DONDERDAG 14 OCTOBER 1897. 87 Zitting van Donderdag 14 October 1S9T, geopend des namiddags te twee uren Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: 1°. Onderzoek van de geloofsbrieven van liet benoemd lid van den Gemeenteraad, Dr. P. J. Kaiser. 2°. Benoeming van eene derde onderwijzeres aan de Meisjes school le klasse. (229) 3°. Idem van den Directeur der Gemeentewerken. (227) 4°. Verzoek van J. W. Tilanus, om terugbetaling van school geld, lager onderwijs. (228) 5°. Idem van Mej M. A. P. Montagne, om ontslag als derde onderwijzeres aan de Meisjesschool le klasse. (234) 6°. Voorstel tot vaststelling van gewijzigde verordeningen op de heffing en invordering van eene belasting voor plaat sen op de onderscheidene markten of elders. (231 en 239). 7°. Idem tot vaststelling van verordeningen op de heffingen invordering van gelden voor sneeuwopruiming van ge meentewege. (235 en 242) 8°. Idem tot uitbreiding van het Bedrijfskapitaal der Stede lijke Gasfabriek met /"9800.voor aanleg van muntgas meters (236 en 241) 9°. Begrooting voor 1898 voor de Stedelijke Werkinrichting. (237) 10°. Voorstel omtrent de verhuring van het perceel Aalmarkt n(). 5. (238) 11°. Verzoek van den aannemer van den bouw van het Krank zinnigengesticht om ontheffing van de hem opgelegde boete. (240) 12°. Rekening dienst 1896 van het Roomsch-Katholiek Arm bestuur. (232) 13°. Suppletoire staat van begrooting dienst 1897 van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwen huis. (233) Tegenwoordig zijn 24 leden, als de heeien: Kerstens, A. J Van Hoeken J.Jzn Van Kempen J. P. J. Driessen, Verster van Wulverhorst, Stadhouder, Pera, Egbert De Vries, Hasselbach, De Goeje, Korevaar, Siegenbeek van Ileukelom, L. Driessen, Kroon, Dekhuyzen, Juta, ZillesenDrucker, Zaaijer, Van Lidth de Jeude, Fockema Andrese, Van Rhijn, P. I. Van Hoeken, Van Hamel, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig: de heer Van Dissel, die eerst ter vergadering kwam na afloop der gesloten zitting. De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 30 September worden gelezen. (De heer Van Hamel is ter vergadering gekomen). De heer Drucker. M. d V. Bezwaar tegen de notulen heb ik niet; maar wel wensch ik eerie opmerking te maken, die zich aan de notulen vastknoopt. De commissie, in de vorige vergadering benoemd om rapport uit te brengen aangaande den toestand van de perceelen in de Gekroonde Liefdepoort en de Heerenlaanhad gehoopt zoo tijdig met haar verslag gereed te zijn, dat het heden aan de orde kon komen. Dat is haar evenwel niet mogen gelukken, liet rapport is wel bijna gereed, maar moet nog worden vast gesteld, waarom de commissie zou willen verzoeken diligent te worden verklaard; het uit te brengen rapport kan en zal spoedig komen. Gaarne wenschte ik echter nu reeds mede te deelen de con clusie, waartoe de commissie gekomen is en die in het rapport nader zal worden toegelicht. De conclusie strekt hiertoe, dat ten aanzien van het perceel in de Gekroonde Liefdepoort niet door ons zal worden voorgesteld oribewoonbaarverklaring om redenendie nader zullen worden uiteengezet. Maar wèl zal worden voorgesteld de onbewoonbaarverklaring van de acht perceelen in de Heerenlaan. Ik stelde er prijs opreeds nu deze conclusie mede te deelen. De Voorzitter. Ik dank den heer Drucker voor zijne mede- deeling. De Raad zal het rapport der Commissie gaarne af wachten. De notulen worden hierna goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: 1°. Missive van den heer Mr. S. G. De Vries, houdende kennisgeving dat hij de benoeming tot Curator van het Gym nasium aanneemt. 2°. Missive van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, dd. 4/7 October j 1., G. S. n°. 9, houdende mededeeling dat de heer W. Fontein in beroep is gekomen bij H. M de Koningin van hun besluit, waarbij is gehandhaafd de beslissing van den Gemeenteraad tot niet-toelating als Raadslid. 3°. Missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken, dd. 9 October j.l., houdende mededeeling dat het Raadsbesluit tot tijdelijke aanstelling van den heer J. J. Vürtheim als leeraar aan het Gymnasium alhier, is goedgekeurd. Worden aangenomen voor kennisgeving. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Adres van Mejuffr. J. C. Schütt, houdende verzoek om eervol ontslag uit de betrekking van leerares in de handwerken aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, tegen 1 Januari 1898. 2°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen aanslag in de plaats, directe belasting, dienst 1897. 3°. Verzoeken van L. Schut en C. Kuhlman, om afschrijving van plaatsel. directe belasting, dienst '1897, wegens woonplaats verandering. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 4°. Adres van J. De Lange c. s. houdende verzoek om het zandpad voor hunne woningen, gelegen aan het gedeelte van den Witten Singel van den Trekvliet tot de Laatstestraat van Vreewijk, te doen bestraten: Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen De ondergeteekendenbewoners van huizenstaande aan het gedeelte van den Witten Singel van af den Trekvliet tot aan de Laatste straat. Dat zij met genoegen gezien hebbendat het Gemeente bestuur bezig is op verschillende plaatsen in de nieuwe ge deelten der gemeente verbeteringen aan te brengen in de bestrating der wegen en voetpaden. Dat zij echter, hoewel zij reeds bij adres van 10 Februari dezes jaars op den slechten toestand van het zandpad vóór hunne woningen wezen, nog in denzelfden toestand zijn gelaten; behalve dat sommige kolken lager gesteld zijn, eene zaak die, zonder bestrating, den toestand niets beter maakt. Dat zij den treurigen toestandwaarin dit gedeelte gemeente weg zich bevindt, zeker niet nader behoeven aan te toonen, daar de EdelAchtbare Heer Wethouder van Fabricage het in de Gemeenteraadsvergadering van 26 Augustus (bij de behan deling van het punt: »het doortrekken der straten van Vreewijk tot aan den harden Singelweg") reeds terecht als »een soort van zandwoestijn" kwalificeerde. Dat zij er alleen willen bijvoegen dat die «zandwoestijn" bij overvloedige regens verandert in «een soort van moeras". Dat hun uit het verslag der reeds genoemde Gemeenteraads zitting dd. 26 Augustus gebleken is, dat de reden dat zij nog niet in de aan te brengen verbeteringen mogen deelen is, dat er in het onderhavige zandpad, waarschijnlijk over één of twee jaren, een riool moet gelegd worden. Dat, naar de meening van adressantendit motief niet van zulk eene beteekenis is, dat het Gemeentebestuur daarom de dringend noodige verbetering moet uitstellenaangezien toch bij bestrating het materiaal de hoofdzaak der kosten uitmaakt, en dit materiaal hier niet verloren gaat, maar na het even tueel leggen van het riool opnieuw gebruikt kan worden, zoodat alleen het betrekkelijk luttel bedrag van het arbeids loon der bestrating tweemaal zou moeten worden uitgegeven, in plaats van eenmaalwaar dan tegenover zou staan dat een, naar het inzien van adressanten, rechtmatig en ernstig bezwaar zou zijn weggenomen. Redenen waarom adressanten U opnieuw verzoeken te willen besluiten dat het zandpad voor hunne woningen zal worden bestraat, en (voor zooveel in verband daarmede zal noodig blijken) de afvoer van het regenwater zal worden verbeterd. 't Welk doende enz. J. De Lange. Mevr.DüLi.MANNLuchtmans. Pu. Metman. G. H. Geertsema. C. L. v. D. Berge. L. A. De Groot. Wed. JuynbollSchadee. R. G. M. Hueber. N. J. Kooimans. Leiden, 12 October 1897. Dr. II. J. Taverne. C. V. d. Veen. L. Punt. F. Van der Steen. J. Toutenhoofd. Mevr. Wed. G. C. Vrint. Wed. J. de DoesDe Looze. Joh. J. Eggers. C. M. Van Gogh. Mevr. Wed. II Burgersdijk. W. Massink. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 5°. Adres van het Bestuur der Vereeniging «Vergunning", houdende verzoek om verandering te brengen in de wijze van schatten van de localiteitenalwaar sterke drank in het klein wordt verkocht Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen ondergeteeken den tappers en slijters wonende te LeidenLeden van het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 1