105
tot lid en de heer P. Alma Lz. tot plaatsvervangend lid
worden benoemd, welke laatste bij raadsbesluit van 3 Augustus
1894 werd vervangen door den heer J. J. Hasselbach.
De benoeming van deze leden moet plaats vinden vóór
den len November van het jaar waarin op 1 Januari de
diensttijd aanvangt, hetgeen voor de te benoemen leden dus
1 Januari 1898 zal moeten zijn.
Onder mededeeling dat èn het lid èn het plaatsvervangend
lid herbenoembaar zijn, verzoeken wij Uwe Vergadering tot
eene benoeming te willen overgaan.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
No. 250.
Leidèn20 October 1897.
Ter vervulling van de vacature, die aan de School der
3e klasse n°. 2 is ontstaan door de benoeming van den
onderwijzer W. J. Jong aan de Jongensschool 2e klasse
hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij eene voordracht
aan te bieden opgemaakt in overleg met den A rrondissements-
Schoolopziener na ingewonnen bericht van het hoofd der
school, ter benoeming van een tweeden onderwijzer op eene
jaarwedde aanvankelijk van 800.— als:
1°. S. Broekhuizen, thans derde onderwijzer aan de be
trokken school;
2°. A. Horree, derde onderwijzer aan de school der 4e
klasse n°. 1
en 3°. E. J Bomli, derde onderwijzer aan de school der
3e klasse n°. 2.
Onder mededeeling dat de betrekkelijke rapporten ter
inzage van de leden in de leeskamer zijn nedergelegd. geven
wij U in overweging tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden,
N°. 251. Leiden20 October 1897,
Ten gevolge van de benoeming van Mej. E. D. Van Sons-
beek aan de Meisjesschool le klasse is er aan de School der
3e klasse n°. 4 eene vacature ontstaan, ter vervulling waar
van wij de eer hebben U hierbij eene voordracht aan te
biedenter benoeming van eene derde onderwijzeres op eene
jaarwedde van f 500.als:
1°. Mejuffrouw A. A. H. Visser, werkzaam als kweekelinge
aan de betrokken school;
2°. Mejuffrouw S. Hanselaar
en 3°. Mejuffrouw J. H. Ten Holten beiden tijdelijke onder
wijzeressen aan de school 3e klasse n°. 2.
Onder mededeeling' dat deze voordracht is opgemaakt in
overleg met den Arrondissements-Schoolopziener na inge
wonnen belicht van het hoofd der school en dat de betrek
kelijke rapporten ter inzage van de leden in de leeskamer
zijn nedergelegd, verzoeken wij U tot eene benoeming over
te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 252.
Leiden, 20 October 1897.
Wij hebben de eer U mede te deelen dat door ons op de
openbare veiling en afslag den 9den en den lOden October jl.
ten overstaan van notaris W. F. Kaiser: gehoudenvoor de
gemeente zijn aangekocht de perceelen Lokhorststraat n°. 20
en 22.
Die perceelen grenzen onmiddellijk aan de terreinen van
de Hoogere Burgerschool voor Jongens en het voormalig
Gymnasium, zoodat het bezit daarvan voor de gemeente van
groot belang kan worden met het oog op eventueele behoefte
aan meerdere localiteit voor genoemde inrichting, zijnde een
gedeelte van het lokaal der Hoogere Burgerschool ook in
gebruik bij Mathesis Scientiarurn Genitrix.
De koopprijs bedraagt 4650.
De kosten aan den koop verbonden zijn de volgende:
Veilingskosten 372.—
Kosten van vier akten van doorhaling van
hypotheek4 x 8.50 34.
Terugbetaling van het uitgekeerde trekgeld
voor de beide perceelen 30h 20.50.
Terugbetaling van het uitgekeerd verhooggeld
wegens twee gedane verhoogingen elk groot
100.- 2 x 20.40.-
te zamen496
De perceelen zijn te aanvaarden den 'lsten December 1897,
op welken dag ook de betaling der kooppenningen moet
plaats hebben.
Van den verkoop zijn uitgezonderd een smidse, een blaas
balg en ijzeren bankschroeven zich in de smederij bevindende,
terwijl bijzondere bepalingen voor den gezamenlijken aankoop
der beide perceelen niet zijn gemaakt.
Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging:
1°. te besluiten tot aankoop van een huis en erf te Leiden,
waai'in smederij gelegen aan de Noordzijde van de Lokhorst
straat n°. 22 en een daarnaast gelegen huis en erf aan de
Noordzijde van de Lok horst straat n°. 20, ingeschreven in de
kadastrale registers als;
Sectie G nummer 890 huis en erf groot 1 are 59 centiaren
en Sectie G nummer 891 huis en erf groot 51 centiaren
voor de som van 4650 bedragende de kosten aan den
aankoop verbonden 496.onder bepaling dat de koopsom
en de kosten te zamen bedragende 5146.zullen worden
gevonden uit de Buitengewone OntvangstenOpbrengst van
Geldleening.
2°. vast te stellen den hierbij overgelegden suppletoiren
staat van begrooting, strekkende tot verhooging van die be
grooting in ontvangst en uitgaaf met 5146.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 253. Leiden, 22 October 1897.
Wij hebben de eer U hiernevens aan te bieden het eerste
suppletoir kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1897,
bedragende 2272.25, met voorstel om tot de vaststelling daar
van over te gaan.
De proefdrukken zullen eerstdaags aan de leden worden
toegezonden.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 254. Leiden, 21 October 1897.
In de Memorie van Antwoord op het sectieverslagomtrent
de ontwerp begrooting voor 1898 werd door ons medegedeeld
dat de noodige maatregelen door ons zouden worden genomen
voor het aanbrengen van duinwaterkranen in de daarbij ge
noemde lokalen.
Uit een daarop door ons ingesteld onderzoek bij verschillende
leveranciers is ons gebleken, dat het aanbrengen van duin
waterkranen in drie vertrekken van het Raadhuis, als in de
kamers van den Burgemeester, van den Gemeenteontvanger
en van den Burgerlijken Stand, alsmede in de Bank van
Leening, eene uitgave zal vorderen van ongeveer ƒ350.
waaronder begrepen het breken van gatenhet metselen van
kolkjes, het bij pleisteren en timmerwerken enz.
Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging ons het
ter zake vereischt crediet te verleenenzullende alsdan te
zijner tijd een voorstel worden ingediend tot verhooging, voor
zooveel noodig, van de betrekkelijke artikelen der begrooting.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 255
Leiden, 21 October 1897.
Bij Volgn. 127: Kosten van het herhalingsonderwijs der
ontwerp-begrooting voor 1898 werd voorgesteld het onder
wijzend personeel aan de HerhalingsschoolAfdeeling voor
Jongens, met één tijdelijken onderwijzer te vermeerderen.
Naar aanleiding daarvan kunnen wij U mededeelen, dat thans
op die school als nieuwe leerlingen 38 zijn ingeschreven terwijl
het aantal leerlingen bedraagt in de eerste klasse 52, in de
tweede 45 en in de derde 3i.
Eene splitsing van de eerste klasse is alzoo thans reeds
noodzakelijk.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging om
wanneer de betrekkelijke post der begrooting voor 1898 wordt
goedgekeurd, aan ons College het noodige crediet te verleenen,
ten einde reeds met aanvang van 1 November a. s. het onder
wijzend personeel aan de Herhalingsschool, Afdeeling Jongens,
met één tijdelijken onderwijzer te kunnen vermeerderen.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 256. Leiden, 21 October 1897.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van A. Hak-
kert hebben wij de eer U mede te deelen dat de zoon van
adressant, J. J. Hakkert met 1 November a. s. de Hoogere
Burgerschool voor Jongens en de gemeente zal verlaten,
zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven aan adres
sant vrijstelling te verleenen van schoolgeld van zijn zoon,
leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens, over de
laatste drie kwartalen van den cursus 1897/98.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennenAnthonie
Hakkert, ambtenaar van de Rijks-Werkinrichting voor Vrou
wen alhier, wonende ftp het terrein dier Inrichting;