GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
121
i\ui:k»ni:\ sTi iiiir.w
N°. 282. Leiden, 13 December 1898.
Onder overlegging van nevensgaand schrijven van Com
missarissen der Stedelijke Gasfabriek, houdende voordracht
voor de benoeming van een Commissaris ter vervulling van
de vacature, ontstaan ten gevolge van de periodieke aftreding
van den heer Dr. A. W. Kroon Jr., hebben wij de eer U
mede te deelen dat ingevolge art. 4 van het Reglement op
het beheer en bestuur der Stedelijke Gasfabriek, aan het voor
gedragen dubbeltal door ons worden toegevoegd de raadsleden
Dr. M. J. De Goeje en P. J. Van Hoeken.
Wij geven Owe Vergadering in overweging alsnu tot eene
benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 10 Dec. 1898.
De ondergeteekendenCommissarissen van de Stedelijke
Gasfabriek, hebben de eer U ingevolge art. 3 der Verordening
van dan 28sten September 1882 (Gemeenteblad n°. 17 van 1882),
houdende Reglement op het beheer en bestuur der Stedelijke
Gasfabriek, gewijzigd 29 December 1887 (Gemeenteblad n°. 2
van 1888) voor de benoeming van een Commissaris, in plaats
van Dr. A. W. Kroon Jr., aftredend lid, voor te dragen het
volgend dubbeltal
Dr. A. W. Kroon Jr. en Dr. P. J. Kaiser.
Commissarissen voornoemd
II. C. Juta, Voorzitter.
P. ZlLI.ESEN.
Aan den Gemeenteraad.
N°. 283- Leiden, 12 December 1898.
Bij de toepassing van de Verordening van den 5en April 1894,
betreffende het bewonen van gebouwenwelke, als schadelijk
voor de openbare gezondheidvoor bewoning ongeschikt zijn,
werd steeds het bezwaar ondervondendat eene algemeene
statistiek betreffende den toestand der woningenspeciaal
van de arbeiderswoningen, in onze gemeente ten eenen male
ontbreekt.
Het gemis van een nauwkeurig overzicht van den alge-
meenen toestand van de woningenwelke voor verbetering
of voor onbewoonbaarverklaring in aanmerking komen, belet
eene behoorlijke en consequente toepassing van bovengenoemde
Verordening.
Alleen een systematisch onderzoek van woningen kan op
den duur leiden tot eene regelmatige en billijke toepassing
van de Verordening.
Zonder een dergelijk onderzoek, zonder op feitelijke ge
gevens berustende kennis van den woningtoestand in deze
gemeente, zonder vergelijking van de verschillende perceelen,
welke onbewoonbaar zijn of op de grens van onbewoonbaar
heid staan zal de Verordening op de onbewoonbaarverklaring,
zooals tot dusver, slechts nu en dan kunnen worden toege
past, zonder de minste zekerheid, dat de slechte woningen,
waarop toevallig de aandacht viel, niet door vele andere in
onbewoonbaarheid worden overtroffen.
Behalve dat dientengevolge niet altijd de schijn van onbil
lijkheid kan worden vermeden, ontbreekt ook bij gemis van
het door ons bedoelde systematisch onderzoek elke maatstaf
voor gelijkwaardige minimale eischen van bewoonbaarheid,
van gemeentewege aan de woningen te stellen.
Dat deze statistiek, behalve voor de toepassing van de on
bewoonbaarverklaring, ook voor de uitvoering van andere
verordeningen en voor het nemen van andere hygiënische
maatregelen van groot nut kan zijnzal wel geen betoog
behoeven.
Al zou het ter wille van de volledigheid der enquête'de
voorkeur verdienen, dat het onderzoek zich uitstrekte tot
alle woningen in deze gemeente, en ter wille van de vol
komen gelijkheid van de te stellen eischen, dat de feitelijke
gegevens omtrent den woningtoestand binnen zeer korten tijd
werden verzameld(zooals dit o. a. in 1889 te Basel plaats
vond), meenen wij dat het voor onze gemeente voldoende is
het onderzoek op minder uitgebreide schaal in te stellen en
ons voornamelijk te bepalen tot de arbeiderswoningen en die
woningen, welke de grens der onbewoonbaarheid naderen.
Wetenschappelijk moge eene uitgebreidere enquête meer
waarde hebben, voor ons doel schijnt het voldoende ons tot
het meer beperkt onderzoek te bepalen.
Bovendien zouden met een volledig onderzoek van alle
woningen al te groote uitgaven gepaard gaanterwijl voor
de verzameling van de feitelijke gegevens binnen zeer enkele
weken ons het noodig aantal geschikte ambtenaren ontbreekt.
Voorloopig wenschen wij ons daarom te bepalen tot het
systematisch onderzoek van de woningengelegen binnen een
paar gedeelten van de gemeente, waar de door ons bedoelde
woningen meer dan in andere gedeelten worden aangetroffen.
Levert dit onderzoek voldoende resultaten op, dan kan het
in andere gedeelten der gemeente, voor zoover daar zulke
woningen worden aangetroffenworden voortgezet.
Het voornemen bestaat om de voor het onderzoek aan te
wijzen blokken in drie deelen te verdeelen en aan 3 gemeente
ambtenaren ieder vergezeld van een bekwaam werkmanop
te dragen de feitelijke gegevens te verzamelen en de vragen
nauwkeurig te beantwoorden, welke op vastgestelde formu
lieren zullen worden opgegeven.
Dit onderzoek kan naar onze schatting binnen ééne maand
zijn afgeloopen, wanneer de ambtenaren zich drie volle dagen
per week voor die taak kunnen beschikbaar stellen.
De feitelijke gegevens moeten later statistisch door een daar
voor aan te wijzen ambtenaar worden bewerkt.
Voor een en ander meenen wij een crediet van ƒ500,te
moeten aanvragen.
Wij stellen Uwe Vergadering alsnu voor ons tot het in
stellen van bovenbedoeld onderzoek te machtigen en ons
daarvoor een crediet van 500.— toe te staan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 284. Leiden14 December '1898.
Wij hebben de eer U hiernevens over te leggen de stukken
betreffende het verzoek van E. D. Abspoel, om ontslag uit
zijne betrekking van derden onderwijzer aan de openbare lagere
school 4e klasse N°. 1onder mededeeling dat er bij ons tegen
de inwilliging van het verzoek geene bedenkingen bestaan.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging adres
sant eervol ontslag uit zijne betrekking te verleenen, en zulks,
ingevolge zijn verzoekmet ingang van 22 December a. s.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 8 December 1898.
Ter voldoening aan het verzoek vervat in Uwe Apostille
v. d. 7den dezer. N° 5811 heb ik de eer U te berichtendat er
bij mij geen bezwaren bestaan tegen de inwilliging van het
verzoek van den heer E. D. Abspoel en dat hem derhalve
met ingang v. d. 22sten December e. k. eervol ontslag kan ge
geven worden.
Het hoofd der Openb. Sch. 4e kl. N°. 1
P. G. Hocks.
Aan den Heer Burgemeester v. d. Gemeente Leiden.
Leiden6 December 1898.
Aan de Edelachtbare Heeren, Burgemeester en Wet
houders der gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren
Tengevolge mijner benoeming tot 2den onderwijzer aan school
n°. 91 te Amsterdamheb ik de eer U beleefd eervol ontslag
te vragen uit de betrekking van 3den onderwijzer aan de
Openbare School 4de klasse n°. 1 alhier. Hoogst aangenaam
zou het mij zijnindien dit ontslag mij verleend zou kunnen
worden met ingang van 22 December e. k,
Indien ik op dien datum te Amsterdam in functie kan
treden, scheelt dit in mijne bevorderingen één jaar. Daarom
hoop ikdat U gunstig op mijn verzoek zult willen beschikken.
Met de meeste hoogachting heb ik de de eer te zijn,
Edelachtbare Heeren
Uw Dienstwillige Dienaar
E. D. Abspoel.
N°. 285. Leiden, 15 December 1898.
Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling over te leggen
eene lijst van aanslagen op het primitief kohier der plaatselijke
directe belasting, waarop gedeeltelijke afschrijving zal behooren
te worden verleend wegens overlijden der belastingschuldigen
of vertrek uit de gemeente.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.