110
N°. 255. Leiden, 2 November 1898.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering bierbij ter voorloopige
vaststelling aan te bieden een door den Schuttersraad inge-
(lienden suppletoiren staat van begrooting ten bedrage van
ƒ2983:5 ter voorziening in de gelden, benoodigd voor de
uitkeering der personeele toelage aan den Commandant der
d. d. Schutterij alhier over het loopende jaar, waartoe door
Uwe Vergadering in hare laatste zitting werd besloten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 256. Leiden, 2 November 1898.
Aangezien adressant den 26en October j 1. de gemeente
metterwoon heeft verlatengeven wij Uwe Vergadering in
overweging aan J. A. Everhard terugbetaling of vrijstelling
te verleenen van schoolgeld voor zijn dochtertje Petionella
over de maanden November en December, ten bedrage van ƒ2.66.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
De ondergeteekende geeft met verschuldigden eerbied te
kennen
dat hij heden de gemeente metterwoon gaat verlaten en
daarom verzoekt ontheffing van het schoolgeld voor zijn doch
ter Petronella over de maanden November en December.
Leiden, 26 Oct. '98. J. A. EvERHARn.
N°. 257. Leiden, 2 November 1898.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te
geven afwijzend op het hiernevensgaand adres van F. P. II.
Van Os te beschikken, aangezien de verordening op de hef
fing der schoolgelden bij tusschentijds verlaten van de school
alleen dan restitutie van betaald schoolgeld toelaat wanneer
dat verlaten het gevolg is van vertrek uit de gemeente, het
geen i. c. niet het geval is.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
EdelAchtbare Heer!
Bij deze heb ik de eer U kennis te geven
Den 15den October heeft mijn zoon Franciscus Pieter Hen
drik vari Os de lagere school verlatenna vooraf aan den
hoofdonderwijzer den heer Van Wijk hiervan kennis te hebben
gegeven om reden er geheel onverwacht een betrekking va
cant kwam. Aangezien ik nu geheel buiten verwachting den
22sten nog een quitantie ontving van den heer Ontvanger om
binnen 8 dagen 4.schoolgeld voor het 2e kwartaal te
voldoen, zoo verzoek ik U beleefd voor het te veel betaalde
restitutie te mogen ontvangen.
Hopende UEd. hieromtrent gunstig moogt beschikken zoo
toeken ik mij met de meeste hoogachting
Uw onderdanige dienaar,
F. P. H. Van Os,
Pieterhuibertshof 7, Controle beambte H.S.M.
Leiden.
N°. 258. Leiden, 4 November 1898.
Voor de benoeming van een Bden onderwijzer aan de open
bare lagere school der 3e klasse n°. 5, in verband met de uit
breiding van het onderwijs aan deze school tot de 10e klasse,
hebben wij de eer U hierbij in overleg met den Arrondisse-
rnents schoolopziener en na ingewonnen advies van het hoofd
der school, de volgende voordracht aan te bieden:
1°. J. J. LECKER, onderwijzer aan eene openb. lagere school
te Alfen;
2°. Mej. H. BLANKENBERG, vroeger tijdelijk onderwijzeres
aan de openb. lagere school der 3e klasse n°. 3;
3°. Mej. B. P1LLARD, kweekelinge aan de openb. lagere school
der 4e klasse n°. 2.
Onder mededeeling dat de ter zake gewisselde stukken in
de Leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij u alsnu tot eene
benoeming te willen overgaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 259.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoekschrift van R.Froger
geven wij Uwe Vergadering in overweging adressant terug
betaling te verleenen van het voor zijne kinderen betaald
schoolgeld aan de Jongensschool 1e klasse over de maanden
November en December, aangezien hij den 31sten October
deze gemeente met der woon heeft verlaten, en zijne kinderen
sedert de school niet meer hebben bezocht.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
's Gravenhage, den isten November 1898.
De ondergeteekende R. Froger geeft met verschuldigden
eerbied te kennen:
dat hij, bij Koninklijk Besluit van 26 September 1898,
N°. 49, is overgeplaatst bij het Regiment Grenadiers en Jagers;
dat hij dientengevolge op den 31 sten October daaraanvol
gende, met zijn gezin, de gemeente Leiden heeft verlaten en
zich op dien datum te 's Gravenhage, Riouwstraat N°. 61, met
terwoon heeft gevestigddat hij daardoor te Leiden voor twee
maanden (November en December) van het loopende dienstjaar
Plaatselijke directe belasting en voor dezelfde maanden, voor
het bezoeken der jongensschool Ie klasse door twee zoons,
schoolgeld heeft betaald, zonder gedurende dien tijd meer in
die gemeente gevestigd te zijn.
Redenen, waarom adressant beleefdelijk verzoekt voor bedoeld
tijdvak restitutie te erlangen van het gedeelte van zijn vol-
danen aanslag (ƒ81.30) in de Plaatselijke directe belasting te
Leiden, dienstjaar 1898, zijnde ƒ13,55
en van het j gedeelte van het betaalde schoolgeld (ƒ22.50)
over het tweede kwartaal, ingegaan 1 October jl., zijnde 15.
't Welk doende,
Froger.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
N°. 260. Leiden, den 4 November 1898.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen, dat er bij haar geene bedenkingen bestaan
tegen de voordracht van Burg. en Weth. van den lsten dezer
(Ing. Stukken n°. 253) tot regeling van de Uitgaven voor het
Krankzinnigengesticht «Endegeest" en stelt U derhalve voor
de overgelegde staten Model C tot vei hooging van dé begrooting,
dienst 1898, in ontvangst en uitgaaf met ƒ7160 07 en met
1972.37' vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën.
N°. 261. Leiden, 5 November 1898.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen
dat zij geene bedenkingen heeft tegen den ingedienden sup
pletoiren staat van begrooting van de dd. Schutterij, over 1898,
en adviseert U derhalve tot voorloopige vaststelling van dien
staat over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën.
N°. 262. Leiden, 5 November 1898.
Tegen den door-het College van Vrouwen kraammoeders
ingedienden staat van af- en overschrijving op de begrooting
van 1897, heeft de Commissie van Financiën geene bedenkingen.
Zij £telt U derhalve voor tot goedkeuring van dien staat te
besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën.
N°. 263. Leiden, 5 November 1898.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten,
dat zij tegen de in hare handen gestelde rekening van het
College van Vrouwen kraammoeders over 1897, geene bezwaren
heeft en stelt U voor die rekening goed te keuren in ont
vangst ad f 2192.33=
in uitgaaf ad2126.13=
sluitende met een batig saldo van06.20
Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.
Leiden, 4 November 1898.
i 1