98 Ten slotte volgt hier een overzicht van de ontvangsten en uitgaven ter zake van de markten over de jaren 1894, 1895 en 1896, welke opgave bij de aanvrage om goedkeuring aan Gedeputeerde Staten moet worden overgelegd, ten einde te kunnen beoordeelen of art. 254 der Gemeentewet in het oog is gehouden. UITGAVEN. 18 9 4. 1895. 1896. Jaarwedden markt meester en adjunct- marktmeester. 2100.— 2633.34 2300.— Veearts400.400.400. Druk- en bindwerk, schoonhouden van markt kantoren, assistentie bij de Veemarkten enVisch- markten, desinfectie der markten1012.99 1027.01 1572.14 Fabricage-Uitgaven voor onderhoud van stratenpalenambte naarskantoren Koren beurs, vischbanken, af sluitingen e. d. geraamd op1000.- 1000.— 1000.— Rente van het aan- legkapitaal voor de markten (Zie Ing. St.,n°. 144 van 1876, n°. 85 van 1888 en n°. 9 van 1896) 6415.— 6415.— 7114.— 10927.99 11470.25 12386.14 Gemiddeld alzoo ƒ11596.79. Hierbij moet echter nog inliet oog worden gehoudendat de gemeente voor de kosten van straatreiniging, waarin de markten een niet gering aandeel hebben, sinds 1894 jaarlijks, ongeacht de uitkeering aan den pachter ad 2300.een bedrag van ƒ1400.moet derven als opbrengst van den afval der Beestenmarkt, en dat de kosten van het dagelijksch reinhouden der Groenmarkten en andere marktenin de kosten der straatreiniging begrepen veilig op ƒ450.kunnen worden geschat. Bovenstaande uitgaven ad 11506.79 worden daardoor met ƒ1850.— verhoogd en bedragen alzoo 13446.79. Eindelijk zij opgemerkt, dat de kosten wegens jaarwedden en druk- en bindwerk, schoonhouden e. d., in vorenstaande opgave over 1896 uitgetrokken op ƒ3872.14, stijgende zijn en voor 1898 zijn geraamd op ƒ4417.terwijl zij na drie jaren tot 4717. knnnen zijn geklommen, met het oog op de periodieke tracte- mentsverhoogmg van den Algemeenen Marktmeester. De ontvangsten wegens marktgeldheffmg hebben bedragen in 1894 1895 1896 f 7805.50 7774.07 12144 97 Kermis. 2761.95 2204.10 2405.80 10567.45 9978.175 14550.77 27724.54' 7371.85 35096.39"' of gemiddeld f 11698.79. In veiband met de voorgestelde verhooging van het staan geld bij gelegenheid van de kermis zij medegedeelddat de vermeerdeiing van de opbrengst ten hoogste op ƒ900.— kan worden geraamd. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging tot de vaststelling van de hierbij overgelegde concept-verordening over te gaan. Aan den GemeenteraadBurg. en Weth. van Leiden. RAADSBESLUIT regelende de heffing van eene belasting voor plaatsen op de onderscheidene markten of elders te L e i d e n. De Raad der gemeente Leiden Gezien de artt. 232 en 257 der Wet van den 29 Juni 1851 (Staatsblad n°. 85) Heeft besloten: Art. 1. Met den dag waarop van de verleende Koninklijke goed keuring afkondiging is geschied, wordt eene belasting gehe ven voor het gebruik van grond op de onderscheidene markten of elders ingenomen. Art. 2. Die belasting wordt geheven in evenredigheid van de inge nomen ruimte en is voor eiken dag verschuldigd. Art. 3. De belasting bedraagt: sa. vooi' een paard, rund, graskalf, gemest of vet var ken0.20 b. voor een vet kalf, veulen of ezel0.10 c. voor een nuchter kalf, ongemest varken of schaap. 0.05 d. voor een lam, bok, geit, bigge of hond 0.025 Art. 4. Voor plaatsen op de markten of elders wordt ge heven per ingenomen vierkanten Meter of gedeelte daarvan0.025 Art. 5. Bij uitzondering wordt, voor gelijke ruimte, voor uitdragers en verkoopers van vodden slechts geheven. 0.01 Art. 0. Bij gelegenheid van de kermis of jaarmarkt, wordt voor de ingenomen ruimte per vierkanten meter of gedeelte daar van eenmaal geheven0.35 voor draaimolens, velocipèdetenten en dergelijke. 100.00 voor schommelinrichtingen, per schuitje of bak 5.00 voor slagmachines10.00 voor hippodromen, schaatsenbanensledevaarten en der gelijke 200.00 voor stoomdraaimolensstoom velocipèdetenten en derge lijke die door motoren worden voortbewogen, onverschillig welke de aard dier motoren ook zijn moge 1000.00 Art. 7. Orgeldraaiers, muzikanten en kunstvertoonersdie op straat hun beroep uitoefenen betalen eenmaal per persoon, 1.00 Art. 8. Wanneer buiten kermistijd, «het vergunning van Burge meester en Wethouders, voor hetzelfde doel grond wordt ingenomenwordt voor eiken dag geheven een zesde gedeelte van het in artikel 6 vermeld bedrag. Art. 9. De Raadsbesluiten van 17 Mei 1888, 18 Juni 1891, 15 Maart 1894 en 30 Januari 1896, regelende de heffing en invordering van de belasting voor plaatsen op de onder scheidene markten of elders, te Leidengoedgekeurd bij Koninklijke besluiten van 10 Juni 1888 n°. 21, 17 Juli 1891 n°. 42, 4 Mei 1894 n°. 43 en 9 Maart 1896 n°. 24, vervallen bij de in werking treding van deze Verordening. Gedaan te Leiden, ter openbare Raads- 1897. vergadering van den De Burgemeester De Secretaris VERORDENING regelende de invordering van de belasting voor plaatsen op de onderscheidene markten of elders te Leiden. Art. 1. De inning der gelden, verschuldigd voor het gebruik van grond op de onderscheidene markten of elders ingenomen, wordt opgedragen aan een of meer daartoe door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen ambtenaren. Art. 2. Volgt de betaling niet onmiddellijk op de aanvraag, dan kunnen de in het vorig artikel bedoelde ambtenaren de inge nomen plaats op de onderscheidene markten of elders dadelijk, op kosten van den belastingschuldige, doen ontruimen, onver minderd de bevoegdheid van den Gemeente-Ontvanger om den nalatige overeenkomstig de bepalingen der gemeentewet te vervolgen. Art 3. Voor de kermis of jaarmarkt is de geheele belasting reeds den Vrijdag vóór den aanvang der kermis invorderbaar voor zoover die niet reeds vroeger bij vooruitbetaling is voldaan. Indien van de verleende plaatsruimte geen gebruik wordt gemaakt wordt de betaalde som niet gerestitueerd. Vastgesteld door den Raad der gemeente Leiden in zijne openbare vergadering van den 1897. De Burgemeester De Secretaris, N°. 232. Leiden, 1 October 1897. Tegen den door het R.-K. Armbestuur ingediende rekening dienst '1896 in ontvangst ad8018.16r' in uitgaaf ad 7987.92 sluitende met een batig slot van 30.24* heeft de Commissie van Financiën geene bedenkingenderhalve stelt zij L voor' tot goedkeuring van die rekening over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën. Markten. Totaal.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 2