GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
119
2°. aan adressanten vergunning te verleenen om
a. een strook grond ter breedte van 5 M. tot wederop-
zeggens in gebruik te nemen, tot het aanleggen van
tuintjes, onder voorwaarde dat de deswege door de gemeente
verschuldigde grondbelasting door hen worde terugbetaald.
b. het pad ter breedte van 4 Meter te bestraten, mits zij
dat doen op hunne kosten en onder goedkeuring van Burg.
en Weth.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan EdelAchtbare Heeren Burgemeester,
Wethouders en Leden van den Gemeenteraad te Leiden,
IIGEKOIEX iTIIKKEX.
N°. 278 Leiden, 5 November 1897.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoekschrift hebben
wij de eer IJ mede te deelen, dat de in dat verzoekschrift
bedoelde grond bij akte van 25 October 1855 door de Gemeente
Leiden aan de vroegere eigenaren der fabriek, de Gebrs. Eigeman,
in gebruik en recht van opstal is afgestaan en wel1 are
26 c.A. gratis, terwijl van 1 are 88 c.A ƒ6.58'sjaars recognitie
moet betaald worden, af koopbaar tegen den penning 20.
Na ingewonnen advies van de Commissie van Fabricage,
bestaat bij ons geen bezwaar den grond aan de firma Clos
en Leembruggen in eigendom af te staan, bet gratis in
gebruik afgestane berekend tegen denzelfden koopprijs per
centiare als het overige deel.
Wij geven dus Uwe vergadering in overweging:
1°. te verklaren dat niet meer voor den openbaren dienst
bestemd is de strook gemeentegrond gelegen tusschen de
Ververstraat en de Binnenvestgracht, kadastraal bekend als
uitmakende een oostelijk gedeelte van het perceel Leiden
Sectie C. n°. 1505, gtvot ongeveer 3 aren, 14 c.A;
2°. dien grond in eigendom af te staan aan de firma Clos
en Leembruggen, alhier, tegen betaling van een koopprijs
van ƒ219.80 en de kosten van overdracht.
Aan den Gemeenteraad Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen P. Clos en
Leembruggen fabrikanten alhier;
dat het terrein, waarop hunne fabrieksgebouwen aan de
Ververstraat n°. 8 zijn gelegengedeeltelijk gemeentegrond
is, en bij acte van 25 October 1855 door de Gemeente Leiden
aan de vroegere eigenaren de Heeren Gebr. Eigeman en Co.
tegen betaling eener recognitie afgestaanmet recht tegen
den penning twintig, dezen grond af te koopen;
dat zijdoor verbouwing aan dien grond een andere
bestemming wenschende te gevenverzoeken bedoelden grond
in eigendom aan hen af te staan.
't Welk doende enz.,
Leiden, 27 Oct. 1897. P. Clos Leembruggen.
N°. 279. Leiden, 6 November 1897.
Blijkens het hierbij overgelegd verzoekschrift van H. J.
Sloots en J. G. Rietbergen wenschen deze het open terrein,
gelegen vóór de negen door hen op een terrein aan den Haar
lemmerweg te bouwen woningen, kosteloos aan de Gemeente
af te staan teneinde dat later tot openbare straat zal kunnen
worden ingericht; en verzoeken zij dien grond voorloopig in
gebruik te mogen houden om aldaar een bestraat pad van 4
Meter en tuintjes van 5 Meter aan te leggen.
Het komt ons, na overleg met de Commissie van Fabricage,
voor dat er geen bezwaren zijn om het aanbod aan te nemen
en de geviaagde vergunning te verleenen.
Bedoeld terrein reeds nu tot straat in te richten is o. i. niet
noodig omdat door den eigenaar van de verdere belendende
perceelen alsnog geen aanvraag tot bouwen gedaan wordt.
Terwijl nu in den regel door de Gemeente geëischt dient
te worden dat de bouwondernemers niet alleen den voor straat
bestemden grond kosteloos afstaanmaar tevens de kosten
van bestrating, eerste herstrating en rioleering geheel of
grootendeels op zich nemenkomt het ons in het onderhavige
geval voor aan Uwe Vergadering een afwijkend voorstel te
moeten doen.
Hoor den afstand toch van bedoelden grond worden immers
de belendende terreinen voor bouwgrond geschikt, zonder dat
alsnog van eenige vordering op den eigenaar van dien grond
tot deeling in de kosten van straataanleg sprake kan zijn.
Wij hebben gemeend de zaak het best te kunnen oplossen
door van de tegenwoordige eigenaren, Sloots en Rietbergen,
alleen afstand van den grond en aanleg van een straatje van
4 M. breedte te eischen, ons voorbehoudende om met de
eigenaren van de perceelen die thans toegankelijk gemaakt
worden, een regeling te treffen omtrent hun aandeel in de
te maken kosten van bestrating, zoodra deze tot bouwen
wenschen over te gaan.
Wij geven U derhalve in overweging:
1°. het open terrein, thans gedeelte van n°. 55 der kad.
Sectie Kter breedte van 9 Meterkosteloos voor de ge
meente in eigendom aan te nemen, en de kosten, op de
overdracht vallende, door adressanten te doen betalen.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de onderge-
teekenden, H J. Sloots en J. C. Rietbergen, wonende Jan-
vossensteeg No. 48 en Steenstraat No. 3, alhier:
Dat zij volgens het hierbij gevoegd plan wenschen te bouwen
negen woningen op een terrein aan den Haarlemmerweg No. 35,
Sectie K No 55, Leiden;
dat deze woningen van duinwater zullen worden voorzien
dat de bovenkant der kamervloeren 15 c.M. boven de kruin
van den weg komt, zijnde 70 -c M. n. A. P.;
dat de uitloozing der riolen gebracht zal worden in de
sloot welke voor het terrein ligt en in verbinding staat
met de Haarlemmervaart
dat, zoo er bij UEA. bezwaar tegen deze uitloozing bestaat,
zij hem dan wenschen te doen plaats hebben in de Vaart zelf
waarvoor zij alsdan bij deze van UFA. de vereischte vergun
ning verzoeken
dat zij UEA. verzoeken een hulpbrug over de sloot te
mogen leggen voor het brengen van materialen op het bouw
terrein
dat zij het open terrein dat voor de woningen komt en
eene breedte heeft van negen Meter over de volle lengte aan
de Gemeente Leiden kosteloos wenschen af te staan met het
doel om dit terreinzoo noodigtot openbare straat in te richten
dat zoo lang dit niet noodig is zij dit terrein tot wederop
zegging kosteloos wenschen in gebruik te houden om daar
van langs de huizen een gestraat pad te maken ter breedte
van 4 Meter en de overige 5 M. tot tuintjes in te richten
met hekjes afgescheiden;
dat zij verder huizen en straat volgens de bepalingen van
den 11 juli 1895 zullen bouwen en leggen.
Hopende dat het UEA. moge behagen dit voorstel aan te
nemen.
'tWelk doende,
UEdelAchtb. Dw. Dn.
H. J. Sloots.
J. G. Rietbergen.
Leiden, den 26 October 1897.
Leiden6 November 1897.
Wij hebben de eer U te berichten, dat de heer Dr. L. Punt,
conrector aan het Gymnasium, zich tot herstel zijner gezond
heid eenigen tijd naar het buitenland zal moeten begeven en
voor den tijd van zes maanden, te rekenen van af 15 No
vember a. s. niet in staat zal zijn zijne betrekking waar te
nemen
Ingevolge art. '16 van de Verordening van 5 Juni 1879 n°. 3
hebben wij de eer in overleg met den Rector U voor te
stellèn voor dien tijd tot leeraar in de oude talen te benoemen
den heer Dr. J. R. Koopmans van Boekeren, alhier, tegen eene
vergoeding van '1000.
Curatoren van het Gymnasium
T. Zaaijer, Voorzitter.
J. C. van der Lip, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
N°. 280. Leiden, 6 November 1897.
Onder overlegging van nevensgaand schrijven van Cura
toren van het Gymnasium, geven wij Uwe Vergadering in
overweging
1°. te besluiten tot aanstelling van een tijdelijk leeraar
in de oude talen aan het Gymnasium voor den tijd van zes
maandente rekenen van 15 November a. s. en tegen eene ver
goeding van 1000;
2° over te gaan tot de benoeming van den tijdelijken
leeraar bovenbedoeld.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.