101
N°. 236. Leiden, 30 September '1898.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoekschrift van de
Wed. S. Varossieau hebben wij de eer u mede te deelen,
dat het schoolgeld voor de Hoogere Burgerschool voor een
geheel jaar verschuldigd is en kwartaalsgewijze betaald
wordt, zoodat er geen sprake kan zijn van het verleenen
van restitutie van schoolgeld voor die inrichting, daar het
zoontje van adressante in den loop van het laatste kwartaal
de Hoogere Burgerschool heeft verlaten.
Evenmin kan adressante eenige aanspraak doen gelden op
vrijstelling van de betaling van schoolgeld voor de lagere
school '2e klasse*, waar haar zoon gedurende de maanden
Juli en Augustus onderwijs heeft genoten. Aangezien het
echter o. i. niet wel aangaat aan adressante het schoolgeld
aan beide inrichtingen over denzelfden tijd in rekening te
brengen, geven wij Uwe Vergadering in overweging haar
billijkheidshalve vrijstelling te verleenen van het over de
maanden Juli en Augustus betaalde schoolgeld voor de lagere
school 2e klasse, ten bedrage van f 3.—.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 7 September 1898.
Aan den Raad der Gemeente Leiden
EdelAchtb. Heeren!
Ondergeteekende, weduwe S. Varossieau, wonende Doeza-
straat n°. 29a alhier, geeft met gepasten eerbied te kennen,
haar zoon Louis einde Juni de Hoogere Burgerschool heelt
verlaten en is met den aanvang van den nieuwen cursus
overgegaan op de lagere school 2e klasse, hoofd de heer J.
I). van Wijk.
Redenen waarom adressante U beleefd verzoekt restitutie
te mogen ontvangen van het te veel betaalde over de maanden
Juli en Augustus en waardoor een dubbele heffing op de
schoolgelden vermeden wordt.
Met verschuldigde gevoelens van hoogachting
UEd. dw. dienaresse
Wed. S. Varossieau.
N°. 227. Leiden, 30 September 1898.
Vóór en tijdens de Inhuldigingsfeesten hier ter stede op
22 en 23 September j.l. werden van onderscheidene beambten
en werklieden in dienst der gemeente bijzondere krachts
inspanning en buitengewone werkzaamheden gevorderd. Wij
doelen hierbij inzonderheid op de zware taak, den politiedie
naren en den beambten en werklieden der fabricage in die
dagen opgelegd. Maar ook door de havenrechercheurs en
brugwachters en een deel van het personeel der brandweer
werden buitengewone diensten verricht.
Het komt ons daarom billijk en wenschelijk voor aan die
beambten en werklieden, die zich zonder uitzondering op uit
stekende wijze van hun plicht hebben gekweten, een bijzon
dere belooning toe te kennen. Bij onderzoek bleek ons, dat
daarvoor een som van 075.— zou benoodigd zijn, waarvoor dan
aan 4 Inspecteurs van Politie, 4 controleurs, 76 agenten, 5
opzichters van gemeentewerken, 85 werklieden, 2 havenrecher
cheurs, 24 brugwachters en 15 brandwachten, aan ieder naar
gelang der door hem bewezen diensten, eene extra-belooning
kan worden uitgekeerd.
Wij geven Uwe Vergadering daarom in overweging tot
het voorschreven doel een bedrag van 675.ter onzer be
schikking te stellen, welke gelden kunnen worden gevonden
uit den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarop thans nog
20308 50 beschikbaar zijn.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.