek
Armbestuur. (206)
9°. Rekening, dienst 1898, van het College van Vrouwen-
Kraammoeders. (207)
10°. Begrooting, dienst 1900, van het Gereformeerd Minne-
of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (208).
11°. Suppletoire begrooting, dienst 1899, van het Heilige
Geest of Arme Wees- en Kinderhuis. (213)
12°. Voorstel tot aankoop van het perceel aan den Maredijk,
kadastraal bekend onder sectie L. n°. 426, gemeente
Leiden, en tot vaststelling van den betrek kei ij ken sup-
pletoiren begrootingsstaat. (211)
13°. Eerste suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting,
dienst 1899. (218)
14°. Vaststelling van de verordeningen, regelende de heffing
en invordering van een keurloon van visch te Leiden. (217)
15°. Vaststelling van de verordeningen, regelende de helfing
en invordering van schoolgeld op de openbare bewaar
scholen te Leiden. (217)
16°. Vaststelling van de verordeningen, regelende de heffing
en invordering der schoolgelden aan de openbare scholen
voor lager onderwijs te Leiden. (217)
17°. Vaststelling van de verordeningen, regelende de heffing
en invordering van schoolgelden aan het Gymnasium, de
lloogere Burgerschool voor Jongens en de Hoogere Bur
gerschool voor Meisjes te Leiden. (217)
18°. Vaststelling van de verordeningen, regelende de heffing
en invordering van schoolgeld aan de Gemeentelijke
Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen te
Leiden. (217)
19°. Bezwaarschriften tegen aanslagen op het kohier der
plaatselijke directe belasting, dienst 1899, (eerste ge
deelte). (214)
20°. Begrooting van ontvangsten en uitgaven der gemeente
voor den dienst 1900. (178, 187, 195 en 212)
Tegenwoordig zijn 26leden, alsdeheeren: Kaiser, Fockema
Andrete, De Lange, De Goeje, Kerstens, J. P. J. Driessen,
Van Dissel, Zaaijer, Pera, Aalberse^ Zillesen, L. Driessen,
Van Lidth de Jeude, A. J. Van Hoeken J.Jzn., Den Mouter,
Dekhuyzen, Korevaar, Juta, Van Hamel, P. J. Van Hoeken,
Kroon, De Vries, Van Kempen, Hasselbach, Van Rliijn,
Drucker, alsmede de Burgemeester, Voorzitter.
Afwezig is de heer Siegenbeek van Heukelom.
De Notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 12 October worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen:
Missive van H. H. Van Waveren en andere geregelde be
zoekers van de graanbeurs, houdende dankbetuiging voor het
genomen raadsbesluit tot oprichting van eene gemeentelijke
graanbeurs.
De ondergeteekenden, allen geregelde bezoekers van de graan
beurs, met genoegen vernomen hebbende, dat het gebouw
»de Pauw" alwaar de beurs wordt gehouden, is aangekocht
door de gemeente, en dat op diezelfde plaats een nieuw beurs
gebouw zal worden opgericht, brengen hiervoor hunnen besten
dank toe aan Burgemeester en Wethouders en aan de Leden
van den Gemeenteraad.
Leiden, den 14 October 1899.
H. H Van Waveren
en 94 andere onderteekenaars.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen
aanslag in de plaatselijke directe belasting dienst 1899.
2°. Verzoek van J. Botermans tot wijziging van de voor
waarden, waaronder hem vergunning is verleend tot demping
van een gedeelte sloot langs den Hoogen Rijndijk.
3°. Adressen van het Bestuur der vereeniging tot behar
tiging van stoomvaartbelangen te Nijmegen en van directeuren
van stoomvaartmaatschappijen zoo te Leiden als elders ge
vestigd, tot ondersteuning van het verzoek van het Bestuur
der Schippersvereeniging: Schuttevaer, om verbetering van
de vaart bij de Spanjaardsbrug voor het invaren van de Zijl.
4°. Verzoek van de directie der Leidsche Zoutkeet, om den
eigendom te bekomen van grond aan de gedempte Brande
wijnsgracht, ter grootte van ongeveer 125 centiaren.
5P. Verzoeken van A. F. E. Van Wageningen, IJL Heuvelink
en J. M. Van der Male, om restitutie van plaats, directe
belasting, dienst 1899.
6°. Verzoek van H. L. A. Mathon, om terugbetaling van
schoolgeld, lager onderwijs, over de maanden November en
December.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
7°. Adres van het Bestuur der Rotterdamsche Watergeuzen-
vereeniging Pro Patria, houdende aanbieding van heilwenschen
bij gelegenheid van de feestviering op 3 October ter viering
van Leidens Ontzet.
Aan den WEd.Achtbaren Heer den Burgemeester
van de Gemeente Leiden en Achtbaren Raad.
Met verschuldigden eerbied bieden de Rotterdamsche Water
geuzen-Vereeniging Pro-Patria, op dezen zoo gedenkwaardigen
dag van Leidens Ontzet, toonbeeld van Gods almacht, hunnen
Heilwenschen aanen vragen op dezen stondbij het aanzitten
en het nuttigen ter gedachtenis van haring en brood, Gods
onmisbaren en Heilrijken Zegen voor onze Geëerbiedigde
Koningin en het voor ons zoo dierbaar Vaderland. Zijn licht
zij onzen Heil en Rots. Blijft dus een, mijn Vaderland.
Hetwelk doende,
Rotterdam den 3 October 1899.
Namens de Rott. Waterg.-Vereenig. Pro-Patria,
De 1ste Secretaris,
J. W. Vervoort.
De Voorzitter. Ik stel voor dit stuk aan te nemen voor
kennisgeving, en den burgemeester te machtigen een enkel
woord van dankbetuiging te richten tot die Vereeniging.
Dienovereenkomstig wordt bij acclamatie besloten.
8°. Adres van Gebr. Van Ulden houdende verzoek om ont
slag uit het hypothecair verband daarop gelegd ten behoeve
van de gemeente, van eenige gedeelten der buitenplaats Rijn
stroom aan den Hoogen Rijndijk.
De Voorzitter. Dit is een verzoek, dat dezelfde strekking
heeft als een vroeger verzoek, n.l. om den verkochten grond
te ontslaan uit het hypothecair verband, dat de gemeente
Leiden daarop heeft. Er is eenige haast bij deze zaak, anders
zou zij vandaag natuurlijk niet in behandeling behoeven te
worden genomen omdat adressant terrein heeft verkocht
onder deze voorwaarde, dat vóór 5 November a. s. moet be
slist worden of de Raad het verzoek zal inwilligen.
Hij heelt dat terrein op zeer voordeelige voorwaarden ver
kocht, en aangezien nu vermoedelijk vóór 5 November geen
raadszitting meer zal worden gehouden, is de vraag of wij
adressant niet helpen kunnen, teneinde dat voordeel niet voor
hem te laten verloren gaan. Burg. en Weth. gelooven, dat de
zaak geheel in orde is. Zij komt hierop neer. Misschien
heeft de Raad meer aan de toelichting dan aan het adres zelf.
Adressant heeft van «Rijnstroom" het grootste gedeelte
verkocht voor een zeer hoogen prijs, en zal daarvan alleen
overhouden een stuk, groot genoeg om dat te bebouwen voor
zijn eigen woning en zijn bedrijf. Nu zal de koopprijs in de
eerste plaats dienen om alle andere perceelen, waarop hypo
thecair verband ten behoeve van de gemeente rust, te be
vrijden van eerste en tweede hypotheek; wij zullen dus op
den overblij venden grond en de gebouwen, die daarop zullen
worden gesticht, op de stalen, welke de gemeente na expiratie
van het contract met Gebr. Van Ulden kan overnemen, en
op alle onroerende goederen, wrelke Gebr. v. Ulden later hebben
verkregen, doch die nog niet aan de gemeente hypothecair
verbonden zijn, krijgen een eerste hypotheek.
Ik moet hier even terugtreden in de geschiedenis van die
hypotheek. Toen de gemeente contracteerde met Gebrs. Van
IJlden, wenschte men dit te voorkomen, dat bij het eindigen
van dat contract Gebrs. Van Ulden ons de baas zouden zijn
door in het bezit te zijn van stalen, die niet behoorden aan