DONDERDAG 28 OCTOBER 1897. 93 Zitting- van Donderdag 28 October 18»7, geopend des namiddags te één uur. Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen 1°. Beëediging en installatie van Dr. P. J. Kaiser, als lid van den Gemeenteraad. 2°. Benoeming van eene derde onderwijzeres aan de school 3e klasse n°. 4. (251) 3°. Idem van een tweeden onderwijzer aan de school 3e klasse no. 2 (250) 4°. Idem van een lid in de Commissie van aanslag, bedoeld in art. 19 8 der Wet van 2 October 1893 (Stbl. n». 149) tot heffing eener belasting op bedrijfs- en andere in komsten. (249) 5°. Idem van een plaatsvervangend lid in de sub 4°. vermelde Commissie. (249) 6°. Idem van een Wethouder. 7°. Voorstel tot onderhandsche verhuring van het land nabij Endegeest onder Oegstgeest. (243) 8°. Verzoek van Mej. J. C. Schütt, om ontslag als leerares in de Handwerken aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (244) 9°. Voorstel tot vaststelling van het schoolgeld voor leerlingen van de Kweekschool voor onderwijzers, elders woon achtig. (245) 10°. Rapport der Raadscommissie in zake eene eventueele on bewoonbaarverklaring van perceelen in de Gekroonde Liefdepoort en in de Heerenlaan. (246) 11°. Voorstel tot aankoop van de perceelen Lokhorststraat n°. 20 en 22. (252 en 264) 12°. Idem omtrent het aanbrengen van vlonders in eenige lokalen der Hoogere Burgerschool voor Jongens. (248) 13°. Idem omtrent de aanschaffing van eenige tafels voor de Kweekschool voor onderwijzers. (247) '14°. Rekening over 1896 van het R.-K. Wees- en Oudelieden- huis. (258) 15°. Voorstel omtrent den aanleg van duinwater kranen in enkele vertrekken van het Raadhuis en in de Bank v. Leening. (254) l0°. Idem tot wijziging van de Verordeningen op de helfing en invordering van opcenten op de Personeele Belasting. (257 en 263) '17°. Verzoek van A. Hakkert, om vrijstelling van schoolgeld Hoogere Burgerschool voor Jongens. (256) 18°. Voorstel omtrent tijdelijke uitbreiding van het hulpper soneel aan de Herhalingsschool, afdeeling Jongens. (255) 19°. Voorstel omtrent de oprichting van een kegelbaan op het terrein van de Buitensocieteit Amicitia en het doen rooien van eenige boomen. (259) 20°. Eerste Suppletoir Kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1897. (253) 210. Bezwaarschriften tegen het Kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1897. (260) 22°. Begrooting van de Inkomsten en Uitgaven der gemeente voor 1898. (230, 262 en 265). Tegenwoordig zijn 23 leden als de heeivnVan Kempen, A. J. Van Hoeken J.Jzn., Stadhouder, J. P. J. Driessen, Van Lidth de Jeude, Kroon, De Goeje, Korevaar, L. Driessen, JutaDekhuyzenDruckerZillesenFockema Andrese, Zaaijer, Pera, Van Rhijn, HasselbachP. J. Van Hoeken, Kaiser, De Vries, Verster van Wulverhorst, Van Hamel, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig de heeren: Siegenbeek van Heukelom, Van Dissel en Kerstens. De Voorzitter. Ik stel allereerst aan de orde: 1. Beëediging en installatie van Dr. P. J. Kaiser, als lid van den Gemeenteraad. (De heer Hasselbach komt ter Vergadering). De heer Kaiser legt de bij de wet gevorderde eeden af. De Voorzitter. Ik wensch U hartelijk gelukmijnheer Kaiser, ook namens den Raadmet uwe benoeming tot lid van dit College, en met de onderscheiding, U te beurt gevallen door het vertrouwen, dat de kiezers in U hebben gesteld. Ik hoop en vertrouw, dat uwe werkzaamheden als Raadslid, even als vroeger, zullen strekken tot heil van deze gemeente. Toejuiching De heer Kaiser. M. d. V.! Mag ik U in de eerste plaats mijn hartelijken dank betuigen voor uwe vriendelijke woorden. Zonder bedenken is het mij aangenaam in de gelegenheid te zijn gesteld weder deel te kunnen nemen aan de behartiging van de belangen dezer gemeente, in de stellige verwachting, dat ik eenzelfde welwillendheid van U, van de Wethouders, van de leden van den Raad en van den Secretaris zal onder vinden, als waarin ik mij steeds heb mogen verheugen ge durende het 14-jarig tijdperk van mijn vorig lidmaatschap van dezen Raad Toejuiching De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 14 October worden gelezen en goedgekeurd. (De heer De Vries komt ter Vergadering). De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: 1°. Missive van den heer Dr. A. W. Kroon Jr., houdende mededeeling dat hij ontslag neemt als Wethouder der gemeente. 20. Dispositie van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, dd. 12/15 October j.l., ten geleide van het goedgekeurd raads besluit van 30 September j.l., tot voldoening van een bedrad van 171.315 uit den post voor Onvoorziene Uitgaven, wegens te weinig uitbetaald pensioen aan 4 politiebeambten. 3°. Dispositie alsvoren, d.d. 11/15 October jh, ten geleide van de goedgekeurde raadsbesluiten tot onderhandsche ver huring van het huis aan de Korte Mare hoek Lammermarkt aan C. Los en van het bovenhuis in de Nieuwsteeg n°. 10 aan J. A. Van der Valk Bouman. 40. Dankbetuiging van den heer G. H. Broekman voor de benoeming tot directeur der Gemeentewerken. 5°. Missive van H. Timmer, aannemer van den bouw van het Krankzinnigengesticht Endegeest, houdende dankbetuiging voor de gunstige beschikking op zijn verzoek om teruggave van ingehouden boete ad ƒ2450.— Worden aangenomen voor kennisgeving. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen aanslag in de plaats, directe belasting, dienst 1897. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 2°. Rekening dienst 1896 van het College van vrouwen Kraammoeders. 3°. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1897, van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. Worden gesteld in handen van de Commissie van financiën. 4°. Verzoek van C. Van Vollenhoven, om afschrijving van plaats, directe belasting, dienst 1897, wegens woonplaatsver andering. 5°. Adres van S. Y. Stoel, houdende verzoek om eervol ont slag als tweede onderwijzer aan de school der 3e klasse n°. 1 met ingang van 1 Januari 1898. 6°. Verzoek van A. Kaptein den Bouwmeester, om restitutie van schoolgeld, lager onderwijs, over het le kwartaal van den cursus 1897/8, wegens woonplaats verandering. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 7°. Verzoek van A. J. J. Booda, om uitstel van de beslissing op het voorstel tot onbewoonbaarverklaring van perceelen in de Heerenlaanmet het oog op de voorgenomen verbetering dier perceelen: Aan de EdelAchtbare Heeren van den Raad der Gemeente Leiden. Geeft ondergeteekende met verschuldigden eerbied te kennen: Dat hij door aankoop bij de publieke veiling en afslag in dato 2 en 9 October 1.1. op 1 November aanstaande eigenaar wordt van zes der acht perceelen, staande Heerenlaan alhier, en wel van de perceelen geteekend N°s 19, 25, 27, 29, 31 en 33, thans staande ten name van mevrouw de Wed. N. de Bink geb. Vlieland. Dat hij bij het bezichtigen dier perceelen tot de overtuiging is gekomen, dat dezen in een verwaarloosden toestand ver- keerendoch alstoen niet kon vermoeden dat deze door Heeren Rapporteurs der Gezondheidscommissie aan den Raad der Gemeende zouden worden voorgedragen, te worden ver klaard als zijnde ongeschikt ter bewoning. Dat hij erkent, dat deze perceelen eene grondige verbete ring moeten ondergaanwaartoe hij verklaart ten volle bereid te zijn. Redenen waarom hij de EdelAchtb. Heeren van den Gemeente raad eerbiedig verzoekt de beslissing in deze zaak alsnog te willen uitstellen, totdat hij UEd.Achtb. een plan tot verbete ring en verbouwing, in overleg met een architect, ter goed keuring heeft voorgedragen. Hetwelk doende enz., UEd.Achtb. Dw. Dr. A. J. J. Booda, Breestraat 54. 8°. Idem als voren van P. J. Van Zijp en H. T. Wijsman: Leiden, 28 October 1897. Aan den WelEdele Heer Burgemeester en de Heeren Wethouders en leden van den Gemeenteraad van Leiden. Een verzoekschrift van P. J. van Zijp en H. T. Wijsman. Wij ondergeteekenden verzoeken U beleefd, daar er geruchten loopen dat U waarschijnlijk vandaag de perceelen in de Heeren-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 1