GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 3 IStiEKOIIEN STUKKEN. N°. 7. Leiden, 20 Januari 1809. Wij hebben de eer IJ hierbij over te leggen staten van af- en overschrijving op de Gemeentebegrooting voor 1898, strekkende tot verhooging van eenige uitgaafpostenwaarvan de geraamde sommen niet toereikend zijn gebleken tot be strijding van de vereischte uitgaven. De verhooging betreft: Volgn. 64. Jaarwedden der keurderswegersmetersrooi meesters e. d. met104.38 s De uitkeering van 5 der keurloonen bedroeg, in verband met de hoogere opbrengst terzake, 16.05s meer dan geraamd was. Voor vacatiegeld van de leden der herkeuringscommissie moest worden uitgekeerd ƒ145; de raming bedroeg 50. Op de tractementen der keurmeesters is, tengevolge van eene kortstondige vacature, een overschot van ƒ6.67 aanwezig, waar door eene aanvulling van het artikel met ƒ104.385 voldoende is Volgn. 76. Kosten van verteringen ten behoeve van het huis houdelijk bestuurbureau van stemopneming en van Com- missiën20. Eene aanvulling met bovenstaand bedrag is voldoende. De uitgaven in 1897 beliepen ƒ814.—; de raming voor 1898 was ƒ700.die voor 1899 is ƒ800. Volgn. 100. Grondlasten en personeele lasten wegens huizen en landerijen64.815 Door de in werking treding der nieuwe verordening op de heffing van opcenten op de personeele belasting en de wijzi ging in de aanslagen dier belasting tengevolge van de nieuwe Wet op het Personeel, kon de raming van dit artikel voor 1898 slechts bij benadering geschieden. De post blijkt met 64.815 te moeten worden verhoogd. Volgn. 1221Kosten der Middelbare Scholen. Jaarwed den ƒ550 64 De bij Raadsbesluit van 8 Sept. 1898 toegekende verhoo ging van bezoldiging der leerares Mej. Michelsen bracht een hoogere uitgaaf op dit artikel mede van ƒ100.—; de voorzie ning in de lessen van genoemde leerares gedurende het haar bij Raadsbesluit van 20 Oct. 1898 toegestaan verlof waar voor een crediet van ƒ700.werd beschikbaar gesteld maakte op dit dienstjaar een uitgaaf van ƒ377.91 noodig voorts was het bedrag van 675.—, op de begrooting uitge trokken voor de tijdelijke leerares in het Duitscb, niet vol doende na de vermeerdering harer lesuren in den cursus 1898/99 (op de begrooting voor 1899 is ter zake ƒ900 uitgetrokken) en bedroeg de meerdere uitgaaf hiervoor 75.—. Aan de hoo gere uitgaven, te zamen ƒ552.91 komt een klein overschot op de bezoldigingen der leeraren aan de H. B. School voor- Jongens ad 2.27 ten goede, zoodat aanvulling van het artikel met ƒ550.64 noodig blijft. Volgn. 122VI: Kosten der Parallelklassen aan de Hoogere Burgerscholen133.37 De kosten der Parallelklassen zijn bij de vaststelling der begrooting voor 1899 voor den cursus 1898/99 op ƒ1850 vastgesteld, terwijl bij de begrooting voor '1898 slechts reke ning is gehouden met het voor den cursus 1897/98 benoodigde bedrag van ƒ1450.—. Dientengevolge is voor de laatste 4 maan den van het jaar 1898 een aanvulling van dit artikel met iets meer dan van ƒ400.of ƒ133.37 noodig. Volgn. 134. Kosten van de vergelijkende examens, 0.53s De bij Raadsbesluit van 16 Juni 1898 geraamde som voor de kosten van het vergelijkend examen naar de betrekking van hoofd der school 3e klasse n°. 5, zal alsnog met boven staand bedrag moeten worden verhoogd. Volgn. 145. Onderstand, vervoer- en verplegingskosten van arme en doortrekkende personen 585.05 Hoewel slechts bij strikte noodzakelijkheid tot bet geven van onderstand van gemeentewege wordt overgegaan, hebben de uitgaven voor verpleging in inrichtingen ƒ686.15, die voor onderstanden en paspoortgelden ƒ2898.90 bedragen, samen 3585.05, tegen ƒ3634235 in het jaar 1897 De raming be droeg ƒ3000.en is dan ook voor 1899 met het oog op de meerdere behoefte op ƒ3700.gebracht. Volgn. 156. Pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, 913.26" De uitgaven ten gevolge van het toekennen van eenige pensioenen na de Vaststelling der begrooting van 1898 maken eene aanvulling van het artikel noodig, welke door het ver vallen van pensioenen door overlijden tot bovenstaand bedrag van ƒ913265 wordt teruggebracht. Volgn. 161. Kosten voor openbare vermakelijkheden en feesten en voor het uitsteken en onderhouden van vlaggen f 2255.02* Uit den aard der zaak is het niet wel mogelijk een juiste raming te maken van de uitgaven voor een zoo exceptioneel feestals in het afgeloopen jaar bij de aanvaarding der regeering door H.M. Koningin Wilhelmina werd gevierd, wanneer dat feest zelf nog in een betrekkelijk verre toekomst ligt. Immers zoo lang nog geen bepaald schema van feestviering is vastgesteld, is het moeielijk te beoordéelen, wat van gemeentewege zal moeten worden gedaanmaar bovendien doen zichal naar het feest nadert, tot zelfs op den laatsten dag toe, telkens nieuwe behoeften kennen, waarmede onmogelijk vooraf rekening kon worden gehouden Dientengevolge is het voor dat feest geraamde bedrag van ƒ2000.te laag gebleken. Wel is dit nog bij ver schillende raadsbesluiten verhoogd, maar alle die verhoogingen hadden een bepaald aangewezen bestemming, zooals voorden wagen in den allegorischen optocht, het feest van de kinderen der bewaarscholen en gratificatiën aan stedelijke beambten en werklieden. Daarenboven hebben echter de verlichting der voornaamste gemeentegebouwende bijdragen aan buurt- comités voor andere gemeente-eigendommen de oprichting en versiering van tribunes, de bezoldiging van extra-politie diensten de toekenning van belooningen aan de manschappen van het garnizoen wegens door hen verleende assistentie, de aankoop van nieuwe vlaggenhet in lijst zetten van de voor de scholen en liefdadigheidsinrichtingen geschonken portretten van de Koningin, drukwerken, verschillende maatregelenten behoeve der openbare veiligheid, enz. enz. zoo vele uitgaven medegebracht, dat de overschrijding van dezen post met een bedrag van ƒ2255.025 daardoor, naar wij meenen, voldoende verklaard wordt. Onder mededeeling dat voor bovenstaande verhoogingen, gezamenlijk ten bedrage van 4627.08s op den post voor On voorziene Uitgaven ƒ17744.50 beschikbaar is, geven wij U in overweging tot vaststelling van de betrekkelijke staten model B. over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1899 | | pagina 1