DONDERDAG 20 OCTOER 1898.
87
geopperdwanneer het zoo ver is, is dat misschien eene heel
goede oplossing van de zaak.
De heer Eerstens. Zou aan het bezwaar dier bewoners niet
op eene andere manier zijn tegemoet te komen? Op dit
oogenblik liggen alleen verbindingspaden aan de hoeken van
de straten. Wanneer nu b. v. nog enkele tusschenpaden wer
den aangelegd, zoodat de bewoners niet telkens naar den
hoek van de straat behoefden te loopen om op den singel
te komen, zou dit zooveel niet kosten Natuurlijk zou dit
alleen een tijdelijke maatregel zijn.
De Voorzitter. Wij kunnen zeker wel in overweging netnen
of wij daarvoor het gelddoor de eigenaars te stortenkunnen
gebruiken, Maar nog eens moet ik er opmerkzaam op maken,
dat men dat bezwaar voor die bewoners toch niet overdrijve,
om n.l. een eindje langs de huizen te loopen.
De heer Eerstens. Jawel, M. d. V. maar het trottoir langs
de huizen is wat smal. Als dit flink breed was, had u gelijk.
De Voorzitter. Ik gevoel wel wat voor het leggen van meer
traversen, om daarmede de verbindingen met den Singel uit te
breidendat kan niet zooveel kosten. Ik beloof, dat Burg. en
Weth. dat zullen overwegen.
In stemming gebracht, wordt het voorstel-Van Hoeken ver
worpen met 21 tegen 3 stemmen.
Tegen stemmen de heeren: De Goeje, Drucker, Eerstens,
Dekhuyzen, Zaaijer, Zillesen, Eorevaar, L. Driessen, Eroon,
Fockema Andrem, Van Rhijn, Van Kempen, Van Hamel, Juta,
De Vries, llasselbach, Van Lidth de Jeude, Van Dissel, Stad
houder, Eaiser en J. P. J. Driessen.
Voor stemmen de heeren: Pera, P. J. Van Hoeken en A. J.
Van Hoeken.
(De heer Den Houter heeft tijdelijk de vergadering verlaten).
(De heer Siegenbeek van Heukelom is ter vergadering ge
komen).
De heer De Goeje. M. d. V., ik wenschte nog wel een ver
zoek tot Burg. en Weth. te richten. In alinea 3 van de
Mem. van Antw. op dit art. wordt gesproken over de bestra
ting van de Breestraat voor een gedeelte met ander mate
rieel Burg. en Weth. zeggen, dat zij dat vroeger reeds hebben
onderzocht, maar om de groote daaraan verbonden kosten
daaromtrent geen voorstel hebben kunnen doen. Het plan be
helsde toen de Breestraat van de Vrouwensteeg tot de
Eoornbrugsteeg anders te bestraten. Maar voor dat geheele
gedeelte van de Breestraat is het niet noodig, Het geldt be
paald twee gebouwen, n.l. de Gehoorzaal en vooral de meis
jesschool 2e klasse, waar werkelijk het onderwijs in de ver
schillende afdeelingen ieder oogenblik even moet worden
gestaakt, omdat het voor de onderwijzeres en de leerlingen
onmogelijk is elkander te verstaan. Zouden Burg. en Weth
niet willen onderzoeken of alleen eene andere bestrating van
de Vrouwensteeg tot voorbij de Waalsche kerk niet aan het
doel zou kunnen beantwoorden, of dat werkelijk zoo hooge
uitgaven zou veroorzaken?
De Voorzitter. Wij willen dat wel onderzoeken maar het
zal heel veel geld kosten; en het zal leelijk staan, wanneer
we dat gedeeltelijk doen. Van de Ivorenbrugsteeg tot de Vrou
wensteeg, dat vormde één geheelmaar alleen voor de school
van mejuffronw Winkler een stuk houten of andere bestrating
te hebben en verder niet, dat zal leelijk staan en toch heel
veel geld kosten. Ik zit den geheelen dag op het stadhuis en
ook aan de straat, maar ik heb er geen last van. Alleen wan
neer men mij telefoneert, kan het wel eens moeilijk wezen;
overigens werk ik hier den geheelen dag en heb er geen last
vanofschoon ik toegeef, dat men er in de school van mejuffrouw
Winkler wel last van heeft.
De heer P. J. Van Hoeken. Het zal niet noodig zijn dat ik
over deze zaak mijn oordeel zeg. Toch wil ik het doen, omdat
ik zooeven nog de ervaring heb opgedaandat men opziet tegen
eene uitgave van /"37U0.ter wille van ingezetenen, die door
de modder moeten waden. Nu zal men er in deze zitting toch
zeker niet toe overgaan om den post voor keibestrating te ver-
hoogen met een, ik weet niet hoe hoog bedrag, dat alleen zal
moeten dienen om het geraas te dempen, dat voor enkele ooren
hinderlijk is.
De heer Pera. M. d. V. Mag ik even vragen of de Hooge
Rijndijk moet worden gereinigd en onderhouden door de ge
meente Leiden of door den Staat Deze dijk is dikwijls zeer vuil.
De Voorzitter. Hoewel dit punt niet bij dezen post behoort,
wil ik toch wel mededeelendat de Rijndijk is Rijksweg.
De heer Pera. Aan wien behoort het voetpad, dat langs de
huizen loopt?
De Voorzitter. Dat pad behoort aan de stad en moet dan
ook door haar onderhouden worden.
De heer de Goeje. Zou het niet mogelijk zijn dat van wege
het gemeentebestuur een verzoek tot verbetering werd gedaan,
want het eerste gedeelte van den Rijndijk is zeer vuilvooral
wanneer het geregend heeft?
De Voorzitter, Die weg wordt zoo vuilomdat onze reini
ging daarheen gaat en de wagens van Van Ulden zijn nu
juist niet geschikt om dien weg schoon te houden, indien
die wagens een anderen weg kunnen rijden, zal de Rijndijk
wellicht minder vuil zijn, maar een buitenweg is gewoonlijk
modderig, wanneer het regent.
De heer Pera. De Rijndijk is wel een rijksweg, maar hij
ligt binnen het gebied der gemeente Leiden. Zou er geen
overeenkomst te treffen zijn, opdat er wat meer aan dien
weg gedaan werd Zooals de heer De Goeje terecht heeft op
gemerkt, is de toestand menigkeer ellendig, vooral bij 't begin.
De Voorzitter. Ik zal het eens onderzoeken.
Volgn. 87 wordt goedgekeurd zonder hoofdelijke stemming.
Beraadslaging over Volgn. 88, luidende: Onderhoud van
wegen en voetpaden" f 5293.
De heer A. J. Van Hoeken J.Jzn. Met genoegen heb ik gezien
dat Burg. en Weth. er vóór zijn om de singelkanten op te
knappen en met graszaad te bezaaien. Nu wenschte ik te
vragen of er ook gerekend is op het afzetten der graskanten
De Voorzitter. Daarop is gerekend.
Volgn. 88 wordt goedgekeurd zonder hoofdelijke stemming.
De Volgnrs 8995 worden achtereenvolgens zonder discussie
en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging over Volgn 96, luidende: Kosten voor het
verstrekken van en aanleg voor duinwater" f 5088.
De heer Drucker. Met genoegen heb ik gezien in hel. ant
woord van B. en W.dat bij dit College het voornemen bestaat,
geleidelijk de privaten in de scholen van duinwater te voor
zien. Ik zou de hoop willen uitspreken, dat dat «geleidelijk"
niet al te geleidelijk, maar met eenigen spoed zal gaan,
want ik geloof dat de hygiënische toestand in verscheidene
scholen te wenschen overlaat.
De Voorzitter, B. en W. zijn bereid spoed achter de zaak
te zetten, maar, hoewel ook zij natuurlijk zeer voor het zin
delijk houden der scholen zijn, mag men de eischen toch niet
overdrijven, liet zou veel te veel geld kosten, wanneer op alle
lagere scholen trekkers en closets moesten aangebracht worden.
Ik zal echter de zaak in mijne gedachte houden.
Volgn. 96 wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
De volgnrs. 97— 112 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De Voorzitter. Volgn. 113 «Kosten der Schutterij f 9600.
moet worden verhoogd met /674.— (waarvan f 600 bestemd
is voor eene toelage aan den commandant der schutterij),
en wordt derhalve gebracht op ƒ:10274.— wanneer die ver
hooging door den Raad wordt aangenomen.
Bij dit volgn. komt tevens in behandeling de begrooting der
Schutterij.
Wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De Voorzitter. De Raad zal nu zeker ook wel bereid zijn
om de toelage aan den commandant reeds toe te kennen van
1 Juli tot 31 December? Daarom zal eene verhooging van de
loopende begrooting der schutterij worden voorgedragen.
In dien zin wordt besloten.
Volgn. 113 en de begrooting der Schutterij worden achter
eenvolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Volgnrsll4120 worden achtereenvolgens zonder discussie
en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
(De heer Den Houter keert in de vergadering terug).
Beraadslaging over Volgn. 120a, luidende: y>I<osten, verhonden
aan het instellen van een onderzoek omtrent de wenschelijk-
heid van de invoering van een algemeenen keuringsdienst van
levensmiddelenƒ2150.
De heer Pera. Een enkele opmerking, M. d. V., wil ik hier
over toch nog maken. In de sectie-vergadering heb ik er sterk
op aangedrongen of menafgezien van eene keuring op alle
andere levensmiddelener niet toe kon komen een onderzoek
in te stellen naar het brood. Juist een paar dagen later vond
ik op dat punt weer iets vermeld in het «Maandblad tegen
vervalschingen", waarin mededeeling wordt gedaan van eene
fabriek in Amerika, die alle moeite aanwendt om hier eerie
zekere stof in te voeren en bij meelfabrikanten aan den man
te brengen die het meel heel mooi maakt. Die stof draagt den
naam «mineraline", waarvan bij onderzoek is gebleken, dat het
wordt gebruikt voor porcelein-glazuur. Dat is eene industrie,