GEMEENTERAAD VAN LEDEN.
3
1ST GEKOMEN STUKKEN.
N°. 8. Leiden, 19 Januari 1898.
Wij hebben de eer Uwe vergadering eene door ons ontwor-
en concept-verordening »op openbare vermakelijkheden en
ijeenkomsten en het houden van verlotingen" ter vaststelling
aan te bieden. Zij is bestemd ter vervanging van de artike
len 99 (voor zooverre dit nog geldende was) en 100 van de
Algemeene Politieverordening voor de gemeente Leiden, van
den 6den November 1879.
In het belang van openbare orde en veiligheid en in ver
band met de bij art. 34 der Verordening op het Bouwen en
Sloopen aan Burg. en Weth. reeds toegekende bevoegdheid,
scheen ons eenige uitbreiding van de tot dusverre met be
trekking tot het eerstgenoemde onderwerp bestaande regeling
volstrekt noodzakelijk.
De Commissie voor de Strafverordeningen:
F. Was.
S. J. Fockema Andrew.
Egbert de Vries.
Aan den Gemeenteraad.
Art. 99 oud.
VERORDENING op openbare vermakelijkheden en bijeen
komsten en het houden van verlotingen.
Art. 1.
(Onverminderd het bepaalde bij de Wet van 1 Maart 1815,
n°. 18 (Stbl. n°. 21) is het verboden zonder schriftelijke ver
gunning van den Burgemeester:
afeesten of vermakelijkheden op den openbaren weg of
het openbaar gemeentewater aan te kondigen, te geven of te
doen plaats hebben;
btooneelvoorstellingen of andere vertooningen, muziek-
of zanguitvoeringen, danspartijen of eenige andere vermake
lijkheid, tot welke de toegang voor het publiek om niet of
tegen betaling open staat, aan te kondigen, te geven of te
doen plaats hebben.
Art. 2.
Het is verboden de openbare vermakelijkheden, in art. 1 b
genoemd, tentoonstellingen en bijeenkomsten van welken aard
ook, tot welke de toegang voor het publiek om niet of tegen
betaling openstaat, te geven, te houden of voort te zetten in
gebouwen of gedeelten daarvan, die met het oog op de vei
ligheid door Burgemeester en Wethouders voor dat doel
ongeschikt zijn verklaard.
Art. 3.
Het is verboden eenig gebouw of gedeelte daarvan voor
eene openbare vermakelijkheideene tentoonstelling of eene
voor het publiek om niet of tegen betaling toegankelijke
bijeenkomst te gebruiken of te laten gebruiken:
aindien niet alle door Burgemeester en Wethouders in
het belang der veiligheid noodig geachte deuren, nooddeuren,
trappellen gangen in dadelijk bruikbaren toestand zijn;
b) indien niet de door Burgemeester en Wethouders voor
geschreven brandbluschmiddelen in dadelijk bruikbaren toe
stand aanwezig zijn
c) indien niet, tijdens eene voorstelling of bijeenkomst na
zonsondergang, de door Burgemeester en Wethouders voor
geschreven noodlichten op de daarvoor door hen aangewezen
plaatsen behoorlijk brandende worden gehouden;
d) indien niet op de wanden in de onmiddellijke nabijheid
der sub c genoemde lichten duidelijk leesbaar de weg naar
den naastbij zij nden uitgang is aangewezen.
Art. 4.
Het is verboden, tijdens eene voor het publiek om niet of
tegen betaling toegankelijke voorstelling of uitvoering, in de
gangenop de trappen en in de toegangen tot of doorgangen
binnen de zaal staanplaatsen te laten innemen of stoelen,
krukjes, banken of andere belemmerende toestellen te plaat
sen of te hebben.
Art. 5.
Het is verboden verder toegang tot een openbare plaats te
verleenen, wanneer daarin geen genoegzame ruimte meer
over is om zich naar behooren te kunnen bewegen.
Art. 6.
Het is verboden te rooken op openbare plaatsen, waar en
voor zooverre daar het rooken door Burgemeester en Wet
houders ongeoorloold verklaard is.