GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 99 IMOEKOMEN STlKKEJf. N°. 203. Leiden, 6 October 1899. Naar aanleiding van de in onze handen gestelde voordracht van Burg. en Weth. van 23 September j.l. (lng. Stukken n°. 191) wijzen wij er opdat in Uwe Vergadering van 21 Augustus 1896 besloten is vijf en twintig exemplaren van de nieuwe kaart van Leiden aan te koopen. Thans wordt door Burgemeester en Wethouders een aantal van dertig exemplaren noodig ge acht. Het komt ons voor, dat de noodzakelijkheid van dit grooter aantal alsnog behoort te worden toegelicht. Wordt door U tot verhooging van het toegestane crediet beslotendan kunnen wij ons vereenigen met de voorgestelde wijze van dekking dezer uitgaaf. Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën. N°. 204. Leiden, den 7 October 1899. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelendat er bij haar geene bedenkingen bestaan tegen de voorstellen van Burgemeester en Wethouders: 1° tot beschikbaarstelling van gelden voor het aanbrengen van verbeteringen aan de Beestenmarkt; 2° tot het verleenen van eene bijdrage van de helft, tot een maximum van ƒ500.in de kosten van bestrating en riolee- ring van een gedeelte gedempte slootgelegen vóór het terrein der voormalige buiten plaats Nippon aan den Lagen Rijndijken 3° tot den aankoop van het koffiehuis «de Pauw" met bijbehoorenden tuin en bovenwoning en van de daaraan gren zende winkelhuizen aan den Nieuwen Rijn voor de koopsom van ƒ40.000.in verband met de oprichting van een gemeente lijke graanbeurs, waarvan de kosten niet meer zullen bedragen dan 25000. Zij stelt Uwe Vergadering daarom voor dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. No. 205. Leiden, 10 October 1899. Onder overlegging van nevensgaand verzoekschrift geven wij Uwe Vergadering in overweging aan F. J. E. van de Vrande restitutie te verleenen van het door hem over de maanden Augustus en September betaalde schoolgeld voor zijn zoontje Franeiscus, ten bedrage van 2.67, daar adressant de ge meente met der woon heeft verlaten en dientengevolge zijn zoontje sinds 20 Juli de lessen niet meer heeft gevolgd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Amsterdam, 7 October 1899. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen T. J. E. van de Vrande, Opperschipper der Kon. Ned. Marine, dat zijn zoontje Franeiscus sedert 20 Juli j.l. de school van den Heer Van Dijk heeft verlaten, omdat requestrant naar Amsterdam werd overgeplaatst. Redenenwaarom requestrant beleefd verzoekthet den Edel Achtbaren Raad der Gemeente Leiden moge behagen het door hem te veel betaalde schoolgeld wel te willen resti- tueeren. 't Welk doende enz. F. J. E. van de Vrande. Reinwaardstraat 99. Aan den WelEdel Achtbaren Heeren de Raad der Gemeente Leiden. N°. 206. Leiden, 10 October 1899. Tegen de in hare handen gestelde rekeningen van het R.-C. Weeshuis en het R.-C. Armbestuur heeft de Commissie van Financiën geene bedenkingen. Zij heeft derhalve de eer U voor te stellen beide rekeningen goed te keuren, die van het Weeshuis in ontvangst ad18389.48 in uitgaaf ad18363.02 sluitende met een batig saldo van 26.46 en die van het Armbestuur in ontvangst ad7907.575 in uitgaaf ad7886.24 sluitende met een batig saldo van 21.336 Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 207. Leiden, 11 October 1899. Bij de Commissie van Financiën bestaan geene bedenkingen tegen de ingediende rekening van Vrouwen-Kraammoeders over het jaar '1898. Zij heeft mitsdien de eer U voor te stellen die rekening goed te keuren. in ontvangst ad2165.02 in uitgaaf ad1808.475 sluitende met een batig saldo van 356.545 Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 208. Leiden, 12 October 1899. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen dat zij tegen de ingediende begrooting van het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, voor het jaar 1900, geene bedenkingen heeft. Zij adviseert U derhalve tot goedkeuring van die begroo ting over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën* No. 209. Leiden, 17 October 1899. Onder overlegging van de ontslag-aanvrage van den 3en onder wijzer aan de Openbare School der 4e klasse n°. 2, J. De Best en het daaromtrent door het hoofd der school uitgebracht ad vies, hebben wij de eer U mede te deelen, dat ook bij ons tegen inwilliging van het verzoek geen bezwaar bestaat. Wij geven U mitsdien in overweging aan J. De Best op zijn verzoek met ingang van 16 November a. s. eervol ontslag te verleenen uit zijn betrekking van 3en onderwijzer aan de openbare school der 4e klasse n°. 2. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den löden October 1899. Ter voldoening aan Uwe apostille van 13 October 11. N°. 4487 heb ik de eer U mede te deelen, dat ik gaarne ondersteun het verzoek van den heer J. De Best om hem zoo spoedig mogelijken wel tegen 16 Nov. e. k., een eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking als onderwijzer aan de Openbare School 4e klasse N°. 2. Aangenaam is het hieraan te mogen toevoegen, dat de heer De Best gedurende zijn verblijf aan de school zich heeft onder scheiden door nauwgezette plichtsbetrachting, ijver en toe wijding. liet Hoofd van de Openbare School 4e klasse N°. 2 P. Dikshoorn. Den Heer Burgemeester der Gemeente Leiden. Aan den EdelAchtbaren Raad der Gemeente Leiden. Wegens zijne benoeming aan eene der O. L. Scholen te Amsterdam verzoekt ondergeteekende beleefd zoo spoedig mo gelijk eervol ontslag uit zijne betrekking van 3en onderwijzer aan de O. L. School 4e klasse N°. 2 alhier. Met de meeste hoogachting J. De Best. Leiden12 October 1899. No. 210. Leiden, 17 October 1899. In verband met de uitbreiding van het onderwijs aan de school 3e klasse n°. 5, tot de 12e klasse, hebben wij de eer U, in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener en na in gewonnen advies van het hoofd der school, de twee volgende voordrachten aan te bieden voor de benoeming van een «derden" onderwijzer en van een «vierde" onderwijzeres in de hand werken aan die school. Voor Sen onderwijzer: 1°. A. M. VAN SERMONDT, tijdelijk onderwijzer aan de school 3e klasse n°. 5; 2°. P. S. SEGAAR, onderwijzer te Naaldwijk; en 3°. Y. IIOLTROP, onderwijzer te Leiden. Voor 4e onderwijzeres in de handwerken: I». Mej. A. E. DRIESSENS. 20. Mej. F. E. PEN. 30. Mej. G. KOOLHAAS. Onder mededeeling dat het onderwijzend personeel aan de school 3e klasse n°. 5 na deze benoemingen geheel voltallig

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1899 | | pagina 1