DONDERDAG 10 NOVEMBER 4898. 97 Nu heb ik het verzoek aan het Dag. Best., of dit geen invloed kan uitoefenen opdat het muziekcorps der dienstd. Schutterij zooveel mogelijk de plaats blijve behouden, die het vroeger in den Schouwburg innam, wat ook, volgens hetgeen ik zooeven heb voorgelezen, zal zijn in het belang van de ge meentekas. De Voorzitter. Van hetgeen de heer Pera heeft medege deeld heb ik eerst dezer dagen de zekerheid bekomen. Burg. en Weth. zullen zich met het bestuur van den Schouwburg in contact stellen om over deze zaak te spreken. De verdiensten die aan de schutterij muziek ten deel zouden vallen door het gebruik daarvan in den Schoiiwburg, zijn echter lang niet zoo groot als ik in de door den heer Pera vermelde raadszitting oorspronkelijk heb medegedeeld. Ik was toen ver keerd ingelicht. In eene latere vergadering is het eerst door mij genoemde cijfer verbeterd. De heer De Goeje. M. d. V.! Ik wensch even een woord van dank te richten tot het Dag. Best., dat het den Hoogen Rijndijk volgens mijn verzoek heeft doen schoonmaken. Niemand verder het woord verlangende, wordt de Openbare Vergadering gesloten en veranderd in eene zitting met gesloten deuren. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1898 | | pagina 3