GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
Francois Jas.
37
I.Mi EKOM li V STTIKKEX.
N°. 93. Leiden, 9 Mei 1899.
Onder overlegging van bijgaand verzoek van de Wed. B. J.
Roeper Bosch, geb. Vlieland, hebben wij de eer U mede te
deelen dat de verordening, regelende de heffing van school
gelden op de openbare lagere scholen, gedeeltelijke teruggave
of kwijtschelding van schoolgeld alleen dan toelaat, wanneer
de ouders of die hen vervangen tusschentijds de stad metter
woon verlaten of zich in de gemeente vestigen.
Aangezien nu adressante in deze gemeente woonachtig blijft,
stellen wij Uwe Vergadering voor afwijzend op het verzoek te
beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. èn Weth. van Leiden.
Leiden, 2 Mei 1899.
Aan Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren
Met verschuldigden eerbied geeft ondergeteekende UEd.Achtb.
te kennendat haar zoon Bernard Jan de school voor M. U. L. O.
(hoofd de heer J. D. Van Wijk) den 29sten April voor het
laatst heeft bezocht, daar hij met 1 Mei eene hem passende
betrekking aanvaardt.
Redenen waarom zij U beleefd verzoekt, haar het reeds
betaalde schoolgeld over de maanden Mei en Juni wel te willen
restitueeren.
Hopende op een gunstig antwoord, heeft zij de eer te zijn
UEd. Dw. Dienaresse
Wed. B. J. Roeper BosciiVlieland.
N°. 94. Leiden9 Mei 1899.
Aangezien ons bij onderzoek gebleken is dat de leerlinge
A. Van Proosdij met 1 Juni a. s. de lloogere Burgerschool
voor Meisjes gaat verlaten wegens vertrek barer ouders uit
deze gemeente, geven wij Uwe Vergadering in overweging
gunstig te beschikken op nevensgaand adres van haren vader
om vrijstelling van de betaling van schoolgeld over het 4e
kwartaal.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Edelachtbaren Raad der gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren!
De ondergeteekende, die in de volgende maand deze gemeente
denkt te verlatenverzoekt U bij dezen beleefd om vrijgesteld
te worden van de betaling van het laatste kwartaal van het
schoolgeld voor zijn dochtertje Anna, leerlinge van de 2e klasse
van de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, verschuldigd.
Met achting, uw dw.
C. Van Proosdij.
N°. 95. Leiden9 Mei 1899.
Naar aanleiding van nevensgaand adres van F. Jas, hebben
wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat de zoon van
adressant den 20en December 1898 de lloogere Burgerschool
voor Jongens heeft verlaten om zich te bekwamen voor het
admissie-examen voor de Machinistenschool. Het komt ons
daarom voor dat er wel termen bestaan om gunstig op het
verzoek te beschikken.
Mitsdien geven wij U in overweging adressant ontheffing
te verleenen van de betaling van schoolgeld over de twee
laatste kwartalen van den loopenden cursus.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan het Stedelijk Bestuur der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergetee
kende Francois Jas, wonende te Noordwijk, dat:
aangezien zijn zoon de Hoogere Burgerschool heeft verlaten
20 December 1898 en het schoolgeld tot 1° Maart 1899 be
hoorlijk is voldaan geworden;
hij ondergeteekende beleefd verzoekt om ontheffing van de
nog te betalen twee kwartalen MaartAugustus.
Noordwijk. 29 April 1899.
N°. 96. Leiden16 Mei 1899.
Op nevensgaand adres van P. Dubois, houdende verzoek
om terugbetaling van het voor zijn beide kinderen betaald
schoolgeld over de maand April, ten bedrage van 7.50, geven
wij Uwe Vergadering in overweging gunstig te beschikken,
aangezien adressant zich eerst met 1° Mei in deze gemeente
heeft gevestigd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Edel Achtbaren Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: P. Dubois,
Inspecteur der Dir. Bel., lnvoerr. en Accijnsen te Leiden,
wonende Zoeterwoudsche Singel n°. 1: dat door hem heden is
betaald een bedrag van f 22.50 aan schoolgeld voor twee kin
deren voor het tijdvak van 1° April1° Juli a. s.;
dat de kinderen eerst op 1° Mei de school hebben bezocht,
en tot dien datum de onderwijs-inrichtingen te Amersfoort,
waar het schoolgeld tot uit0 April 1.1. is voldaan;
reden waarom adressant beleefd de vrijheid neemt restitutie
te verzoeken van het betaalde over ééne maand ad /'7.50.
't Welk doende, enz.
Leiden3 Mei 1899. P. Dunois.
N°. 97. Leiden, 16 Mei 1899.
Daar bij onderzoek gebleken is dat Willem Johannes van
Gijlikvroeger leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens,
den 26en Maart de school heeft verlaten om zich elders voor
zijn aanstaanden werkkring te bekwamen, komt het ons voor,
dat er wel [termen bestaan om zijn vader te ontheffen van
de verplichting tot betaling van schoolgeld over het laatste
kwartaal van den loopenden cursus
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging in dien
zin te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 9 Mei 1899.
Aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden.
Geeft ondergeteekende met verschuldigden eerbied te kennen,
dat zijn zoon Willem Johannes, leerling der 2e klasse der
lloogere Burgerschool, die school na 25 Maart niet meer be
zocht heeft, daar zich op dat tijdstip de geschiktste gelegen
heid voordeed om zich voor de door hem gekozen werkkring
te gaan bekwamen.
Redenenwaarom ondergeteekende beleefd verzoekt om van
de betaling van het laatste kwartaal (Juni, Juli en Augustus),
ontheven te worden.
Met den meesten eerbied noem ik mij
J. Van Gijuk.
N°. 98. Leiden, 16 Mei 1899.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij overteleggen
de 2e lijst van aangeslagenen op het kohier der plaatselijke
directe belasting, dienst 1898, die in den loop van dat jaar
overleden zijn of de gemeente hebben verlaten, ofaanwieom
andere redenen afschrijving behoort te worden verleend.
Wij stellen U voor op de betrekkelijke aanslagen de daarbij
vermelde bedragen af te schrijven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 99. Leiden, 16 Mei 1899.
Wij hebben de eer IJ hierbij over te leggen een bezwaar
schrift van J. Van der Wilde tegen zijn aanslag in de plaatse
lijke directe belastingvoorkomende op het 2e suppletoir kohier
over 1898.
Op grond van de toelichting, voorkomende in de mede hierbij
overgelegde lijst, geven wij U in overweging op het bezwaar
schrift afwijzend te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Nn. 100. Leiden, 17 Mei 1899.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten
dat zij tegen den suppletoiren staat van begrooting en den
staat van af- en overschrijving, beide van de Stedelijke Werkin
richting en den dienst 1898 betreffende, geene bedenkingen heeft.
Zij stelt U derhalve voor tot goedkeuring van die staten
over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.