DINSDAG 7 SEPTEMBER 1897. 79 Zitting; van Dinsdag 7 September 1S97, geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen 1°. Beëediging en installatie van de toegelaten leden van den Gemeenteraad. 2°. Idem van twee Wethouders (Dr. A. W. Kroon Jr. en Dr. M. C. Dekhuyzen). 3°. Idem van twee Ambtenaren van den Burgerlijken Stand. (Dr. A. W. Kroon Jr. en Dr. M. C. Dekhuyzen). 4°. Idem van de leden in de vaste Commissiën, als: a. drie leden van de Commissie van Financiën, en uit dezen van den Voorzitter (Mr. H. L. Drukker, Voorzitter P. L. C. Driessen enleden) b. twee leden van de Commissie voor de Strafverorde ningen. (Mr. S. J. Fockema Andrete en c. Drie leden van de Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen en uit dezen van den Voorzitter Voorzitter; Mr. S. J. Fockema Andrece en Dr. T. Zaaijer leden). d. twee leden van de Commissie van Fabricage (J. J. IJas- selbach en N. Stadhouder.) e. twee leden van de Commissie voor het Oud Archief. (Mr. S. J. Fockema Andreae en Dr. E. F. Van Dissel). 5°. Idem van twee Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek (205) 6°. Idem van een lid der Commissie van het Stedelijk Mu seum. (P. L. C. Driessen). 7°. Idem van twee Bestuurders der Stedelijke Werkinrichting uit de leden van den Gemeenteraad (P. L. C. Driessen en 8°. Idem van een lid der Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar onderwijs. (189). 9°. Idem van den Commissaris Voorzitter der Leidsche Duin water-Maatschappij. '10°. Idem van een lid der Commissie van het Krankzinnigen gesticht Endegeest. (Dr. D. E. Siegenbeek van Heukelom). 11°. Verzoek van J. B. Van der Nat en andere schippers van den pakschuitdienst tusschen Leiden en Amsterdam, omtrent wijziging van de Verordening op den invoer, het vervoer en de keuring van vee en vleesch enz. (204) 12°. Verzoek van de Wed. J. H. Sala geb Oudshoorn om terug betaling van schoolgeld, lager onderwijs. (206) 13°. Idem als voren van J. P. Hemerik. (206) 44°. Voorstel omtrent splitsing van klassen aari de Hoogere Burgerschool voor jongens. (207). 45°. Verdeeling van den Raad in Sectien. Tegenwoordig zijn de heeren: P. J. Van Hoeken, Dekhuyzen, Zaaijer, Van Lidth de Jeude, Van Kempen, Stadhouder, Verster van Wulverhorst, Van Rhijn, Fockema Andreai,. Zillesen, Drucker, Kroon, L.Driessen, Siegenbeek van Heukelom,Korevaar, Van Dissel, Pera, Van Hamel, Juta, J. Driessen, A. J. Van Hoeken, Kerstens, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig zijn de heeren: De Vries, Hasselbach en De Goeje. De Voorzitter. In de eerste plaats is aan de orde: I. Beëediging en installatie van de toegelaten leden van den Gemeenteraad. De heeren Dekhuyzen, Kroon, Drucker, P. L. C. Driessen, J. P. J. Driessen en A. J. Van Hoeken J.Jz. leggen de bij de wet gevorderde eedende heer Siegenbeek van Heukelom de be loften af. De Voorzitter. Ik wensch den nieuw benoemde leden hartelijk geluk met het vertrouwen, dat de kiezers voor het eerst of bij herhaling in hen hebben gesteld, en ik hoop en vertrouw, dat hunne medewerking aan de beraadslagingen en besluiten van den Raad zullen strekken tot heil van deze ge meente. Toejuiching De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 26 Augustus worden gelezen en goedgekeurd. (De heer Kerstens komt ter Vergadering). De Voorzitter. De heeren De Vries, Hasselbach en De Goeje hebben bericht, dat zij verhinderd zijn deze Vergadering bij te wonen. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen 4°. Missive van den heer W. F. Verheij van Wijk houdende mededeeling dat hij het als Commissaris-Voorzitter van de Leidsche Duinwatermaatschappij ontvangen mandaat weder in handen stelt van den Gemeenteraad: Leiden, 1 September 1897. Ofschoon onder de vigeerende bepalingen de betrekking van Commissaris-Voorzitter der Leidsche Duinwater-Maatschappij niet verbonden behoeft te zijn aan het lidmaatschap van den Raad, acht ik het gewenscht, nu ik niet tot lid van den Raad herkozen ben, onder dankbetuiging voor het destijds in mij gestelde vertrouwen, het van Uwe Vergadering ontvangen mandaat weder in hare handen te stellen. Verhei.t van Wijk. Aan den Gemeenteraad. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hun nen aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst '18(97. 2°. Verzoek van J. W. Broers, om afschrijving van plaats, directe belasting, dienst 1897, wegens woonplaatsverandering over 9 maanden. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 3°. Rekening dienst 1896 van het Roomsch Katholiek Arm bestuur en het R. Kath. Wees- en Oudeliedenhuis. 4°. Begrooting dienst 1898 van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 5°. Adres van de schippers van den dagelijkschen pakschuit- dienst van Leiden naar Amsterdam, houdende verzoek om uitstel tot eene volgende gemeenteraadszitting van de behan deling van hun verzoek tot wijziging van de verordening op de keuring van vee en vleesch wat betreft den te volgen weg bij vervoer van vleesch naar het keuringslokaal Aan den Gemeenteraad der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de onderge- teekenden, van beroep schippers der dagelijksche Pakschuiten- dienst van Leiden naar Amsterdam, wonende te Leiden en Amsterdam, dat zij een beleefd verzoek hebben om punt 44 der agenda niet in behandeling te brengen en zulks aan te houden tot eene eerstvolgende zitting, daar wij in het verzoek eene wijziging willen brengen. Hetwelk doende, J. B. Van der Nat en c. s. Te behandelen bij punt 14 der agenda. 6°. Verzoek van M. I. B. Bruining om afschrijving van plaats, directe belasting, dienst '1897, over 4 maanden, wegens woon plaatsverandering. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter. Ten slotte is ingekomen eene missive van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, dd. 6 September j.l. (G. S. n°. 9), ten geleide van eene kennisgeving, dat in de openbare vergadering van hun college op Maandag 43 Sept. a. s. des namiddags te een uur verslag zal worden uitgebracht in zake het adres van den heer W. Fonteinhoudende bezwaar tegen zijne niet toelating als lid van den Raad: 's Gravenhage, den 6 September 1897. Ingevolge art. 6 onzer instructie hebben wij de eer U te berichten, dat in de openbare vergadering, welke zal gehouden worden op Maandag den 13 September aanstaande, des na middags te één ure, in het gebouw van het Provinciaal Be stuur, Korte Voorhout alhier, verslag zal worden uitgebracht in zake het adres van den Heer W. Fontein, architect te Leidenhoudende bezwaar tegen zijne niet-toelating als lid van den Raad dier gemeente. Wij noodigen U uit de memoriën en bewijsstukken die Uw College noodig acht vóór den 40 September a. s. aan ons in te zenden. In deze openbare vergadering, die door IJ hetzij door Uw College in zijn geheel hetzij bij gemachtigde kan worden bij gewoond, wordt aan belanghebbenden gelegenheid gegeven hunne eventueele bezwaren of belangen nader mondeling toe te lichten. De ter zake betrekkelijke stukken liggen tot en met den 40den September a. s. iederen werkdag van des voormiddags 10 tot des namiddags 4 uren, ter inzage aan het gebouw van het Provinciaal Bestuur. Nevensgaand bewijs van ontvangst dezer oproeping wordt per omgaande post ingevuld en onderteekend terugverwacht. De Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland, Fock, Voorzitter. Tavenraat, Griffiier. Aan den Raad der gemeente Leiden. De Voorzitter. Ik stel voor deze missive onmiddellijk in behandeling te nemen. Daartoe wordt besloten. De Voorzitter. De Raad heeft dus nu te beslissen: In de eerste plaats, of de Raad bij de mondelinge behandeling wenscht tegenwoordig te zijn; In de tweede plaats, zoo ja, of de Raad lust heeft en corps naar de vergadering te gaan, dan wel of hij daartoe een ge machtigde wenscht te benoemen. Een bepaald voorstel doe ik niet, want de brief is eerst heden morgen in onze handen gekomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 1