86 dat onder de feestelijkheden, welke op 21 en 22 September a. s. ter eere van H. M. onze geëerbiedigde Koningin alhier zullen plaats hebben, ook kinderfeesten en volksspelen zijn opgenomen dat deze feesten zullen worden gegeven ten deele op het Schuttersveld, ten deele op het Raamland buiten de voormalige Hoogewoerdspoort dat daartoe noodig zal zijn het overbruggen van verschil lende slooten, zoowel als toegang tot het Schuttersveld, als ter- verbinding van de verschillende kampjes van het Raamland dat voorts voor een behoorlijk welslagen dier feesten de terreinen der verschillende spelen zullen moeten worden omheind en houten stellingen voor het verstrekken van ver- verschingen zullen moeten worden opgericht; dat verder een groote allegorische optocht zal worden ge houden en voor het opstellen der wagens van dien optocht een houten loods zal moeten worden opgeslagen; dat voor een en ander een groote hoeveelheid hout zal be- noodigd zijn; dat nu wel reeds de 3-October Vereeniging bereidwillig al hare materialen kosteloos aan de Feestcommissie in bruikleen heeft afgestaan, maar aldus nog bij lange niet de vereischte hoeveelheid hout is verkregen: dat het aanschaffen van nieuw hout voor bovenvermelde doeleinden de Commissie financiëel te zeer zoude drukken, en zoodanige uitgave bovendien te minder gewettigd zou zijn, aangezien na afloop der feesten van het hout geen gebruik meer zal behoeven te worden gemaakt; dat echter op de Stadstimmerwerf een zekere hoeveelheid nieuw deelhout aanwezig is, dat, indien het aan de Commis sie in bruikleen kon worden afgestaan, door dat gebruik zeker geenerlei waardevermindering zou ondergaan, terwijl de Com missie volgaarne bereid is de eventueel aan dat hout toege brachte schade te vergoeden; Redenen, waarom het Comité Uwen Raad eerbiedig ver zoekt het op de Stadstimmerwerf aanwezige nieuw hout kos teloos aan de Feestcommissie ten gebruike af te staanonder voorwaarde, dat eventueel aan het hout toegebrachte schade door de Commissie zal worden vergoed. 't Welk doende enz. Het Uitvoerend Comité voor de aan staande Inhuldigingsfeesten te Leiden, H. C. Juta, Voorzitter. M. C. de Vries van Heyst, Secretaris. Leiden, 10 Augustus 1898. No. 193. Leiden, 11 Augustus 1898. Onder overlegging van nevensgaand verzoekschrift van de Leidsche Wielrijdersvereeniging All Right" hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat bij ons College tegen de inwilliging van het verzoek geen bezwaar bestaat, zoodat wij U in overweging geven daarop gunstig te be schikken. Wij hebben echter gemeend adressantendie zich eerst tot ons College hadden gewend, naar Uwe Vergadering te moeten verwijzen, aangezien art. 66, 2e lid der Verordening op de Straatpolitie wielrijders verbiedt op den openbaren weg met een grootere snelheid te rijden, dan die van een paard in matigen draf en ons niet de bevoegdheid toekent dispensatie van dit verbod te verleenen. Indien echter door U de ge vraagde vergunning tot het houden van den wegwedstrijd op den Hoogen Rijndijk op Zondag 21 Augustus wordt ver leend zullen door ons de vereischte maatregelen in het belang der openbare veiligheid worden getroffen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan WelEdelAchtbare Heeren van den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, het bestuur der Leidsche wielrijdersvereeniging »A11 Right", dat zij het plan hebben opgevat op Zondag den 21sten Augustus a. s. een wegwedstrijd te houden van Leiden Alfen en terug van 1—4 ure 'snm. dat zij wenschen de deelnemers te doen afrijden aan den eersten mijlpaal aan den Hoogen Rijndijk (18—8) dat zij vermeenen daartoe Uwe vergunning noodig te hebben dat zij de eer hebben UWelEd.Achtbaren eerbiedig te ver zoeken Uwe toestemming daartoe te willen verleenen. 't Welk doende, Namens het Bestuur der L. W.V. All Right", De Secretaris A. Roodenburg. N°. 194. Leiden, 11 Augustus 1898. Uit een door den Directeur der Gemeentewerken ingesteld onderzoek is gebleken, dat de Vlietbrug in het Rapenburg in eenigszins bouwvalligen toestand verkeertzoodat het raad zaam schijnt met het oog op het drukke verkeer, dat bij de Inhuldigingsfeesten ter plaatse kan worden verwacht, haar nog vóór dien tijd te doen herstellen. Wel zal het werk in zijn geheel niet meer vóór dien tijd kunnen worden uitge voerd, maar de hoogst noodige voorzieningen zullen alsnog kunnen worden getroffenen aangezien nu toch op de vol gende begrooting de noodige gelden voor een volledige restau ratie zouden moeten worden uitgetrokkenkomt het ons wenschelijker voor het werk nog dit jaar te doen uitvoeren. De kosten daarvan worden geraamd op ƒ950en zullen uit den post voor Onvoorziene Uitgaven kunnen worden gevonden. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging ons College voor het herstel der Vlietbrug tot een uitgave van f 650.— te machtigen en tot vaststelling van den IJ hierbij overgelegden staat van af- en overschrijving over te gaan. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog 25729 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 195. Leiden, 11 Augustus 1898. Ten gevolge van den aankoop van het landgoed »Endegeest" is het onderhoud van de »Endegeester"-en Poel watering" ten laste dezer gemeente gekomen, waar mede echter bij het ontwerpen der begrooting voor dit jaar verzuimd werd rekening te houden. Aangezien nu in den loop dezer maand bedoelde watering zal worden geschouwd en het noodig zal zijn haar alsdan in be hoorlijken staat op te leveren, zullen aanstonds eenige werken moeten worden uitgevoerd, zooals het ophalen en maaien der kanten, welke eene uitgave zullen vereischen van 163.—. Wij verzoeken Uwe Vergadering ons tot het doen dezer uitgave, welke uit den post voor Onvoorziene Uitgaven zal kunnen worden bestreden, te machtigen en bieden U hiernevens den desbetreffenden staat van af- en overschrijving ter vast stelling aan. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog ƒ24779.beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 196. Leiden, den 13 Augustus 1898. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat zij geene bedenkingen heeft tegen het voorstel van Burg. en Weth. van 11 Aug. j.l. (Ing. Stukken n°. 195) tot beschikbaarstelling van een bedrag van ongeveer 163,voor het in behoorlijken staat brengen van de Ende- geester- en Poelwatering. Zij geeft u derhalve in overweging den overgelegden staat van af- en overschrijving tot genoemd bedrag vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1898 | | pagina 2