DONDERDAG
6 APRIL 1899.
III. Verzoek van Mevr. G. G. Steygerwalt geb. Van Lee,
om ontslag als lid van het College van Vrouwen-Kraam-
moeders.
(Zie Ing. St. n°. 64).
De Voorzitter. Burg. en Weth. stellen voor het verzoek
in te willigen en aan Mevr. Steygerwalt eervol ontslag te
verleenen onder dankbetuiging voor de bewezen diensten.
IV. Verzoek van J. De Josselin de Jong, om terugbetaling
van schoolgeld, Lager onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 55 en 65.)
V. Verzoek van D. Couwenhoven, om vrijstelling van de
betaling van schoolgeld, Middelbaar onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 63).
VI. Verzoek van A. M. Sanders, om terugbetaling van
schoolgeldLager onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 62).
VII. Verzoek van H. B. Van Maarenom vrijstelling en
terugbetaling van schoolgeld, Middelbaar en Lager onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 67).
Wordt achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming gunstig op beschikt.
VIII. Staat van af- en overschrijving opdegemeentebegrooting
dienst 1898, tot beschikbaarstelling van gelden, benoodigd
voor de betaling der rente van de waarborgsom voor de
richtige uitvoering der werken van de verwarmings- en ven-
tilatieinrichting van het Krankzinnigengesticht Endegeest aan
J. L. Bacon.
(Zie Irig. St. n°. 58 en 72).
De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft het
bedrag uitgerekend. Opzettelijk is in het advies van Burg. en
Weth. niet opgenomen een bepaald bedrag, omdat dat nog
niet precies vast staatdat kan van enkele dagen afhangen.
Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
IX. Rekening dienst 1898, van de Plaatselijke Schoolcommissie.
(Zie ing. St. n°. 56).
De heeren De Goeje, Pera en Van Hamel verlaten tijdelijk
de vergadering.
De rekening wordt zonder beraadslaging en zonder hoof
delijke stemming goedgekeurd.
De heeren De Goeje, Pera en Van Hamel keeren in de
vergadering terug.
De Voorzitter. Ik kan de heeren meedeelendat de rekening
door den Raad is goedgekeurd.
X. Rekening dienst 1898, van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken.
(Zie Ing. St. n°. 69).
De heer L. Driessen verlaat tijdelijk de vergadering.
De rekening wordt zonder beraadslaging en zonder hoof
delijke stemming goedgekeurd.
De heer Driessen keert in de vergadering terug.
De Voorzitter. Ik kan den heer Driessen meedeelendat
de Raad de rekening heeft goedgekeurd.
XI. Verzoek van het Bestuur der Zondagsschool van den
Nederl. Protestantenbond, om het gebruik van eenige lokalen
der school 3e klasse n°. 4.
(Zie Ing. St. n°. 60).
XII. Voorstel tot verlenging van de vastgestelde tarieven
van de Stadsbank van Leening.
(Zie Ing. St. n°. 66).
XIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ter voor
ziening in de gedeeltelijke waarneming der lessen van Mej.
Michelsenleerares aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes.
(Zie Ing. St. rri. 68).
XIV. Verzoek van de Gebr. J. en P. Van IJlden om een
perceel te ontslaan uit het hypothecair verbanddaarop gelegd
ten behoeve van de gemeente voor de richtige uitvoering van
de wei-ken van de gemeentereiniging.
(Zie Ing. St. n°. 59).
XV. Voorstel tot regeling van de verplichting tot onderhoud
van de banwerken aan den Hoogen Rijndijk, en betrelïende
den afkoop van het door de gemeente Zoeterwoude verschul
digde wegens interest van verstrekt kapitaal voor den afkoop
van bottingen en riemtalen en van de pachtsom voor de in
erfpacht uitgegeven Vrouwenvaart en -weg.
(Zie Ing. St, n<>. 57 en 70).
Worden achtereenvolgens alle zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
XVI. Voorstel tot vaststelling van eene Verordening op het
begraven van lijken.
(Zie Ing. St. n°. 73.)
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
De Art. 1—8 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging
en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd, evenals daarna
de Verordening in haar geheel
XVII. Voorstel tot wijziging van de Verordening op de
Straatpolitie.
(Zie Ing. St. n°. 78)
De heer Kaiser. M. d. V. Ik wenschte alleen te vragen of
ten aanzien van het berijden van de Paardensteeg, de rijwielen
niet ten minste gelijk gesteld kunnen worden met motor
wagens. Deze laatsten, die toch veel gevaarlijker zijn dan een
rijwiel, zullen de Paardensteeg mogen doorrijden,wielrijders niet.
De Voorzitter. Een motorwagen en een rijwiel zijn niet
gelijk te stellen bij het berijden van de Paardensteeg. Een
wielrijder kan even van zijn wiel afstappen en zoo de steeg
doorgaandoch dit gaat niet bij een motorwagen. Wilde men
voor motorwagens het berijden van de Paardensteeg verbieden,
dan zou men voor die voertuigen eenvoudig de communicatie
verbreken. Voor gevaar in dit opzicht behoeft ook geen vrees
te bestaaner is bepaald dat de motorwagens in die steeg zeer
zacht moeten rijden, terwijl zij dadelijk op een sein van den
aldaar geplaatsten agent moeten stilhouden.
De heer Kaiser, Maar wanneer er van gevaar sprake is,
dan is een rijwiel in elk geval toch nog veel minder gevaarlijk
dan een motorwagen.
De Voorzitter. Al nemen wij nu aan dat een motorwagen
gevaarlijker is, dan, ik herhaal het, kunnen wij toch moeielijk
aan die voertuigen het doorrijden van de Paardensteeg ver
biedenwant dan zou voor de bestuurders de communicatie
verbroken zijn. Met wielrijders is dit volstrekt niet het geval;
die hebben zich alleen even den geringen last te getroosten
af te stappen en te voet de steeg door te gaan.
De heer Kaiser. Ik blijf bij mijne meening, dat wanneer
motorwagens door de Paardensteeg mogen gaan, er geen de
minste reden is om dit aan wielrijders te verbieden. De wiel
rijder gaat overal gemakkelijk langs, kan op een haar sturen,
wat bij motorwagens niet het geval is. De Schapensteeg wordt
voor wielrijders geslotenhetgeen ook mijne goedkeuring weg
draagt, omdat het berijden van die steeg gevaar oplevert,
maar wordt nu de Paardensteeg ook voor hen gesloten, dan
kan men de Beestenmarkt alleen langs een omweg bereiken.
De Voorzitter. Ik moet-nog eens herhalen: de gevallen
staan niet gelijk. Voor wielrijders wordt de communicatie niet
afgeslotenzij behoeven slechts even af te stappenwat een
zeer geringe iast is. De heer Kaiser zegt, dat van wielrijders
zoo weinig gevaar is te duchten. Al moge het waar zijn, dat
er 'tot nog toe geen ongeluk in de Paardensteeg door een rijwiel
is veroorzaakt, dit kan spoedig genoeg gebeuren. Wanneer
de steeg gevuld is met een tramwagen, groote wagens bijv.
van Van Gend Loos, karren en voetgangers, dan zijn er
wel degelijk botsingen met wielrijders te vreezen. Had men
nu nog maar altijd met bekwame en voorzichtige wielrijders
te doen, dan was het nog wat anders. Maar aangezien dit
niet het geval isis het voorzichtiger ze even te doen afstappen.
Maar de hoofdtoegang tot de stad kan moeielijk worden af
gesloten voor voertuigen als motorwagens.
De heer Pera. Ik weet eigenlijk niet, M. d V., of wat ik
wensch te zeggen zal moeten worden gerekend tot de algemeene
beschouwingen.
Vooreerst was het mijn voornemen te vragen, of het niet
mogelijk is, wat de heer Kaiser reeds heeft opgemerkt, dat
de wielrijders ook de Paardensteeg mogen passeeren. De be
zwaren die u daar tegen inbrengt, worden door mij gevoeld
en ik durf daar niet veel meer van zeggen. Wel wil ik bekennen
dat ik er gaarne toe zou meewerken om in dezen aan den
wensch der wielrijders te voldoen, als de veiligheid er niet
al te zeer door geschaad werd. Evenwelik laat dat punt
rustenen heb iets anders.
Ik heb bij mij gehad den Voorzitter van de Vereeniging
van brooddepothouders onder het motto «Verbetering is ons
doel", die kwam mede namens eene gelijksoortige Vereeniging
onder het motto »Ons belang", en dat wel met het verzoek
of ik de vraag wilde doen, of niet kon ingetrokken worden
het voorstel wat betreft de Ketelboetersteegzoodat die steeg