78 DONDERDAG 2G AUGUSTUS 1897. IX. Voorstel in zake de verlichting van de Korenbeurs bij gelegenheid van den verjaardag van H. M. de Koningin. (Zie Ing. St. n°. 192). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. X Suppletoire staten van begrooting en staten van af- en overschrijving op de begrooting van de R. K. armen en het R. K. Wees- en Oudeliedenhuis, dienst 1890. (Zie Ing. St. n°. 194). Worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed gekeurd. XI. Verzoek van Mej. M. A. Coolsma, om het gebruik van schoollokalen voor hare Zondagsschool. (Zie Ing. St. n°. 197). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. XII. Suppletoire staat van begrooting dienst 1897 ad f4465.— oprichting van twee politie-wachthuisjes. (Zie Ing. St. n°. 199 en 202). XIII. Staten van af- en overschrijving op de begrooting dienst 1897, ad f 5700.— tot verhooging van enkele artikelen dier begrooting. (Zie Ing. St. n°. 198 en 203). Deze staten worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. XIV. Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente over 1896. (Zie Ing. St. n«. 183, 184 en 200). Wordt met algemeene stemmen voorloopig vastgesteld waarbij het Dag. Best. zich buiten stemming houdt. XV. Rekening dienst 1896 van de Stedelijke Werkinrichting. (Zie Ing. St. n«. 178). De Voorzitter en de heeren Driessen, Zillesen en Verheij van Wijk verlaten gedurende de behandeling van deze Reke ning tijdelijk de zaalterwijl de heer Kroon het voorzitter schap waarneemt. De Rekening wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. De heer Juta herneemt zijn plaats als Voorzitter. De Voorzitter. Verlangt nog iemand het woord. De heer Verheij van Wijk. M. d. V.! Het is nu voor de laatste maal, dat ik de vergaderingen van den Raad bij woo en wensch ik een kort woord tot afscheid te zeggen. Toen ik voor 6 jaren hier kwamhad ik onder de leden eenige vrienden. Welnu! ik durf gerust verklaren, dat sedert dien tijd het getal vrienden grooter is geworden. Van alle leden zonder onderscheid heb ik steeds de meest mogelijke welwillendheid ontmoet. Ik ben den heeren daarvoor allen dankbaar; ik beveel mij bij voortduring in hunne vriendschap aan, terwijl ik die vriendschap mijnerzijds gaarne zal reci- proceeren. Ook U, mijnheer de Secretaris, mijn besten dank voor al de bewijzen van vriendschap. Zoo vaak ik bij U kwam om in lichtingen te vragen en een beroep te doen op uwe uitgebreide kennis en stalen geheugen, hebt gij mij altijd met de meeste voorkomendheid ter zijde gestaan. Diezelfde welwillendheid heb ik ook mogen ondervinden bij de heeren van de Secretarie en Rekenkamer, wier hulp ik als lid van de Comm. v. fin. natuurlijk nog al eens inriep. Mogen Uwe beraadslagingen, mijne heeren, onder de ener- gische leiding van onzen erninenten burgemeester, daarbij gesteund door onze degelijke en volijverige wethouders, strekken tot verzekering en verhooging van den bloei der gemeente, die ons allen lief is. De Voorzitter. Ik geloof ook uit naam van alle andere leden van den Raad te mogen spreken wanneer ik den heer Verhey van Wijk dank zeg voor zijne vriendelijke woorden ten op zichte van de leden van den Raad, Secretaris en ambtenaren en voor zijne goede wenschen met betrekking tot de ge meente, die ons allen lief is. Ik wensch er dit aan toe te voegen. Ook behoudens allen eerbied voor de uitspraak van de kiezers, spijt het mij en velen met mij, den heer Verhey van Wijk en ook den heer Kaiser, die nu niet tegenwoordig kon zijn, voortaan in onze vergaderingen te zullen moeten missen Daarbij wensch ik te voegen een woord van waardeering en hulde voor alles wat beide heeren in den Raad en in de verschillende commissiën hebben gedaan in het belang van de gemeente. Die Com missiën eischen dikwerf, hoewel hare werkzaamheden zoo niet in het licht tredenals de werkzaamheden in onze Raadsvergaderingentoch meer tijd en zorg dan deze. En voor die werkzaamheden in de Commissiën wil ik ook beide heeren hulde en dank brengenvoor al de goede zorgen en den tijd, dien zij daarvoor hebben over gehad, waardoor zij zoozeer zijn werkzaam geweest in het belang der gemeente. Wij wenschen hun zeker wederkeerig alles goeds toe, zoowel in hun maatschappelijk als particulier leven. (Toejuiching). Niemand verder het woord verlangende, wordt de verga dering gesloten. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 6