10 DONDERDAG 16 FEBRUARI 1899. die inlichtingen? Dat die school van den R.-K. Volksbond niet zal zijn eene teekenschool, maar eene vak- en teekenschool] twee maal is dit duidelijk aangegeven, zoodat geene vergissing mogelijk is. De school van «Mathesis" is ook eene vak- en teekenschooldus eene inrichting van precies dezelfde categorie; alleen zal het peil der R.-K. School wat lager, en gemakkelijker te bereiken zijn voor jongens van minder intellect of voor hen die wat minder hebben geleerd. Het bezwaar, dat er eene concurrentie zal ontstaan tusschen eene door de gemeente gesubsidieerde school en eene andere school eveneens door de gemeente gesubsidieerd, blijft bestaan, een bezwaar, dat nu voor mij natuurlijk dubbel weegt, omdat het scholen zijn van precies dezelfde categorie. Wanneer het waar is dat voor «Mathesis" 50% der jongens worden afgewezendan is voor die jongens de herhalings school aangewezen het onderwijs blijft dan in dezelfde lijn en in dezelfde hand. Die herhalingsschool zou een weinig gewijzigd kunnen worden, wat met weinig kosten kan geschieden, en de 50% die geholpen moeten worden, zouden dan op die herhalingsschool kunnen vindenwat de R.-K. Volksbond voor hen gereed wil maken. Ik zie dus geen enkele reden waarom wij eene nieuwe school van dezelfde categorie als «Mathesis" zouden moeten subsidieeren; ik acht dit zelfs hoogst gevaarlijk en zal mijne stem dus niet aan het voorstel van Burg. en Weth. geven. De heer Drucker. Met een enkel woord wensch ik mijne stem, die ik vóór dit voorstel zal uitbrengen, te motiveeren. Mijne stem aan de voordracht gevende, zal ik dit evenwel doen zonder eenig enthusiasme «Ik ben volstrekt niet blind voor de bezwaren, door de heeren Fockema Andrea?, Den Houter en anderen tegen dit voorstel ingebracht; het komt ook mij voor, dat het altijd eenigszins gevaarlijk is, waar eenmaal eene deugdelijke inrichting bestaat, daarnaast eene andere te stellen, die eene minder deugdelijke opleiding zal verschaffen, doch waarmede men schijnbaar hetzelfde doel zal bereiken, nl een goed ambachtsman te worden. Wat zal de toestand kunnen worden? Dat velen, die niet zoo goed nadenken, zullen zeggen helzelfde doel dat «Mathesis" beoogt, kan nu op veel gemak kelijker wijze worden bereikt. Met den heer Den Houter en anderen meen ik dus, dat er aan de school van den Volks bond veel gevaren zijn verbonden. Daartegenover staat echter de uiteenzetting van Burg. en Wethdat deze school bestemd is om jongens, die anders in het geheel geen onderwijs meer krijgen, althans nog eenig teekenonderwijs te doen genieten. En dit laatste weegt bij mij zóó zwaar, dat ik, althans voor dit jaar, een subsidie zou willen toestaan. Ik druk er echter speciaal op, dat het moet zijn een subsidie tot wederopzeggens toe. Er kunnen zich toch allerlei omstan digheden voordoen, die later intrekking van het subsidie wen- schelijk zouden maken. Ik zal er slechts twee noemen. In de eerste plaats zou het kunnen blijken, dat, ondanks de beste bedoelingen van de oprichters, de school toch aan «Mathesis" eene bepaalde concurrentie ging aandoen en aan die instelling afbreuk deed. In de tweede plaats zou men kunnen krijgen een stelsel van leerplicht met herhalingsonderwijs op meer uitgebreide schaal. Alle bezwaren, die thans tegen «Mathesisworden geopperd, hangen hiermede zamen, dat helaas! van het lager onderwijs niet dat gebruik wordt gemaakt, dat er van zou kunnen worden gemaakt. Ik geloof dat percentsgewijze het getal jongens die de lagere school geheel ailoopen, in de verste verte niet het getal 90 bereikt, zooals hier is gezegd. Ik geloof dat dit percentage veel kleiner is. Wordt het echter eenmaal regel, dat de leerlingen de lagere school geheel doorloopen, en wordt de inrichting der herhalingsschool ruimer, dan behoeft er voor die enkele onwilligen of achterlijken, die nog overblijven, niet eene afzonderlijke gelegenheid te worden geopend; dus wordt «Mathesis" meer dan nu geschikt voor iedereen. Onder die omstandigheden zou dus intrekking van het subsidie geraden kunnen zijn. Ik leg er derhalve allen nadruk op, dat het subsidie wordt verleend tot wederopzeggens; en ook, dat de controle, door het Dag. Best. uit te oefenen, niet eenvoudig wordt een woord. Men kan controle opvatten op verschillende wijzenmaar waar aan de school van den Volksbond werkelijk de mogelijkheid van gevaar is verbonden, daar hoop ik, dat Burg. en Weth. die controle ernstig zullen opvatten. Op die gronden en met bovengenoemd voorbehoud, zal ik stemmen vóór de voordracht. De Voorzitter. Ik ben het geheel eens met den heer Drucker, dat er redenen kunnen zijn waarom een volgend jaar verleenen van subsidie niet wenschelijk zoude zijn, wanneer bijv. deze school de oorzaak was, dat kinderen in staat om «Mathesis" te bezoeken, daar vandaan bleven. Ik zou dan stellig een van de eersten zijn om voor testellende subsidie niet langer te verleenen. Zoo ben ik het ook met den heer Drucker eens en dit strekke tevens ten antwoord aan den heer Kaiser dat thans nog geen beroep kan worden gedaan op het herhalingsonderwijs, omdat wij wetendat dit groote wijzigingen zal moeten onder gaan wanneer' het werkelijk nuttig zal werken. Op dit oogen- blik is dat niet te verkrijgen; en zoolang het volmaakte niet is te bereikengeloof ik dat. we dit niet moeten tegenhouden. Zoolang het een feit is, dat 50% moet worden afgewezen, ook voor een groot deel bestaande uit hen, die geheel de lagere school hebben afgeloopenzoolang zal eene inrichting noodig wezen waar dat geringere onderwijs wordt verstrektopdat de achter lijken ook althans een klein beetje worden geoefend. De heer Van Dissel. Ik zie van het woord af, M. d. V., ik geloof niet dat het noodig is. De heer Kerstens. Ik werrsch mij vooreerst aan te sluiten, M. d. V., bij de hulde door den heer Pera aan het Dag. Bestuur gebracht over het antwoord, dat wij van het Dag. Bestuur hebben mogen ontvangen. Dan wensch ik met een enkel woord terug te komen op de rede van den heer Fockema Andreae. Deze heeft te kennen gegeven, dat hij zoo'n groot bezwaar heeft tegen 'het stellen van een antecedent. Ik geloof, M. d. V dat de geachte spreker in dit geval daartegen niet zoo'n groot bezwaar behoeft te hebben. Er zijn toch reeds zooveel precedenten van denzelfden aard, waarbij subsidies zijn gegeven door dezen Gemeenteraad aan verschillende particuliere instellingen, dat ik geloof, dat dit bezwaar wel kan wegvallen. Mag iK even herinneren, dat subsidies worden verleend aan het genootschap «Ars Aemula Naturae" ƒ75.—, aan de Maatseh tot Nut van 'tAlgemeen 300.— ten behoeve van de Volks Zangschool, aan de Com missie voor de Volks-Voorlezingen ƒ250.—, aan de Vereen, ter bevordering van het geregeld schoolbezoek 250.aan de Practische Ambachtsschool 4000.aan de Vereen. «Kennis is Macht" ƒ250.aan «Mathesis" ƒ7500.aan de Kweek school voor Bewaarschoolhouderessen ƒ2200.en last not least aan den Schouwburg Het meest heb ik mij verwonderd over de rede van den heer Den llouter. De heeren weten allen, dat de heer Den Houter in de vorige vergadering is begonnen met het loffelijk streven te prijzen van den Roomsch-Katholieken Volksbond en te zeggen, dat dat zijne volle sympathie heeft, en pertinent te verklaren dat hij voor de voordracht zal stemmen. En nu, in deze zitting, heeft hij zijn draai genomen en verklaard, dat hij tegen zou stemmen. Hij heeft daarvoor hoofdzakelijk twee redenen aangegeven, in de eerste plaats vreest de heer Den Houter, dat het Bestuur van den It. K. Volksbond te veel jongens zal opnemen, die alles vergeten zijn, doordat ze te lang hebben rondgeloopen, en dus volgens zijne meening niet heel geschikt meer zijn om dien teekencursus te volgen. Mocht dit het geval al eens zijn, dan zal dit echter zeker eene hooge zeldzaamheid zijn, zoodat hij daarover geen bezwaar behoeft te hebben. Zijn tweede bezwaar is, dat de cursus maar drie jaren zal duren in plaats van vijf jaren. Ik zou meenen, dat het altijd joeter is, waar die jongens den vijfjarigen cursus niet kunnen bereiken, hun toch een driejarigen cursus te geven en te zorgen dat zij, die nu langs de straat loopen, nog wat opnemen. De heer Kaiser vreest concurrentie, maar die concurrentie zal wel van heel geringen aard zijndaarop kan de heer Kaiser wel gerust zijn. De heer Drucker heeft verklaard voor te zullen stemmen, doch ver langt intrekking van het subsidie bij aanneming van de wet op den leerplicht. Ik geloof, dat hij dat voorbehoud niet behoeft te maken, want in de voordracht wordt reeds gezegd, dat het subsidie maar voor één jaar wordt toegestaan, en telkens weer opnieuw zal moeten worden aangevraagd en opnieuw zal moeten worden verleend. Den heer Den Houter. Ik acht mij verplicht om den heer Kerstens met een enkel woord te verklaren, hoe het komt dat ik in deze, zooals hij het noemt, mijri draai heb genomen een term van historische beteekenisdie op dit geval niet van toepassing is. De vorige maal heb ik gezegddat hoewel er bij mij nog bezwaren bestonden bij de zeer povere, toelichting van Burg. en Weth., ik toch vóór de voordracht zoude stemmen, omdat tot nog toe alles wat van de zijde mijner R.-K. landgenooten op touw wordt gezet, in eens ook flink wordt ter hand ge nomen, zoodat mijne aanvankelijke bezwaren wel zouden worden weggenomen bij de nadere toelichting. Tot mijn grooten spijt is evenwel bij die nadere toelichting aan mijne beden kingen niet genoeg tegemoet gekomen. Er blijkt nu, dat er minder op zal worden gelet, wat toch het belang van allen is, dat de werkman zoo goed mogelijk zal worden gereed ge maakt voor zijn vak. En om die reden durf ik mijn stem niet aan dit voorstel geven. Het argument door U, M. d. V., gebezigd, dat zoolang bij «Mathesis" 50% worden afgewezen, deze school op hare plaats iszou ik kunnen wederleggen door er op te wijzen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1899 | | pagina 6