127 N°. 298. Leiden, 2 December 1897. Wij hebben (ie eer U hierbij over te leggen eene voordracht tot verhooging van eenige posten der gemeente-begrooting voor 1897, sommige als een gevolg van genomen Raadsbe sluiten in den loop van dit jaar, andere wegens te laag ge bleken raming. De voorgestelde verhooging betreft: Volgn, 60. Jaarwedden van de bouwkundigen en van de opzichters der gebouwen, der wegen en dergelijken. ƒ305.— In verband met de Raadsbesluiten van 1 Juni en 29 Juli 1897 tot regeling der jaarwedden van den bewaarder der stads- werf en van den Directeur der gemeente-werken. Volgn. 01. Jaarwedden van de ambtenaren en bedienden der Gemeente-Secretarie315.— In verband met het Raadsbesluit van 13 Mei 1897 tot aan stelling van twee tijdelijke ambtenaren. Volgn 09. Reis- en verblijfkosten50. In verband met de gedane uitgaven blijkt eene verhoogirig met 50,— van dit artikel noodzakelijk. Volgn. 71. Schrijf- en bureaubehoeften ƒ100. Tengevolge van de uitbreiding der werkzaamheden blijkt de raming voor 1897 te laag te zijn, Volgn. 93. Onderhoud van klokken, horloges, speelwer ken enz25.—. Ten behoeve van eenige kleine herstellingen aan het ca rillon waarvoor op de begrooting niets is uitgetrokken. Volgn. 97. Gemeente-reiniging1420. De kosten van het reinhouden van het aan Leiden toege voegd gedeelte der gemeente Zoeterwoude bedragen voor het jaar 1897 825.der gemeente Oegstgeest 935.en der gemeente Leiderdorp 600.—. Totaal 2420.—, terwijl op de begrooting van 1897 een bedrag van 1000.— voor dit onderdeel van het artikel was uitgetrokken. Volgn. 112. Belooningen en premiën aan de brandspuitlieden en beambten900.—. Tot dekking der kosten van eenige plaats gehad hebbende branden, waarvoor de beschikbare som niet toereikend is. Volgn. 144. Kosten van verpleging van arme krankzin nigen 1600.—. Door toeneming van het aantal krankzinnigen, alsmede ten gevolge van de overbrenging naar Endegeest, is voor- loopig eene verhooging van 1600. - noodig. Volg. '145 Onderstand, vervoer en verplegingskosten, mits gaders die van geneeskundige hulp aan arme en doortrekkende personen 550. Hoewel slechts in de noodzakelijkste gevallen onderstand van gemeentewege wordt verleend, is de raming van dit art. wederom onvoldoende gebleken. Volgn. 152. Rente van de tijdelijke geldleening ter voor ziening in de behoefte aan kasgeldƒ600. In verband met het opgenomen kasgeld is voorloopig eene verhooging met 600.— noodig. Volgn. 161. Kosten voor openbare vermakelijkheden en feesten en voor het uitsteken van vlaggen. ƒ1100. In verband met de Raadsbesluiten van 26 Augustus 1897 voor verlichting van de Korenbeurs bij gelegenheid van den verjaardag van H. M. de Koningin, van 11 November 1897 ter tegemoetkoming aan de 3 Octobervereeniging alsmede voor kosten voor de muziek der dd. Schutterij bij gelegen heid van de volksconcerten in 1897, is voorloopig eene ver hooging van ƒ1100.— noodig. Totaal 6965,Tot dekking van dit bedrag kan worden gebruikgemaakt van de hoogere opbrengst van eenige ont- vangstposten in nevensgemelden staat vermeld en voor het overige uit de onvoorziene uitgaven. Wij stellen IJ voor beide hierbij overgelegde staten model C en B der begrooting voor 1897 vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 299 Leiden, 2 December 1897. Krachtens raadsbesluit van 24 December- 1896 werd het reinhouden van de aan Leiden toegevoegde gedeelten der dr ie omliggende gemeenten tot uit. December 1897 opgedragen aan de drie personen die daarmede sedert de grensverandering, 1 Augustus 1896, belast waren, n. 1. wat het gedeelte van Zoeterwoude betreft aan A. F. Van der Meer voor 825, wat het gedeelte van Leiderdorp betreft aan J. Van den Nouland voor ƒ660, en wat het gedeelte van Oegstgeest betreft aan C. Scb rama voor 935. Sedert is J. Van den Nouland overleden, tengevolge waarvan de reiniging van het gedeelte vari Leiderdorp aan Leiden is overgegaan mede is opgedragen aan A. F. Van der Meer voor noemd onder de bestaande voorwaarden. Wij zonden het niet wenschelijk achten om tot eene open bare aanbesteding van dit werk over te gaan, terwijl door de belanghebbenden op voldoende wijze aan hunne verplichtingen wordt voldaan. Wij zijn daarom met genoemde personen over eene ver lenging van de opdracht in overleg getreden en het is ons gelukt daarvoor meer voordeelige voorwaarden voor de gemeente te bedingen. Van der Meer heeft zich namelijk bereid verklaard het werk te verrichten wat de gedeelten van Zoeterwoude en Lei derdorp betreft voor ƒ1250, waarvoor dit jaar ƒ1485 moest worden betaald en Schramawat het gedeelte van Oegstgeest aangaat voor ƒ800 per jaar, waarvoor thans ƒ935 moet worden betaald, beide voor den tijd van drie jaren, terwijl wat het waterschuimen in de Haarlemmervaart betreft, waarop bij de behandeling van de begrooting voor 1898 de aandacht werd gevestigd, de noodige voorzieningen zijn genomen. Wij achten het in het belang der gemeente wenschelijk op de bovenomschreven wijze in het reinhouden der aan de gemeente toegevoegde gedeelten voor de eerstvolgende drie jaren te voorzien, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven ons college te machtigen het ophalen van asch en vuilnis, het schoonhouden van de bestratingen en verdere werkzaamheden daarop betrekking hebbende in de aan Leiden toegevoegde gedeelten der drie omliggende gemeenten, voor den tijd van drie jaren, ingaande 1 Januari 1898, op te dragen aan A. F. Van der Meer, wat het gedeelte van Zoe terwoude en Leiderdorp betreft voor ƒ1250 per jaar en wat het gedeelte van Oegstgeest betreft aan C. Schrama voor 800 per jaar, en zulks onder de verder door ons college aangaande de wijze van uitvoering vast te stellen bepalingen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 300. Leiden, 1 December 1897. Door den Inspecteur der Directe Belastingen enz. is ons verzocht te willen mededeelen of de gemeente Leiden ge negen is het lokaal staande tegen de Hooglandsche Kerk aan de Nieuwstraat thans laatstelijk krachtens raadsbesluit van 20 April 1893. goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten bij beschikking van 2 Mei 1893, aan het Rijk verhuurd voor den tijd van 5^ jaren, eindigende uit0 April 1898, voor een huurprijs van 50,per jaar, wederom voor gelijk tijdperk onder dezelfde voorwaarden aan het Rijk te verhuren ten einde te worden gebruikt als wachthuis voor de ambtenaren der Invoerrechten en Accijnzen. Wij hebben daarop een onderzoek ingesteld, of de huur kan worden verlengd met het oog op de behoefte aan meer dere i'uimte voor de vee- en vleeschkeuring waarvoor de aan gelegen lokalen zijn bestemd. Het was ons namelijk gebleken dat eene afzonderlijke ruimte noodig is voor het bewaren van vleesch, omdat het eigenlijke keurlokaal daarvoor minder geschikt is, als zijnde daarvoor te klein en omdat er gedurende de diensturen een kolenvuur brandt. Een afzonderlijk lokaal voor het bewaren van vleesch dat om de eene of andere reden langeren tijd aan het keurlokaal moet vertoeven, toch is gewenscht ook in het belang van de slagers. Hieromtrent nu is met den Inspecteur der Vee- en Vleesch keuring en met den Inspecteur der Belastingen in overleg getre den en uit dat overleg is geblekendat aan het thans bestaande bezwaar ten gevolge van het gebrek aan ruimte van localiteit voor de vee- en vleeschkeuring kan worden tegemoet gekomen. De ruimte thans door de Commiezen gebruikt, bestaat uit twee lokalen, een groot kantoorlokaal en een klein vertrek, dat door hen gebruikt wordt voor bergplaats van vleesch in geval van benadering. Laatstbedoeld vertrek zoude nu, wanneer het niet benoodigd is voor de commiezen, tevens gebruikt kunnen worden voor het tijdelijk bewaren van vleesch voor de vee- en vleeschkeuring en wel in minnelijk overleg tus- schen de Directie van de belastingen en den Inspecteur der Vee- en Vleeschkeuring. Ten einde dit doel te bereiken zullen dan evenwel eenige veranderingen aan bedoeld vertrek moeten worden aangebracht en wel de volgende: Het bestaande lichtkozijn te vervangen door een deurkozijn met dubbele sluiting. Het bestaande deurkozijn, de kast en het lichtkozijn te voorzien van sluiting. Aan het plafond een stelling te bevestigen met ijzeren haken voor het ophangen van vleesch. Een klaptafel tegen een der wanden te plaatsen en een zinken ventilatiekoker tot buiten het dakvlak aan te brengen. De kosten van deze veranderingen zijn geraamd op onge veer ƒ94. In het belang van de vleeschkeuring achten wij het noodig dat, ten einde eene behoorlijke localiteit voor het tijdelijk bewaren van vleesch worde verkregen, tot de voorge stelde veranderingen aan bedoelde localiteit worde overgegaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 3