91
in het Hoogduitsch en in de practische scheikunde, voorden
tijd van één jaar,
De Comm. van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs.
H. A. Lorentz, Voorzitter.
J. W. Muller, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
N°. 211. Leiden, 10 September 1898.
Zooals uit nevensgaand schrijven van Curatoren van het
gymnasium blijkt, is ook weder voor den volgenden cursus
splitsing van de 2e klasse van het gymnasium in twee parallel
klassen, en dientengevolge de tijdelijke aanstelling van een
leeraar in de oude talen op een jaarwedde van f 1300.
noodzakelijk.
Onder overlegging van de door Curatorenna verhoor van
den Inspecteur opgemaakte aanbevelingslijst, geven wij Uwe
Vergadering alsnu in overweging wederom tot de benoeming
van een tijdelijken leeraar in de oude talen aan het gymnasium
op een jaarwedde van 1300.— voor den cursus 1898/99 over
te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
's Gravenhage7 September 1898.
In antwoord op Uw schrijven van 5 September j. 1. n°. 318
heb ik de eer Uw College te berichten, dat er bij mij geen
bezwaar bestaat tegen Uwen wensch om voor de betrekking
van tijdelijk leeraar aan het gymnasium Uwer gemeente voor
het schooljaar 1898/1899 aan den Gemeenteraad ter benoe
ming voor te dragen
lo. Dr. J. J. VÜRTHEIM.
2°. W. F. STUTTERHEIM. doctorandus in de klassieke
letteren.
De Inspecteur der gymnasia
(was getC. J. Eggink.
Aan het College van Curatoren van het
gymnasium te Leiden.
Voor afschrift,
J. C. van der Ltd.
Leiden8 September 1898.
Daar het aantal leerlingen in de 2de klasse van het Gym
nasium bij den aanvang van dezen cursus 28 bedroeg, zijn
wij ingevolge art. 2 van het K. B. van 21 Juni 1887 Stbl.
n° 105 moeten overgaan tot eene splitsing dier klasse in
twee parallelklassen. Ten gevolge dier splitsing zal ook thans
voor den loopenden cursus tijdelijk een leeraar in de oude
talen moeten worden benoemd, en zulks op eene jaarwedde
van f 1300,—
Wij wenschen IJ wederom ter benoeming voor te dragen
Dr. J. J. Vürtheim, alhier, die ook gedurende den afgeloopen
cursus naar ons genoegen als zoodanig werkzaam is geweest.
Ook de Inspecteur der Gymnasia, wiens advies wij hierbij
in afschrift overleggen, kan zich met onzen wensch geheel
vereenigen.
Daar volgens art. 17 van de Wet op het llooger Onderwijs
aan den Gemeenteraad eene aanbevelingslijst van benoembaren
moet worden toegezonden, zouden wij in de tweede plaats
willen noemen den Heer W. F. Stutterheimdoctorandus in
de klassieke letteren te Leiden. Mitsdien hebben wij de eer
U ter benoeming voor te dragen:
1°. Dr. J. J. VCRTHE1M, wonende te Leiden,
2°. W. F. STUTTERHEIM, doctorandus in de klas
sieke letteren, wonende te Leiden.
Curatoren van het Gymnasium:
J. E. Van Iterson J.Az.
Vice- Voorzitter.
J. C. Van der Lip
Secretaris.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
N°. 212. Leiden, 10 September 1898.
Ten gevolge van aanvaring zijn twee stootpalen, een bij de
Marebrug en een in de Oude Vest bij de Scheistraat, ernstig
beschadigd. De betrokken schippers zullen evenwel de door
hen aangebrachte schade vergoeden, lntusschen is bij het door
den Directeur der Gemeentewerken ingesteld onderzoek naar
de hoegrootheid van het bedrag dier schadevergoeding de
wenschelijkheid gebleken om beide palen, die reeds zeer oud
zijn en in zeer slechten toestand verkeeren, door nieuwe te
vervangen. De kosten, aan dat werk verbonden, zullen f 120,
bedragen.
Aangezien nu evenwel de 12 stootpalen, waarvoor op de
begrooting van dit jaar ƒ720.— waren uitgetrokken, reeds
alle geplaatst zijn, zijn voor de uitvoering van dit werk geen
gelden meer beschikbaar.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging ons
voor het omschreven doel tot een uitgave van 120, - te
machtigen eri den nevensgaanden staat van af-en overschrij
ving, ten bedrage van ƒ120.-- wel te willen vaststellen.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog
ƒ21541,— beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.