GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 9 IET GEKOMEN STIKKEX. N°. 21. Leiden, den 6 Februari 1899. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat zij geene bedenkingen beeft tegen bet voorstel van Burgemeester en Wethouders van 27 Januari j.l. (Ing. Stukken n°. 9) tot het overnemen in eigendom en onder houd van de straten, ontworpen in het door M. H. Fontein en M. De Tombe ingediend stratenplan voor het perceel Sectie K n°. 721, gemeente Leiden, tegen betaling door adressanten van een som van 1600als tegemoetkoming in de kosten van bestrating en rioleering, waarvoor de gemeente in hunne plaats zal zorg dragen. Zij geeft U derhalve in overweging overeenkomstig het voor stel van Burgemeester en Wethouders te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën. N°. 22. Leiden, 7 Februari 1899. In verband met het bepaalde bij art. 3 van het Raadsbesluit van den 15en December 1892 (Gem.BI. van 1893, n°. 1) hebben wij de eer Uwe Vergadering voor te stellen het schoolgeld voor W. De Boer en A. Veerman, leerlingen van de Kweek school voor Onderwijzers, woonachtig resp. te 'sGravenhage en te Bodegravenvast te stellen op ƒ2.per vak per kwar taal, aangezien het inkomen van hun ouders ligt tusschen ƒ1000en ƒ2000.en dat voor C. A. H. Taminiau, woon achtig te Gouda, op ƒ4.— per kwartaal, aangezien het in komen van zijn vader tusschen ƒ600.en/1000.bedraagt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 23. Leiden, 11 Februari 1899. Onder overlegging van nevensgaand adres van den Kerke- raad der Ned. Herv. Gemeente alhier, hebben wij de eer U het volgende ter toelichting mede te deelen. In den loop der maand Augustus van het vorige jaar werd door den Inspecteur der Bouwpolitie onze aandacht, gevestigd op den bouwvalligen toestand, waarin de aan de gemeente toebehoorende Bethlehemskerkop den hoek van de Lammer markt en de Prinsensteeg gelegen, zou verkeeren. De voor- en zijgevel van het gebouw zouden gescheurd zijn en naar buiten uitwijken, terwijl ook de binten aan de uiteinden in een toestand van verrotting zouden verkeeren. Een nader onderzoek, onmiddellijk op onzen last door den Directeur der Gemeente-Werken ingesteld, bevestigde de juistheid dezer mededeeling. Het gevolg hiervan was dat de Burgemeester krachtens het bepaalde bij art. 2 der Verord. van 28 April 1898 aan de Commissie van de Bethlehemskerk, te wier behoeve de Kerkeraad het gebouw van de gemeente gehuurd had, onmiddellijk in het belang der veiligheid van de bezoe kers het verder gebruik daarvan meende te moeten ontzeggen Vervolgens werd een onderzoek door ons ingesteld naar den omvang der restauratie, welke de kerk zou behoeven en de uitgaven, welke daarvoor zouden vereischt zijn. Plet bleek toendat een volledig herstel aan de gemeente niet minder dan (1200.zou kosten. Daar deze uitgave ons, met het oog op den uiterst geringen huurprijs, welken de gemeente van dat gebouw trekt, n 1. ƒ25.'s jaarsniet wel gerechtvaardigd toescheen, droegen wij den Directeur der Gemeentewerken op alsnog een tweede onderzoek in te stellen naar den om vang en de kosten alleen van die werken, welke volstrekt noodig waren, om het gebouw voor den verderen loop van den huurtijd, welke met 1° Juni 1903 eindigt, behoorlijk te verzekerenopdat de gemeente zich tegenover de huurster van hare verplichtingen als eigerraar zou kunnen kwijten. De uitslag van dit onderzoek was, dat een partieele, maar voor de eerste jaren voldoende restauratie, voor ƒ500.zou kunnen worden uitgevoerd. Inmiddels, alvorens nog een bepaald voorstel van ons college omtrent aard en omvang der uit te voeren herstelwerken, Uwe Vergadering had bereikt, werd nevensgaand adres bij den Gemeenteraad ingediend. Adressante verzoekt daarbij den vollen en vrijen eigendom van de Bethlehemskerk ten behoeve der Ned. Herv. Diaconie te mogen verkrijgen voor de som van ƒ4000.daarbij aan biedende alle noodige herstelwerken voor hare rekening te doen uitvoeren. Inderdaad komt dit aanbod ons alleszins aannemelijk voor. Tegen den verkoop zeiven toch van het gebouw, dat nimmer voor gemeentelijke doeleinden gediend heeft en daaraan ook niet licht dienstbaar gemaakt zou kunnen wordenbestaat o. i.en ook naar het oordeel der Commissie van Fabricage geenerlei bezwaar. En ook de geboden prijs komt ons alleszins voldoende voor, te meer, wanneer men met de aloude bestem ming van het gebouw rekening houdt. Immers dit heeft ten allen tijde voor kerkelijke doeleinden dienst gedaan. Sinds 1883 is het aan de Ned. Herv. Gemeente verhuurd tegen een huurprijs van ƒ25.'sjaars, terwijl deze het gedurende de daaraan voor afgaande 25 jaren kosteloos in gebruik had met het oog op de belangrijke herstelwerken, welke zij destijds voor hare rekening nam. Bovendien vergete men niet welke belangrijke uitgaven het herstel der kerk ook nu weer zal vorderen. Intusschen zouden wij meenen aan den verkoop de voor waarde te moeten verbinden, dat het kerkgebouw ten allen tijde voor kerkelijke doeleinden bestemd zal blijvenen tevens daarbij te moeten bedingendat de Kerkeraadindien hij het gebouw te eeniger tijd mocht willen vervreemden, dit in de eerste plaats aan de gemeente behoort aan te bieden voor den prijs, waarvoor het thans wordt afgestaan. Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering in overweging te besluiten aan de Nederd. Herv. Gemeente alhier te verkoopen het kerkgebouw, bekend onder den naam van «Bethlehemskerk", met daarbij behoorend strookje grond, gelegen aan de Lammermarkt n°. 57, kadastraal bekend onder sectie Bn°. 1077gemeente Leidenvoor de koopsom van 4000. onder voorwaarde dat het gebouw ten allen tijde voor kerkelijke doeleinden bestemd zal blijven, en onder be ding, dat de Kerkeraad, indien hij het gebouw te eeniger tijd mocht willen vervreemdendit in de eerste plaats aan de gemeente behoort aan te bieden voor den prijs, waarvoor het thans wordt afgestaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Namens de Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente alhier, de Commissie daartoe benoemd: Ds. S. H. J. De Wolff, Ds. J. J. Van der Lip en P. J. Mulder geven met verschul digde achting te kennen: dat zij de Bethlehemskerk wenschen te koopen voor de som van vier duizend guldenten behoeve der Ned. Herv. Diaconie alhier; dat zij vermeenen daarop eenige aanspraak te mogen maken wegens het veeljarig gebruik daarvan en de groote kosten reeds vroeger daaraan besteed en nu door den bouwvalligen toestand de herstellingskosten voor hunne rekening zullen nemen, volgens laatste aanwijzing der deskundigen. 't Welk doende, S. H. J. De Wolff. J. J. Van der Lip. P. J. Mulder. Leiden, 4 Febr. 1899. N°. 24. Leiden, 10 Februari 1899. Onder overlegging van nevensgaand verzoekschrift doen wij Uwe Vergadering opmerken, dat de verordening op de schoolgelden geene teruggave of vrijstelling van schoolgeld over een gedeelte van een kwartaal toelaat. Daar overigens juist is, dat de zoon van adressante, uit Oost-Indië gekomen, eerst sedert 20 Januari de lessen aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens volgt, geven wij U in overweging aan adressante' vrijstelling te verleenen van de betaling van schoolgeld voor haar zoon over het eerste kwartaal van den loopenden cursus. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 's Gravenhage, den 6<ien Februari 1899. De ondergeteekende L. J. Hissinkgeboren Snellebrand heeft de eer U kennis te geven, dat haar zoon sedert Maandag 23 Januari de lessen aan de Hoogere Burgerschool in Uwe gemeente volgt. Mitsdien heeft zij de eer U te verzoeken haar vrijstelling van schoolgeld te willen verleenen over het eerste kwartaal en de helft van het tweede kwartaal van den loopenden cursus. Hetwelk doende enz. L. J. HissinkSnellebrand, Obrechtstraat 145, 'sGravenhage. Aan den Gemeenteraad te Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1899 | | pagina 1