102 wordt dit ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 258 tot en met 262 der Gemeentewet. Art. 4. Deze verordening treedt in werking op den 1 en Januari 1900. VERORDENING regelende de heffing van schoolgeld op de openbare bewaarscholen te Leiden. Art. 1. Ter tegemoetkoming in de kosten van het openbaar bewaar- schoolonderwijs wordt een schoolgeld geheven, bedragende voor één kind 12 cents per week, voor twee kinderen uit het zelfde gezin 20 cents per week en voor drie of meer kinderen uit hetzelfde gezin 24 cents per week, Gedeelten van een week worden voor een week gerekend. Voor kinderen van minvermogenden wordt de helft van het schoolgeld geheven. Voor kinderen van onvermogenden wordt geen schoolgeld geheven. Art. 2. Burgemeester en Wethouders, de Commissie voor de Be waarscholen gehoord, beslissen wie tot de minvermogenden gerekend worden en wie onvermogend zijn. Art. 3. Het schoolgeld is verschuldigd door de ouders of verzorgers van de leerlingen. Kinderen voor wie het verschuldigde school geld niet is voldaan, worden tot de school niet toegelaten. Art. 4. Van betaald schoolgeld heeft geen teruggave plaats. Art. 5. Deze verordening treedt in werking op den len Januari 1900. VERORDENING regelende de invordering van schoolgeld op de openbare bewaarscholen te Leiden. Art. 1. Het verschuldigde schoolgeld voor de leerlingen der open bare bewaarscholen moet wekelijks bij vooruitbetaling worden voldaan in handen van de hoofdonderwijzeressen dier scholen, die daarvoor een bewijs van kwijting afgeven. Ilet in den loop der week ontvangen schoolgeld wordt door haar aan den Gemeente-Ontvanger verantwoord en in de gemeentekas gestort. Art. 2. Deze verordening treedt in werking op den len Januari'1900. VERORDENING regelende de heffing van schoolgelden aan de openbare scholen voor Lager Onderwijs te Leiden. Art. 1. Ter tegemoetkoming in de kosten van het lager onderwijs wordt, behoudens de na te noemen uitzonderingen, voor iederen leerling, die een der openbare lagere scholen bezoekt, een school geld geheven. Art. 2. Het schoolgeld bedraagt: Voor de leerlingen van een der scholen der eerste klasse: Vijftien gulden per drie maanden. Wanneer twee of meer kinderen uit hetzelfde gezin gelijk tijdig deze scholen bezoeken, wordt dit schoolgeld voor ieder kind met een vierde verminderd. Voor de leerlingen van een der scholen der hueede klasse: Op de hoogste af deeling, bestaande uit de hoogste drie klassen, van de Jongensschool of van de Meisjesschool Zes gulden per drie maanden. Op de laagste afdeelingbestaande uit de laagste drie klassen van de Jongensschool of van de Meisjesschool en voor de leerlingen van'de voorbereidende school: Vier gulden per drie maanden. Wanneer twee of meer kinderen uit hetzelfde gezin gelijk tijdig deze scholen bezoeken, wordt het schoolgeld voor ieder kind met een vierde verminderd. Voor de leerlingen van een der scholen der derde klasse: Voor een kind zes cents per week. Voor twee kinderen uit hetzelfde gezin, tien cents per week. Voor drie of meer kinderen uit hetzelfde gezin, twaalf cents per week. Gedeelten van een week worden voor een week gerekend. Deze scholen zijn uitsluitend bestemd voor de kinderen van minvermogenden. Op de scholen der vierde klasseuitsluitend bestemd voor kinderen van bedeelden en onvermogenden, is het onderwijs kosteloos. Art. 3. Burgemeester en Wethouders beslissen wie tot de minver mogenden gerekend worden en wie, schoon niet bedeeld, on vermogend zijn. Art. 4. Het schoolgeld is verschuldigd door de ouders of verzorgers van de leerlingen. Leerlingen, voor wie het verschuldigde schoolgeld niet is voldaan, worden tot de school niet toegelaten. Art. 5. Het schoolgeld voor de leerlingen van de scholen der eerste en tweede klasse is over elk ingetreden kwartaal ten volle verschuldigd, ook al heeft de leerling het onderwijs over dien geheelen tijd niet genoten. Bij tusschentijds verlaten van de school wordt geene terug gave toegestaan. Echter kan de Gemeenteraad, op gemotiveerd verzoekschrift, aan de ouders of verzorgers, wanneer de leerlingen tusschentijds de gemeente metterwoon verlaten of zich in de gemeente geves tigd hebben, gedeeltelijke teruggave of kwijtschelding van schoolgeld verleenen. De ouders of verzorgers zijn verplicht om, wanneer zij hunne kinderen of pupillen van de school wenschen te nemen, daarvan minstens 8 dagen vóór den aanvang van het volgend kwartaal schriftelijk kennis te geven aan het hoofd der school, bij gebreke waarvan ook het schoolgeld voor het volgend kwartaal is ver schuldigd. Er is geen schoolgeld over de ingetreden drie maanden ver schuldigd voor de leerlingen, die de school met de in Juli invallende vacantie verlaten. Art. 6. Deze verordening treedt in werking op den ten Januari 1900. VERORDENING regelende de invordering van schoolgelden aan de openbare scholen voor Lager Onderwijs te Leiden. Art. 1. Het schoolgeld voor de leerlingen der openbare lagere scholen van de eerste en hueede klasse wordt door den Gemeente- Ontvanger ingevorderd in den aanvang van ieder kwartaal, waarvoor het schoolgeld verschuldigd is. De ouders of verzorgers der leerlingen zijn verplicht het verschuldigde schoolgeld ten kantore van den Gemeente- Ontvanger te voldoen, binnen 8 dagen na daartoe van zijnent wege te zijn uitgenoodigd. Art. 2. Het schoolgeld, verschuldigd voor de leerlingen der openbare lagere scholen van de 3e klasse wordt op den eersten school dag van elke week ingevorderd door het Hoofd der school. Het in den loop der week ontvangen schoolgeld wordt door hem des Zaterdags aan den Gemeente-Ontvanger verantwoord en in de gemeentekas gestort. Art. 3. Deze verordening treedt in werking op den len Januari 1900. VERORDENING, regelende de heffing van schoolgelden aan het Gymnasium, de Iloogere Burgerschool voor Jongens en de Iloogere Burgerschool voor Meisjes te Leiden. Art. 1. Ter tegemoetkoming in de kosten van het Gymnasium, van de floogere Burgerschool voor Jongens en van de Iloogere Burgerschool voor Meisjes wordt voor iederen leerling, die aan een dezer inrichtingen onderwijs geniet, een schoolgeld geheven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1899 | | pagina 4