DONDERDAG 4 MET 1899. 25 Zitting; van Donderdag 4 Mei 1899. Geopend des namiddags te twee uren. Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester. Te behandelen onderiuerpen 1°. Benoeming van een eersten onderwijzer aan de school aan de Heerenstraat. (87) 2°. Verzoek van Mej. W. Rolloos, om continuatie in de betrek king van stadsvroedvrouw. (77) 3n. Verzoek van het Bestuur van het Genootschap: Mathesis Scientiarum Genitrix, om het gebruik van eenige lokalen der Gehoorzaal, voor de tentoonstelling van teekeningen en werkstukken. (74) 4°. Verzoek van A. J. Leget, om ontslag uit de betrekking van Concierge van het Stedelijk Museum »de Lakenhal". (76) 5°. Verzoek van Dr. A. W. M. Van Deventer, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs. (84) 6°. Verzoek van F. De Boer, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld, ITooger Onderwijs. (85) 7°. Verzoek van Mevr. A. Zieck, geb. Zieck, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld, Hooger- en Middelbaar Onderwijs. (88) 8°. Rekening dienst 1898, van de Stads-Bank van Leening. (78) 9°. Rekening dienst 1898, van de dienstd. Schutterij. (82) 10°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1898, ad ƒ484.005 tot dekking van het nadeelig saldo van de exploitatie der Bank van Leening. (79 en 83). 11°. Voorstel tot goedkeuring van het stratenplan voor een terrein aan den Morschwegnaast het Militaire Hospitaal, kadastraal bekend onder Sectie L n°. 94 en95 gemeente Leiden. (75) 12°. Voorstel tot goedkeuring van het door W. Splinter inge diende stratenplan voor een terrein aan den Haarlemmer weg, kadastraal bekend onder Sectie Kn°. 944, gemeente Leiden. (86) 13°. Voorstel tot opzegging van de aan A. Roos verleende ver gunning tot het hebben van een overdekt huisje op den openbaren weg aan de Aalmarkt tegenover de Stadswaag en tot het verleenen dier vergunning aan M. Roos. (81) 14°. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1899, voor de aanschaffing van een nieuwen stoomketel voor de Liernur- inrichting. (80) 15°. Kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1899 (eerste gedeelte). (89) Tegenwoordig zijn 25 leden als de heerenKaiser, De Goeje, A. .1. Van Hoeken, Pera, Zaaijer, Van Hamel, Hasselbach, Van Dissel, J. P. J. Driessen, P. J. Van Hoeken, Den Houter, Van Lidth de Jeude, Fockema Andrete, Zillesen, Dekhuyzen, Korevaar, Juta, L. Driessen, Kroon, Stadhouder, Van Rhijn, Verster van Wulverhorst, De Vries, Siegenbeek van Heukelom, Kerstens, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig zijn de heeren: Drucker en Van Kempen. De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 24 April worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter legt de navolgende stukken over: 1°. Adres van het Bestuur van den Algemecnen Neder- landschen Wielrijdersbond, in zake het berijden van de Paar den- en Schapenstegen door wielrijders. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met eerbied te kennen: het Bestuur van den Algemeenen Nederlandschen Wiel rijders-Bond, van welke vereeniging de statuten laatstelijk zijn goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 10 Februari 1899, nF 18; dat ons Bestuur vernomen heeftdat door eenige ingezetenen van Uwe gemeente aan Heeren Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland een verzoekschrift is ingediend, waarbij gevraagd werd aan Hare Majesteit de Koningin ter vernietiging voor te dragen het Besluit van Uwen Raad, genomen den 6en April jl., om de Schapensteeg voor wielrijders te sluitenen de Paarden- steeg voor hen gesloten te houdendoch voor automobielen open te stellen; dat van Gedeputeerde Staten voornoemd het antwoord luidde op dit verzoekschrift, dat het aan Burgemeester en Wethou ders der gemeente Leiden was toegezonden om advies den Gemeenteraad gehoord dat dus Uwe Raad wederom zijn oordeel zal moeten uit spreken over het verbod van met rijwielen de Schapensteeg en de Paardensteeg te mogen berijden; dat daarom ons Bestuur de vrijheid neemt er op te wijzen, dat dit verbod niet alleen groot nadeel toebrengt aan de in gezetenen Uwer gemeente, die meer en meer het rijwiel gaan beschouwen als een praktisch middel van vervoer, maar ook dat het talrijke niet-ingezetenen weerhoudt Uwe gemeente te bezoeken dat toch door het sluiten van bijna al de Hoofd-verbindings- wegen tusschen het zuidelijk en het noordelijk deel van Uwe gemeente, een zeer groot ongerief ontstaat voor de vele per sonen, zooals ambtenaren, winkeliers, enz, die het rijwiel in hunne dagelijksche bezigheden gebruiken; dat adressant gaarne erkent, dat die verbindingswegen in Uwe gemeente van zéér geringe breedte zijn, dochdat in een steeg waar dagelijks tramwagens van beide zijden passeeren, en die door rijtuigen en zelfs door automobielen bereden mag wordenzéér zeker een wielrijder met de weinige ruimtedie hij inneemt, geen groote overlast zal veroorzaken; dat nu de wielersport meer en meer beoefend wordt door personen van rijperen leeftijd, en men bijna nergens meer hoort van ongelukkenuitsluitend door wielrijders veroorzaakt, men toch zeker mag verwachten, dat een wielrijder niet meer beschouwd zal worden als een wezen, dat zooveel mogelijk geweerd moet worden; integendeel, het rijwiel is gebleken te zijn een praktisch voertuigje, dat gemakkelijk bestuurd en spoedig tot stilstaan gebracht kan worden, en dat groote diensten bewijst in de tegenwoordige inrichting der Maatschappijen juist daarom heeft het rijwiel meer en meer burgerrecht ver kregen, als een voor velen onmisbaar middel van vervoer; dat bovendien de volksopvatting, dat wielrijders veel onge lukken veroorzaken, reeds lang tot het verledene behoort, daar, wanneer een wielrijder in botsing komt, hij het meestal in de eerste plaats is, die schade bekomt aan zijn voertuig, of letsel aan zijn persoon; dat, waar Uwen Raad het toch nog noodig mocht vinden beperkende bepalingen omtrent het wielrijden in het leven te roepenbij voorbeeld bepaald zou kunnen wordendat de Paar- desteeg alléénkomende uit de richting van het »Kort-Rapen- burg", en de Schapensteeg alléén, komende uit de richting van de Haarlemmerstraat, bereden zouden mogen worden; dat uit het feit, dat in groote steden, zooals bijvoorbeeld Arnhem verordeningen worden in het leven geroepen, waarbij de wielrijders wrnrden beschermd, en niet worden belemmerd, voldoende blijkt, dat in andere gemeenten de wielrijder niet beschouwd wordt als een persoon, die op zijn rijwiel gezeten, zich niet zou weten te beheerschenen die niet in staat zou zijn smalle stegen te passeeren, zonder dat er kans voor on gelukken bestaat. Redenen waarom het Bestuur van den Algemeenen Neder landschen Wielrijders-Bond de vrijheid neemt, Uwen Raad beleefd te verzoeken a. naar aanleiding van bovengenoemd verzoekschrift te willen adviseeren, dat het wenschelijk is, dat de Paardensteeg en Schapensteeg van ééne zijde door wielrijders bereden mogen worden b. de wenschelijkheid uit te spreken, dat de bepalingen, betreffende het verbod van het wielrijden door sommige stegen, herzien worden. Het Bestuur van den Algemeenen Nederlandschen Wielrijders-Bond De 1 e Voorzitter, Edo. Bergsma, Burgemeester der gemeente Enschedé. De le Secretaris, Burkens. Candidaat-Notaris te Haarlem. Enschedé ,n„„ April '1899. Haarlem De Voorzitter, Nu is nog ingekomen:' 2°. Adres van F. H. A. Driessen c. s., van den volgenden inhoud Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen Ondergeteekendeningezetenen der Gemeente Leidendat zij vernomen hebben dat de politie-verordening, welke in de zitting van den Gemeenteraad op den 6en April 1.1. werd aan genomen door de Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid- Holland is aangehouden en dat een adres, aan dit College gericht, om advies naar den Gemeenteraad is opgezonden. Dat zij in de korte tijdsruimte, welke was gelegen tusschen de indiening en de behandeling van bedoelde verordening, geen gelegenheid hebben gehad hunne grieven vroeger ken baar te maken. Dat zij nu de gelegenheid te baat nemen en er hunne ver wondering over uitspreken dat, waar alle voertuigen de Paar densteeg en de Watersteeg mogen passeeren, dit aan de wielrijders verboden is. Dat toch liet aantal ongelukken, door wielrijders veroor zaakt, niet grooter is dan dat door rijtuigen en zeker niet grooter zal zijn dan dat met automobielen te weeg gebracht. Dat zoowel ingezetenen als vreemdelingen, 'wanneer zij zich op hun rijwiel door de stad bewegen, van de afsluiting van bovengenoemde stegen zeer veel last ondervinden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1899 | | pagina 1