DONDERDAG 20 OCTOBER 1899. 81 De heer De Goeje. Mag ik dan den heer Van Hamel in overweging geven zijn amendement in te trekken, en de zaak aan Borg. en Weth.. tot een nader onderzoek aan te bevelen? De heer Van Hamel. Neen, M. d. V., ik ben niet bereid het amendement in te trekken. De heer P. J. Van Hoeken. Het spijt mij den geachten voor steller te moeten tegenspreken. Want als het voorstel was dat gedeelte van de Breêstraat met asphalt te bedekken, dan zou ik zeggen, was daar nog eenige reden voor; maar eene klinker bestrating in de plaats van eene keibestrating ik geloof niet, dat dat het resultaat zal opleveren, dat de heer Van Hamel zich voorstelt. Ik geloof, dat dat zeer weinig effect zal geven, waarom ik mij tegen het amendement moet verklaren. De heer De Lange. Ik heb slechts een verzoek M. d. V., n.l. als de discussie over de Breêstraat is afgeloopen, of ik dan nog een enkel woord mag zeggen over de andere zaak? De heer Van Kempen. M. d. V., ik moet zeggen daar straks bijna te zijn overgegaan tot het denkbeeld van den heer Van Hamel, omdat mijn geachte buurman zeide: het kost geen gulden, want wij halen zooveel steenen uit de straat, die de waarde in de ruimte bezitten. Maar toen heeft de heer Has- selbach iets gezegd van het maken van een lappenboel; en daarmede ga ik nooit mee. De Breêstraat wordt door de vreemdelingen bewonderd het is eene prachtige straat. En dan het rijden zou zoo hinderen, maar die hindernis wordt niet weggenomen. Ik ken huizen, waarvoor ook eene klinker bestrating ligt maar daar voelt men den dreun ook; en de vermindering van het leven zal niet groot zijn. De tram moet blijven rijden, en blijven bellen. Wij zouden veel geld uitge ven en geen geheel terugkrijgenmaar er een lappenboel van maken, dat uit een oogpunt van kunst zeer af te keuren is. De Voorzitter. Verlangt nog iemand over het amende ment van den heer Van Hamel het woord De heer Pera. Ik wil alleen even opmerken, dat bij eene bestrating met klinkers de straat gewoonlijk bij druk gebruik en ook door het rijden van zware wagens zeer spoedig ongelijk wordt, en dat het stooten op die klinkers veel erger is dan op gewone keibestrating. De heer Van Rhijn. Ik wensch op te merken, dat voor het gymnasium eene klinkerbestrating is. Meermalen is mij opgevallen, dat het geraas, dat door de voertuigen veroor zaakt wordt, veel geringer is op het gedeelte van de Douza- straat, waar die bestrating is dan op het overige gedeelte. Ik ben daarom geneigd voor het amendement van den heer Van Hamel te stemmen. De Voorzitter. Het is zeker, dat het leven minder zal wezen, maar het zal toch blijven. Ik zou altijd tegen het amendement zijn, omdat, wordt het aangenomen, de bestrating lapwerk wordt en de Breêstraat zou ontsieren. Als men het doet, moet men het met asphalt of hout doen en over een groot gedeelte, maar dat kost veel. Mag ik nu aannemen, dat de discussie over het amende ment van den heer Van Hamel gesloten is? De heer Hasselbach. Een enkel woord. Ik zou willen aan raden het amendement niet aan te nemenmaar als wij eenige verbetering willen aanbrengen, moeten wij lava-keien hebben, die veroorzaken minder geraas dan klinkers, ze zijn zachter en hebben niet zulk een schel klinkend geluid. De kosten zijn zoo groot niet. De Voorzitter. Mag ik het er voor houden, dat thans de discussie over het amendement van den heer Van Hamel gesloten is; en ook over het amendement van den heer Van Hoeken De heer I)e Lange. Slechts nog een zeer kort woord, M. d. V. alleen om er even aan te herinneren en misschien kan dit Burg. en Weth. nopen ook wat hen betreft de beslis sing omtrent het voetpad niet van de rioleering afhankelijk te maken dat Burg. en Weth. zelf in deze begrooting posten voorstellen die ook met de eventueele rioleering in verband staan, als ƒ4500.— voor extra diepwerken in grachten en slooten en de vernieuwing der bestrating van de Mare en Heerenstraat. Het komt mij voor dat Burg. en Weth. daardoor zelf toe stemmen, dat niet alles kan wachten tot de rioleering er eindelijk is. Het amendement—Van Hoeken, in stemming gebracht, wordt aangenomen met 23 tegen 2 stemmen. Voor stemmen de heeren Van Hamel, P. J. Van Hoeken, Kroon, De Vries, Van Kempen, Hasselbach, Kaiser, Fockema Andrese, De Lange, De Goeje, Kerstens, J. P. J. Driessen, Van Dissel, Zaaijer, Pera, Aalberse, Zillesen, L. Driessen, Van Lidthde Jeude, A. J. Van Hoeken J.Jzn., Den Houter, Dekhuyzen en Korevaar. Tegen stemmen de heeren Juta en Van Rhijn. Do Voorzitter. Deze post moet alzoo worden verhoogd met 3720.-. Het amendementVan Hamel, vervolgens in stemming ge bracht, wordt verworpen met 18 tegen 7 stemmen. Tegen stemmen de heeren Juta, P. J. Van Hoeken, Kroon, Van Kempen, Hasselbach, Kaiser, Fockema Andrea?, De Lange, Kersterjs, J. P. J. Driessen, Zaaijer, Pera, Aalberse, L. Driessen, A. J. Van Hoeken J.Jzn., Den Houter, Dekhuyzen en Korevaar. Voor stemmen de heeren Van Hamel, De Vries, Van Rhijn, De Goeje, Van Dissel, Zillesen en Van Lidth de Jeude. De Voorzitter. Tengevolge van de besprekingen en besluiten in deze is dus dit artikel verhoogd met ƒ3720.en ƒ2800. dus in het geheel met ƒ6520.en wordt het geheele artikel uitgetrokken op 40390. Volgnr. 87 wordt, aldus gewijzigd, zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd. De Voorzitter. Thans schors ik de vergadering tot heden avond acht uur, om te voldoen aan het verzoek van eenige heeren, die niet te halfacht tegenwoordig kunnen zijn. De vergadering wordt geschorst. AVONDZITTING. Aan de orde is: Voortzetting van de behandeling der Gemeente-begrooting. De volgnrs. 88 en 89 worden achtereenvolgens zonder be raadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. Beraadslaging over volgn. 90: Onderhoud van bruggen en overzetveren 7800. De heer Den Houter. M. d. V. In de sectie heb ik gewezen op het gevaar dat de Havenbrug voor de wielrijders oplevert. Burg. en Weth. antwoorden daarop: «vermoedelijk doelt het geachte lid op het gevaar, dat voor wielrijders ontstaan kan door de aanwezigheid der stootijzers aan beide zijden van de brug", enz. Dit is echter niet het geval. Het gevaar zit hierin, dat de brug wat steil is, zoodat de twee kleppen van de brug tegen elkander een vrij scherpen hoek vormen, waardoor men met de trappen van het rijwiel tegen de kanten van de kleppen aankomt en daardoor groot gevaar ontstaat voor eene buiteling. Ik weet niet of'dit verholpen kan worden, doch het zou zeer raadzaam zijn. De Voorzitter. Ik zal doen onderzoeken of aan het bezwaar is tegemoet te komen; mocht dit niet het geval zijn, dan zal ik eene waarschuwing aan de brug doen plaatsen om af te stappen. Volgnr. 90 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Beraadslaging over volgnr. 91: Onderhoud van kolken en riolen." 11025.—. De heer Van Kempen. M. d. V. Een enkel woord over een zeer indelicate zaak. Ik heb in de sectie de opmerking gemaakt dat er zoo weinig urinoirs waren en dat de bestaande in zoo slechten toestand waren. Ik heb er gezien waar van de ijzeren omkastingen geheele stukken waren uitgetrokken juist op plaat sen waar dit het minst mocht geschieden. Zou de Commissie van Fabricage nu niet een plan van de stad kunnen overleggenwaarbij in kleuren werd aangegeven de plaatsen waar urinoirs zijn. Men kan wel zeggen: er zijn genoeg urinoirs, dat is echter verschil van meening. Velen zijn met mij van meening dat er veel te weinig zijn, en dit geeft veel ongerief' en aanleiding tot moeilijkhedenwant men mag toch niet aan de politie zeggen, dat zij ten aanzien van deze zaak maar niet al te streng moet toezien. In de Memorie van Antwoord van Burg. en Weth. wordt toegezegd, dat in het vervolg beter voor het reinhouden der urinoirs zal worden gezorgd. Maar de toestand zal altijd te wenschen overlaten, omdat er geen water is tot doorspoelen en schoonmaken; zoolang zij niet voorzien zijn van eene in richting tot het doorlaten van duinwater, zal de toestand altijd gebrekkig blijven. Wordt dus een plan overgelegd, waarop zijn aangegeven de plaatsen, waar zich urinoirs bevinden, dan zal men van zelf zien dat er te weinig zijn. Burg. en Weth. zeggen wel, dat ieder ingezetene van eene dergelijke plaag wenscht ver schoond te blijvenmaar ergens moeten zij toch staandat moeten de ingezetenen derhalve maar voor lief nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1899 | | pagina 11