DINSDAG 5 SEPTEMBER 1899.' 51 Zitting van Dinsdag 5 September ISO®. Geopend des namiddags te tiuee uren. Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: 1°. Beëediging en installatie van de toegelaten leden van den Gemeenteraad. 2°. Onderzoek van de geloofsbrieven van de benoemde leden van den Gemeenteraad de IIH. J. De Lange en Mr. P. J. M. Aalberse. 3°. Benoeming van twee Wethouders (aftredend de HH. H. C. Juta en Dr. M. C. Dekhuyzen.) 4°. Benoeming van twee ambtenaren van den Burgerlijken Stand (aftredend de HH. W. Pera en Mr. L. M. J. H. Eerstens.) 5°. Benoeming van leden in de vaste Commissiën, als: a. drie leden van de Commissie van Financiën en uit dezen van den voorzitter (aftredende leden de HH. Mr. H. L. Drucker, voorzitter, P. L. C. Driessen en Dr. Th. W. Van Lidth de Jeude, leden). b. twee leden van de Commissie voor de Strafverorde ningen (aftredende leden de H.H. Mr. S. J.. Fockema Andreae en Mr. PT De Vries, leden). c. drie leden van de Commissie voor de huishoudelijke verordeningen en uit dezen van den voorzitter (af tredende leden de )1H. Mr. S. J. Fockema Andrete, voorzitter, Dr. T. Zaaijer en Dr. Th. W. Van Lidth de Jeude, leden). d. twee leden van de Commissie van fabricage (aftredende leden de HH. J. J. Hasselbach en e. twee leden van de Commissie voor het Oud-Archief (aftredende leden de HH. S. J. Fockema Andrern en Dr. F. F. Van Dissel). 6°. Benoeming van een lid van het Bestuur der Sted. Werk inrichting (aftredend lid de heer Dr. Th. W. Van Lidth de Jeude). 7°. Benoeming van een Commissaris der Stedel. Gasfabriek (aftredend Commissaris de heer P. Zillesen). (103) 8°. Benoeming van een lid der Commissie van beheer voor het Krankzinnigengesticht Endegeest (aftredend lid de fleer Dr. T. Zaaijer). (102) 9°. Voorstel tot machtiging van de Commissie van beheer over het Krankzinnigengesticht Endegeest tot het uitvoeren van eenige werken voor de versterking van twee isoleer kamers. (104) '10°. Voorstel tot uitbetaling van de som die gekort is van den aannemer H. Van Leeuwen wegens te late oplevering van het werk van het vernieuwen der Vlietbrug. (105) 11°. Verdeeling van den Raad in Sectiën. Tegenwoordig zijn 19 leden, als de heerenVan Kempen, Kerstens, De Goeje, Pera, A. J. Van Hoeken J.Jzn., J. P. J. Driessen, Van Lidth de Jeude, Van Rhijn Zaaijer, Dekhuyzen, Fockema Andrere, Zillesen, Van Hamel, Drucker, Juta, De Vries, Kroon, Korevaar, Hasselbach, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig zijn de heeren: Kaiser, Siegenbeek van Heukelom, Van Dissel, P. J. Van Hoeken, P. L. C. Driessen en Den Houter. De Voorzitter. Ik stePnu allereerst aan de orde punt 1°. van de agenda: Beëediging en installatie van de toegelaten leden van den Gemeenteraad. De heeren Mr. S. J. Fockema Andreie, Dr. T. Zaaijer, Dr. Th. W. Van Lidth de Jeude, W. Pera, Mr. L. M. J. H. Kerstens, A. E. Van Kempen en Mr. E. De Vries leggen achtereenvol gens de bij de gemeentewet gevorderde eeden af, laatstgenoemde de belofte. De Voorzitter. M.H. Ik wensch u hartelijk geluk met uwe herbenoeming als leden van den Gemeenteraad, en met het vertrouwen dat de kiezers bij vernieuwing in U hebben gesteld. Ik hoop en vertrouw, dat Gij met dezelfde toewijding als tot dusverre uwe eervolle betrekking zult bekleeden, tot uw eigen voldoening en tot heil onzer gemeente. Toejuiching Hiermede verklaar ik U wettig geïnstalleerd als leden van den Gemeenteraad. In de Raadsvergadering van 5 Juli heb ik reeds een afscheids woord gericht tot den heer Verster van Wulverhorst, die wegens gevorderden leeftijd gemeend heeft zich niet meer herkiesbaar te moeten stellen. Thans wensch ik een woord van hulde en waardeering te wijden aan den heer Stadhouder, die niet langer lid dezer Vergadering zal zijn. Gedurende 6 jaren is de heer Stadhouder een ijverig en ver dienstelijk lid van den Gemeenteraad geweest; in Uwe ver gaderingen was hij trouw op zijn post, en door zijn optreden als lid van de Commissie van Fabricage en door zijne ijverige en bekwame hulp en medewerking bij de vaststelling en ver dediging van het kohier der plaatselijke directe belasting, heeft hij zich jegens deze gemeente verdienstelijk gemaakt, waarvoor wij hem zeer dankbaar kunnen zijn. Ik reken op Uwe instemming, wanneer ik den heer Stad houder toewensch, dat bet hem in zijn verder leven in elk opzicht goed moge gaan. Toejuiching De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 24 Augustus worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Missive van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, d.d. 29/30 Augustus jl., B. N°. 592 (2e afd.) G.S. n°. 76, houdende ontvangstbericht van de in de raadszitting van 6 Juli 1899 vastgestelde verordeningen op wegen, lanen, straten enz. en wateringen en slooten, op het blusschen van brand en tot voorkoming van brand. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2°. Missive van den heer N. Stadhouder tot afscheid bij zijn vertrek uit de gemeente. Deze missive luidt als volgt: Leiden, den 5 September 1899. Den Burgemeester, Wethouders, Secretaris, en leden van den Gemeenteraad. Van deze gelegenheid maak ik gebruik om te verklaren dat een tijdperk van mijn leven is afgesloten met eene herinne ring die mij aangenaam zal bijblijven, door de vriendschap en welwillendheid die ik van Burgemeester, Wethouders, Secretaris, en de leden van den Gemeenteraad heb ondervonden. Aanvaard, nu ik deze stad gaat verlaten, mijne groeten; en ik wensch dat de werkzaamheden en de beraadslagingen mogen strekken tot bloei vaji deze gemeente. Met verschuldigde Hoogachting N. Stadhouder. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst 1899. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 2°. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1899, van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 3°. Adres van C. v. d. Salm c. s., houdende verzoek om ver betering te doen brengen in den toestand van de Heerenstraat en den grintweg tot de barrière van den Staatsspoorweg. 4°. Verzoek van Dr. J. Viïrtheim, om afschrijving van plaats, directe belasting, dienst 1899, wegens woonplaatsverandering. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 5°. Adres van Commissarissen van de Leidsche Schouwburg- vereeniging, houdende verzoek om toekenning voor 1900 van de gewone jaarlijksche subsidie. Zal worden behandeld bij de begrooting voor 1900. Aan de orde is alsnu II. Onderzoek van de geloofsbrieven van de benoemde leden van den Gemeenteraad de HH. J De Lange en Mr. P. J. M. Aalberse De Voorzitter lk noodig de heeren De Goeje, J. P. J. Driessen en A. J. Van Hoeken uit deze stukken te onderzoeken en daarover rapport uit te brengen. De Vergadering wordt zoolang geschorst. Na heropening van de Vergadering brengt de heer De Goeje het volgende verslag uit: M. d. V. De Commissie heeft de stukken onderzocht en be vonden, dat aan al het bij art. 17 van de gemeentewet ge vorderde is voldaan; zij heeft dus de eer voor te stellen de heeren De Lange en Aalberse toe te laten als leden van den Gemeenteraad. Daartoe wordt bij acclamatie besloten. De Voorzitter. Ik dank de heeren voor de genomen moeite. III. Benoeming van twee Wethouders (aftredend de IIII. II. C. Juta en Dr. M. C. Dekhuyzen.) De Voorzitter. Mag ik de heeren Kerstens, De Goeje en Hasselbach verzoeken met mij het stembureau uit temaken?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1899 | | pagina 1