124 het zegelrecht, als dit verschuldigd is, aan den belasting schuldige uitgereikt worden. Art. 5. De aanslagen zijn invorderbaar in zooveel termijnen als er na de dagteekening van het aanslagbiljet maanden in het dienst jaar overblijven. Art. 6. De verschuldigde belasting is dadelijk en in eens invorder baar a. wanneer de belastingschuldige de gemeente metterwoon verlaat b. zoo hij in staat van faillissement is verklaard; gelijk mede in geval van inbeslagneming van roerende en onroerende goe deren van wege de gemeente of door derden. Art. 7. Bij de invordering worden de bepalingen van de artt. 245, 258 tot en met 202,204 tot en met 200 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad n°. 85), met de daarin bij de wetten van 7 Juli 1805 (Staatsblad n°. 79), van 28 Juni 1881 (Staatsblad n°. 102) en van 24 Mei 1897 (Staatsblad n°. 150) gebrachte wijzigingen, opgevolgd. Art. 8. Bij de inwerkingtreding van dit besluit vervalt het Raads besluit van 22 October 1877, regelende de invordering van eene plaatselijke directe belasting te Leiden, laatstlijk gewijzigd bij Raadsbesluit van 0 October/8 December 1881. Gedaan te Leiden ter openbare Raadsvergadering van De Burgemeester, De Secretaris. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Grof.n Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 4