DONDERDAG
15 JUNI 1899.
35
Zitting van l>on<ler<lag 15 «luni 1S99.
Geopend des namiddags te twee uren.
Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
Benoeming van een Commissaris der Stadsbank van
Leening. (120)
2°. Benoeming van drie leden van het Bestuur der Stede
lijke Werkinrichting. (117)
3°. Benoeming van een tweeden onderwijzer aan de openbare
school dér 4e klasse n°. 1. (111).
4°. Verzoek van Mejuffr. D. L. Springer, om ontslag als
derde onderwijzeres aan de openbare school der 3e
klasse n°. 3 (114)
5°. Verzoek van M. Cahen, om vrijstelling of terugbetaling
van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs. (116)
6°. Verzoek van A. M. Sanders, om terugbetaling van school
geld, Lager Onderwijs. (115)
7°. Verzoek van H. Van Keeken—Roodhorst te 'silage, tot
overschrijving ten name van haren echtgenoot F. J. Th.
Van Keeken, van de vérgunning tot het plaatsen van
drinkkiosken op den openbaren weg. (113)
S°. Voorstel tot opzegging van het gebruik, van een gedeelte
van het Raamland aan den Maresingel verleend bij
Raadsbesluit van 16 October 1873 aan de firma Van
Haansbergen en Dutilh en Maria tlenkes, weduwe van
D. 11. Kreps. (119)
9°. Rekening dienst 1898, van het Gereformeerd Minne- of
Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (118)
10°. Rekening dienst 1898, van het krankzinnigengesticht
Endegeest. (125)
11°. Rekening dienst 1898, van de Stedelijke Gasfabriek. (126)
12°. Rekening dienst 1898, van de Vereeniging tot bevorde
ring van den bouw van werkmanswoningen. (124)
13°. Voorstel tot vaststelling der verordeningenregelende de
heffing en invordering van een loon voor het ijken der
botervaten. (112 en 121)
14°. Voorstel tot vaststelling der verordeningen, regelende de
heffing en invordering van gelden voor het bezichtigen
van het Stedelijk Museum van Schilderijen en Oudheden
in de «Lakenhal" (112 en 121)
15°. Voorstel tot vaststelling der verordeningenregelende de
heffing en invordering van een recht voor het van ge
meentewege doen wegruimen van sneeuw en ijs van den
openbaren weg vóór en langs perceelen. (112 en 121)
16°. Voorstel tot vaststelling der verordeningen, regelende de
heffing en invordering van leges- en expeditiegelden ter
Secretarie, bij het Oud-Archief en aan het Bureau van
den Burgerlijken Stand. (112 en 121)
17°. Voorstel tot goedkeuring van een door M. 11. van Wa-
veren ingediend stratenplan voor terreinen aan den Mare
singel en tot overname in eigendom en onderhoud der
aan te leggen straten. (122)
18°. Vaststelling van het kohier der Plaatselijke directe belas
ting, dienst 1899. (123)
De Voorzitter. Tengevolge van droevige huiselijke omstan
digheden is de secretaris verhinderd aanwezig te zijn, zoodat
dientengevolge de heer Dekhuyzen die functie waarneemt.
Tegenwoordig zijn 22 leden, als de heeren: L. Driessen,
Van Dissel, J. P. Driessen, Stadhouder, Kaiser, Pera, Van
Lidth de Jeude, De Goeje, Zillesen, Korevaar, A. J. van Hoeken,
De Vries, Verster van Wulverhorst, Fockema Andreae, Siegen-
beek van Heukelom, Kerstens, Juta, Dekhuyzen, P. J van
Hoeken, Hasselbach, L)en Houter, Van Rhijn, alsmede de
Burgemeester, Voorzitter.
Afwezig zijn de heeren: Van Kempen, Kroon, Van Hamel,
Zaaijer en Drucker.
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering
van 1 Juni worden gelezen en goedgekeurd.
(De heer Hasselbach is ter vergadering gekomen.)
De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen:
Dispositie van de Gedeputeerde Staten d.d. 6/10 Juni j 1.
B. N°. 1969 (2e afd. G. S. np. 53/1 ten geleide van het goed
gekeurd raadsbesluit van 1 Juni j.l. tot onderhandsche ver
pachting van de aardappeltienden te Leiderdorp.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. De rekening dienst 1898 van de Stedelijke Werkinrichting.
Wordt gesteld in handen van de Comm. van financiën.
2°. Adres van K. Schraver, gep. Ie. Luit. Plaatselijk Adju
dant te Rotterdamwaarbij wordt gewezen op de wensche-
lijkheid van de aanwezigheid van een geneesheer bij brand
weer-oefeningen.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met den meest verschuldigden eerbied te kennen
K. Schraver, Gepensionneerd le Luitenant plaatselijk Adjudant,
Gedempte Bierhaven 32Rotterdam
dat adressant eerbiedig de vrijheid neemt zich tot Uwen
geachten Raad te wendenonder aanbieding van een vijftal
exemplaren van het door adressant geschreven opstel, getiteld
Oefeningen gehouden door de Brandweer
met beleefd, doch dringend verzoek dat het den geachten
Raad behagen moge zijne aandacht wèl op den inhoud van
de hier bijgevoegde opstellen te willen vestigen. Wellicht dat
Dezelve na de lezing er van (voor het geval zulks in zijne
gemeente nog niet ingevoerd is) zal besluiten dat steeds
bij de brandweer-oefeningen een geneesheer aanwezig moet
zijn, onverschillig of die oefeningen door een vrijwillige brand
weerclub of door niet van beroep brandweerlieden gehouden
wordenvermits oefeningen als brandweer-oefeningen immer
aan eenig gevaar onderhevig zijn en de bekwaamste vakman
evenals een élève door een toeval, waarvan nóch zijn per
soon, noch het materieel de oorzaak is, een ongeluk kan
krijgen. In het opstel is door adressant met een paar gevallen
aangetoondwaarom volgens adressant s meening het gebie
dend noodzakelijk is, dat een geneesheer de brandweer-oefening
bijwone. Adressant geeft gaarne toe, dat het gepaard gaat
met groote onkosten, die ten laste van de gemeente komen,
als besloten wordtdat een geneesheer de brandweer-oefening
moet bijwonen. Die onkosten kunnen evenwel niet opwegen
tegen de gedachte die men steeds heeft: Er kan onverhoeds
een ongeluk plaats hebben. De mogelijkheid daarvan is in
geenen deele uitgesloten. En wanneer nu een geneesheer de
brandweer-oefening bijwoonde, zou men verantwoord zijn.
Men heeft, wanneer er zich dan een ongeluk voordoet,
onverschillig wat de oorzaak van dat ongeluk is, deschoone
zelfvoldoening, dat men alles in het werk gesteld en die
voorzorgsmaatregelen genomen heeft, welk het gezond ver
stand zeide te moeten nemen.
Adressant heeft de eer te zijn,
WelEdel Achtbare Heeren,
Uw dienaar
Rotterdam, Juni 1899. K. Schraver.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
(De heer Den Houter is ter vergadering gekomen).
3°. Verzoeken van J. A. Bary en de firma Peek Cloppenburg,
om ontheffing van de bepaling van art. 11b. der verordening
op de bouwpohtie, ten opzichte van de hoogte der te ver
bouwen perceelen Donkersteeg 13 en het achtergedeelte van
perceel Breestraat 76.
4°. (Verzoek van Prof. J. F. O. S. Veit, om continuatie in
de betrekking van Stads-vroed meester.
5°. Verzoek van D Klinkenberg om vrijstelling of terug
betaling van schoolgeld, Middelbaar onderwijs, over de laatste
twee kwartalen van den cursus 1898/9.
Worden in handen gesteld van Burg. en Weth.
Aan de orde is:
I. Benoeming van een Commissaris der Stadsbank van
Leening.
(Zie Ing. St. n°. 120.)
De Voorzitter. Mag ik de heeren A. J. Van Hoeken, L. Driessen
en Verster uitnoodigen met mij het stembureau uit te maken.
Benoemd wordt de heer Mr. II. v. d. Hoeven met alge-
meene stemmen
II. Benoeming van drie leden van het Bestuur der Stede
lijke Werkinrichting.
(Zie Ing. St. n°. 117.)
Benoemd werden achtereenvolgens de heeren Dr. D. De Loos,
Dr. J. G. Van der Sluys en F. de Stoppelaar, allen met alge-
meene stemmen.
(Na de tweede benoeming is de heer Van Rhijn ter ver
gadering gekomen.)
III. Benoeming van een tweeden onderwijzer aan de open
bare school der 4e klasse n°. 1.
(Zie Ing. St. n°. 111.)
Benoemd wordt de heer P. v. d. Hoeven, met algemeene
stemmen.
De Voorzitter. Ik dank de heeren voor hunne medewerking.