DONDERDAG 15 SEPTEMBER 1898. 71 Zitting van Donderdag 15 September 1898. Geopend des namiddags te twee uren. Voorzitter: de Heer Mr. F. WAS, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: "1°. Benoeming van een tijdelijken Ieeraar in de oude talen aan het Gymnasium. (211) 2°. Rapport der raadscommissie in zake eene eventueele onbe woonbaarverklaring van een perceel in de Tuinmanspoort. (206) 3°. Verzoek van D. Boer, om teruggave van schoolgeld, lager onderwijs. (207) 4°. Voorstel omtrent splitsing van klassen aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (210) 5°. Idem omtrent de vernieuwing van twee stootpalen in de Oude Vest. (212) 0°. Idem omtrent de uitbreiding van het Krankzinnigengesticht Endegeest. (209) Tegenwoordig zijn 22 leden, als de heerenHasselbach, Van Lidth de Jeude, Dekhuyzen, P. L. C. Driessen, Siegenbeek van HeukelomKaiser, De Goeje, J. P. J. Driessen, Stadhouder, Van Rhijn, A. J. Van Hoeken, Van Dissel, De Vries, P. J. Van Hoeken, Verster van Wulverhorst, Fockema Andreae, Drucker, Korevaar, Den Houter, Zillesen, Juta en Van Hamel, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig zijn de heeren: Kroon, Van Kempen, Pera, Kerstens en Zaaijer. De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 8 September worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Missive van den Directeur van het Kabinet der Koningin, houdende dankbetuiging voor de bij schrijven van 31 Augustus jl. aan Hare Majesteit de Koningin betoonde gevoelens van trouw en gehechtheid ter gelegenheid van de aanvaarding van Hr. Ms. Regeering. 's Gravenhage, 8 September 1898. Ingevolge de bevelen van Hare Majesteit de Koningin heb ik de eer U de betuiging van Harer Majesteits erkentelijkheid over te brengen voor de bij Uw schrijven van den 31 Augustus 1898 aan Hoogst Dezelve betoonde gevoelens van trouw en gehechtheid, ter gelegenheid van de aanvaarding van Harer Majesteits Regeering. De Directeur van het Kabinet der Koningin, Bij afwezen, De Secretaris Aan den Raad der gemeente Leiden. P. J. Vegelin. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2°. Missive van den heer P. L. C. Driessen, houdende mede- deeling dat hij de benoeming tot lid der Commissie van Finan ciën aanneemt. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 3°. Missive van de Directie der Leidsche Duinwatermaat schappij, houdende mededeeling dat ook gratis duinwater zal worden verstrekt op het Schuttersveld bij gelegenheid van de Feesten op 22 en 23 September a. s.alwaar gebruik zal worden gemaakt van de leiding, toebehoorende aan de 3 Oc tober-vereeniging, terwijl het drinkwater ook gratis verkrijg baar zal worden gesteld aan alle politie- en brugwachters huisjes. De Voorzitter. Ik meen dat op deze wijze behoorlijk in de behoefte aan drinkwater wordt voorzien, terwijl ook zal worden opgevolgd de wenkdoor den heer Drucker gegeven Op verschillende punten van de stad nl., zal met een hand worden verwezen naar de naastbij zijnde gelegenheid om drink water te verkrijgen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hun nen aanslag in de Plaats, directe belasting, dienst 1898. 2°. Verzoek van A. B. Van Grasstek, om terugbetaling van schoolgeld, Hooger Onderwijs, over het laatste kwartaal van den cursus 1897/98. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 30. Begrootingen, dienst 1899, van de Stedelijke Werkin richting, de Plaatselijke Schoolcommissie en de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Worden gesteld in handen van de Comm. van Financiën. 4°. Verzoek van het Bestuur der Gymnastiek- en Scherm- vereeniging Perseus" om het gebruik van een der Gemeente lijke Gymnastieklokalen. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter. Zooals de heeren hebben gezien, is in de Ingekomen stukken opgenomen eene voordracht tot benoeming van een Ieeraar in de Natuurlijke Historie aan het Gymnasium, en de Hoogere Burgerschool voor Jongens. De benoeming kon niet op de agenda voor deze Vergadering worden geplaatst, omdat dit in strijd zoude zijn met ons reglement, wijl de stukken geen 8 dagen ter visie hebben gelegen in de Lees kamer. De Raad kan evenwel van dit voorschrift dispensatie geven en besluiten om dadelijk tot de benoeming over te gaan. Uit den aard der zaak is bij de benoeming eenige haast, want hoe langer men daarmede, wacht, hoe langer het ook duurt eer de benoemde zijne betrekking kan aanvaarden. Wanneer niemand daartegen dus bezwaar heeft, stel ik voor om thans tot de benoeming over te gaan. Daartoe wordt bij acclamatie besloten. De heer De Goeje. M. d. V.! Wanneer wij thans tot de benoeming overgaan, wordt dan daarmede ook tevens beslist, dat aan den benoemde eene persoonlijke toelage van ƒ200. zal worden verleend? De Voorzitter. U hebt gelijk, het is beter eerst over dit punt eene beslissing te nemen. Verlangt iemand het woord over ons voorstel, om aan den te benoemen Ieeraar eene per soonlijke toelage van ƒ200.— te verleenen? De heer Verster van Wulverhorst. M. d. V. Een enkele opmerking zou ik wel willen maken. De oproeping voor de betrekking is geschied op een tractement van ƒ2400.--. Nu heeft zich voor dit tractement slechts één sollicitant aange meld, die, zoo als ik moet veronderstellen, voor de betrekking de noodige geschiktheid bezit. Wanneer wij nu dien persoon ongevraagd eene toelage toekennen van ƒ200.begaan wij dan niet eene zekere onbillijkheid tegenover anderen, die wel licht ook gesolliciteerd zouden hebben, wanneer zij vooruit hadden geweten, dat het tractement zoude worden gebracht op ƒ2600. D j Voorzitter. Ik geloof niet, dat er van onbillijkheid sprake zal kunnen zijn, want zelfs bij een uitgeloofd tractement van ƒ2600.acht ik het niet waarschijnlijk, dat zich iemand anders had aangemeld. Er zijn slechts weinige personen, die zich voor zulk eene betrekking beschikbaar stellen. Hadden wij meer sollicitanten willen hebben, dan hadden wij het trac tement veel hooger moeten stellen. De heer Verster van Wulverhorst. M. d. V. Na die ver klaring kan ik mij wel met het voorstel vereenigen. Het voorstel tot het toekennen van eene persoonlijke toelage ad ƒ200.wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De OORZITTER. Alsnu zal worden overgegaan tot de benoe ming van een Ieeraar in de Natuurlijke Historie aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool voor Jongens. Mag ik de heeren Van Rhijn, Fockema Andrese en Drucker verzoeken met mij het stembureau uit te maken? De uitslag der stemming is, dat met algemeene stemmen wordt benoemd de heer Dr. Z. Th. Diehl. Aan de orde is: I. Benoeming van een tijdelijken Ieeraar in de oude talen aan het Gymnasium. (Zie Ing. St. n°. 211). Met 21 stemmen wordt benoemd de heer Dr. J. J. Vürtheim; 1 briefje was in blanco. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne welwillende medewerking. II. Rapport der raadscommissie in zake eene eventueele onbewoonbaarverklaring van een perceel in de Tuinmanspoort. (Zie Ing. St. n°. 206). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig dit rapport beslist. III. Verzoek van D- Boer, om teruggave van schoolgeld, lager onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 207). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. IV. Voorstel omtrent splitsing van klassen aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (Zie Ing. St. n°. 210). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. V. Voorstel omtrent de vernieuwing van twee stootpalen in de Oude Vest. (Zie Ing. St. n°. 212). W ordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemmen aange nomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1898 | | pagina 1