GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 85 IITCiEKOlIEir STITKKE9T. N°. 167. Leiden, '1 September 1899. Blijkens de vastgestelde Gemeenterekening over 1898 waren eenige coupons van de geldleening der gemeente, tot een totaal bedrag van 250.50, bij het sluiten van het dienstjaar 1898 niet ter inwisseling aangeboden, zoodat deze vorderingen, in gevolge de voorschriften op de Rekening, ten laste van den post voor Onvoorziene Uitgaven der begrooting van 1899 moeten worden gebracht. Wij stellen mitsdien Uwe Vergadering voor den hierbij ge- voegden staat model A, strekkende tot voldoening van genoemd bedrag van 250.50 uit den post voor Onvoorziene Uitgaven van 1899, waarop nog eene som van ƒ10051.-- beschikbaar is, vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 168. Leiden, 2 September 1899. Bij Raadsbesluit van 10 Februari 1899 is aan de afdeeling Leiden en Omstreken van den Roomsch Katholieken Volksbond eene toelage van ƒ200.toegekend ten behoeve van de teeken- school dier afdeeling. Ten einde deze uitgave op de begrooting van dit jaar te regelen, leggen wij Uwe Vergadering hierbij ter vaststelling over een staat model B, strekkende tot verhooging van volgn. 137 der begrooting: Kosten voor het onderwijs in kunsten en wetenschappen" met ƒ200.te vinden* door afschrijving van den post voor Onvoorziene Uitgaven. Op dezen post is thans nog een bedrag van ƒ9800.50 be schikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 169. Leiden, 4 September 1899. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen dat zij tegen den in hare handen gestelden suppletoiren staat van begrooting van het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, dienst 1899,geene bedenkingen heeft. Zij stelt U mitsdien voor tot goedkeuring van dien staat over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Comm. v. Financiën. N°. 170. Leiden, 0 September 1899. Zooals Uwe Vergadering bekend is, zijn door ons College onderhandelingen gevoerd over den aankoop van het te koop geboden buitengoed «Rhijngeest", tegenover het Krankzinnigen gesticht »Endegeest". Wij kunnen U thans mededeelen, dat die onderhandelingen met een gunstigen uitslag zijn bekroond en ons tot den aankoop van het landgoed voor de gemeente Leiden voor de som van ƒ34100.hebben geleid, onder be paling, dat de kosten van overdracht zullen komen voor reke ning der gemeente. Wij geven U alsnu in overweging deze handeling met Uwe goedkeuring te bekrachtigen en mitsdien te besluiten tot den aankoop van het landgoed Rhijngeestbestaande uit heerenhuis, koetshuisstalling, tuinboschgrond, opgaand hout en weiland, bloemisterij en boerderij, samen groot 10 H.A. 51 A. en 63 cA., het houtgewas op den berm daaronder begrepen, voor de koopsom van 34160. Uit den aard der zaak zullen de voor dit doel benoodigde gelden welke met inbegrip van de kosten van overdracht circa 35099.zullen bedragen, uit leening moeten worden gevon den, zoodat wij U tevens voorstellen tot vaststelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat, ten bedrage in ontvangst en uitgaaf van 35100.over te gaan. Aan den Gemeenteraad, Burg. en Weth. van Leiden. N°. 171. Leiden, 8 September 1899. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hierbij over te leggen een schrijven van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs betredende eene splitsing van klassen aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. Aangezien wij ons met het daarin vervat voorstel kunnen vereenigengeven wij U in overweging de voorgestelde regeling goed te keuren en mitsdien de tijdelijke aanstelling van de heeren H. H. Breu- ning en Dr. E. A. Klobbie als leeraren in het Hoogduitsch en iri de Practische Scheikunde weder voor den cursus 1899/1900 te continueeren. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 4 September 1899. Thans, na afloop der herexamens en der tweede toelatings examens, kunnen wij U mededeelen dat de Hoogere Burger school voor Jongens het volgend aantal leerlingen telt: 1ste klasse47 2de 47 3de 38 4de 33 5de 33, totaal 198. Uit deze cijfers volgt de noodzakelijkheid omevenals in de laatste jarenalle klassen voor alle vakken in twee afdee- lingen te splitsen. Mitsdien geven wij U in overweging wederom de heeren H. H. Breuning en Dr. E. A. Klobbie voor den tijd van één jaar op dezelfde voorwaarden als tot dusverre aan te stellen, onderscheidenlijk tot het geven van onderwijs in het Hoogduitsch aan eene afdeeling der 1ste klasse en tot bijstand van den Directeur bij de practische oefeningen in de scheikunde. Tevens berichten wij U, dat alleen de 2de klasse der Hoogere Burgerschool voor Meisjes, die 29 leerlingen telt, gesplitst zal moeten worden, terwijl de 1ste met 21 leerlingen, onge splitst kan blijven, ten gevolge waarvan o. a. Mej. Hering slechts 9 uur les zal behoeven te geven. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. H. A. Lorentz, Voorzitter. J. W. Muller, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 172. Leiden, 8 September 1899. Onder overlegging van nevensgaand adres van C. Van der Salm en andere bezoekers der Leidsche markt, houdende ver zoek om verbetering te brengen in de bestrating van de Heeren straat en van het verdere gedeelte grintweg naar de barrière va'n den Staatsspoorweg, hebben wij de eer U mede te deelen, dat in de aan Uwe Vergadering aangeboden begrooting voor het jaar 1900 gelden voor eene verstrating van de Heerenstraat zijn uitgetrokken.Het is ons voornemen in het eerstvolgend voor jaar aanstonds tot de uitvoering van dit werk te doen over gaan, indien de noodige gelden voor dit doel door Uwe Ver gadering zijn beschikbaar gesteld. Het is niet wel mogelijk reeds thans aan dit gedeelte van de klacht van adressanten tegemoet te komendaar de bestrating te slecht is om daarin door partiëele verstratingen afdoende verbetering te kunnen aanbrengen. Wat het tweede gedeelte van het verzoek betreft, onmiddellijk is door ons College last gegeven den grintweg in het verlengde van de Heerenstraat behoorlijk te doen herstellen, daar de kosten van dit werk uit de loopende begrooting zullen kunnen worden bestreden. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressanten te berichten, dat de Heerenstraat in het voorjaar van 1900 behoorlijk zal worden herstraat, en dat aan het tweede gedeelte van hun verzoek reeds is of zal worden gevolg gegeven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. De ondergeteekenden, allen eigenaars of gebruikers van paard en rijtuig, wonende buiten de gemeente Leiden, die in of voor hun bedrijf geregeld op marktdagen, en ook meermalen op gewone weekdagen de gemeente Leiden met hunne voertuigen bezoeken, en dan gebruik moeten maken van de Heerenstraat en het verdere gedeelte grintweg naar de barrière van den Staatsspoorweg; wenden zich tot UEdelAchtbaren met het dringend en beleefd verzoek verbetering te willen bevelen van den toestand, waarin die Heerenstraat en dat gedeelte grint weg thans verkeeren. De vele slinken en kuilen in de bestrating van de Heeren straat, voornamelijk in de gedeelten nabij de Wilhelminastraat en de openbare lagere school, en de diepe wielsporen met kuilen naast het bestrate paardenspoor in den grintweg, waar door de steenen soms meer dan de helft boven den weg uit komen, maken voor hen het verkeer per rijtuig zeer lastig en gevaarlijk, wanneer zij, vooral bij avond, op den grintweg moeten uithalen voor tegenkomende rijtuigen. Zij zijn van oordeel, dat op eene gemeente als Leiden, die voor een groot gedeelte haai- aanzien dankt aan den kaas- en boterhandel en de veemarkt, en waar de wekelijksche markt-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1899 | | pagina 3