52 DONDERDAG 26 MEI 1898. De Voorzitter. Ik zou den heer Pera in overweging willen geven, waar twintig jaren van ondervinding hebben bewezen, dat dit artikel geen moeilijkheden geeft, daarin geen wijziging voor te stellen. De heer A. J. v. Hoeken. Zou niet bepaald kunnen worden, M. d. V., dal alleen die duigen worden geritst waar de fout zit? Dan is er niet zooveel schade. De heer Pera. M. d. V., na het gehoorde trek ik mijn voor stel in. De Voorzitter. Wenscht de heer Van Hoeken nog een amendement voor te stellen? De heer A. J. v. Hoeken. Neen, M. d. V., ik vrees dat het succes even groot zou zijn als bij de andere voorstellen. Art. 25 wordt daarop ongewijzigd zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Beraadslaging over art. 26, luidende: Het is verboden boter ter markt te brengen in vaatwerkdat meer weegt dan: aVoor vaten, die voor de eerste maal gebruikt worden: het 113 vat 41 2 KG. 'lJ6 2>l2 b) Voor vaten, die in het vorige jaar zijn qebruikt: het 1/8 vat 5 KG. '116 2'/, Bij het vaststellen van het netto geivicht der boter, die aan de ivaag wordt gewogen, wordt van hei bruto gewicht der gevulde botervaten het boven aangenomen maximum gewicht der ledige vaten als tarra afgetrokken. Onder vaten, die voor de eerste maal gebruikt worden, worden verstaan alle vaten, die vóór den len September van het jaar, waarin zij voor de eerste maal zijn geijkt, ter markt worden gebracht. Van 1 September worden alle vaten be schouwd, als reeds vroeger te zijn gebruikt. De waagmeester is bevoegd op verzoek van de koopers zich van het juiste gewicht te vergewissendoor de vatendie hem te zwaar voorkomente doen ledigen. De heer Pera. M d. V,, mag ik hierover even eene inlichting vragen In a staat voor het js vat 4'/» KG. en in b 5 KG.; maar voor het vat staat in a 2KG. en in b eveneens. Dus bij het '/s vat wordt eenige speelruimte gegeven, hetgeen niet in toepassing wordt gebracht bij het jIS vat. Is dat eene vergissing? De Voorzitter. Neen, dat schijnt geen vergissing te zijn. De deskundigen zeggen, dat het op het vat zoo weinig verschil maakt, dat het verwaarloosd kan worden. De heer Fockema Andre/E. Ik begrijp de consequentie ook niet, en het is mij dan ook opgevallenmaar de deskundigen verzekeren, dat de kleine vaten niet zwaarder worden, dan het opgegeven gewicht. Art. 26 wordt ongewijzigd zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Artt. 2755 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd, waarna de ver ordening in haar geheel eveneens met algemeene stemmen goedgekeurd wordt. XXIV. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting. (Zie Ing. St. n°. 105). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het advies van B. en W. XXV. Kohier der Plaatselijke directe belasting, dienst 1898, le gedeelte. (Zie Ing. St. n°. 118. Hiertoe gaat de vergadering over in geheime zitting. Voor de openbare zitting niemand meer het woord verlan gende, wordt deze gesloten. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1898 | | pagina 8