76 DONDERDAG 20 AUGUSTUS 4897. dat hij erkent, dat indien de Raad de gemeentewet naar de letter wil opvolgen, de geloofsbrieven van den heer Fontein ook niet mogen worden goedgekeurd, doch, voegt hij erbij, laten wij die toch maar goedkeuren en het verder aan Gedeputeerde Staten overlaten hoe in deze gehandeld moet worden. Deze redeneering komt mij onjuist voor. Indien Gedeputeerde Staten meenen, dat zij zich niet aan de wet behoeven te houden, moeten zij dit zelf weten, maar de Gemeenteraad moet beginnen zich wel te houden aan de wet. De heer Pera. M. d. V.! Uit uwe woorden zou men kunnen opmaken, dat ik desbewust de wet wilde overtreden. En voor zulk een wetsovertreder wil ik niet gaarne te boek staan. Ik heb gezegd: naar mijn oordeel laat de geest, niet de letter van de wet toe, den heer Fontein toe te laten als lid van den Raad. En die opvatting geeft mij de vrijheid voor zijne toe lating te stemmen. De Voorzitter. Ik heb gezegd, dat ook volgens de meening van den heer Pera, de letter van de wet verbood den heer Fontein toetelaten. De Conclusie van de Commissie wordt in stemming gebracht en met 18 tegen 2 stemmen aangenomen. Vóór stemden de heeren: Korevaar, Van Kempen, Verster van Wulverhorst, Van Hamel, Van Hoeken, Hasselbach, De Goeje, Van Rhijn, Stadhouder, De Vries, DriessenKroon, Dekhuyzen, Drucker, Siegenbeek van Heukelom, Van Lidth de Jeude, Zillesen en Juta. - Tegen stemden de heeren Pera en Kerstens. Buiten stemming hield zich de heer Verheij van Wijk. II. Benoeming van een tweeden onderwijzer aan de Jongens school 1e klasse. (Zie Ing. St. n°. 193). De Voorzitter. Mag ik de heeren De Goeje, Van Kempen en De Vries verzoeken met mij het stembureau uit te maken? De uitslag der stemming is, dat met 20 stemmen wordt benoemd de heer H. G. Martin; 1 briefje was in blanco. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne welwillende medewerking. III. Verzoek van Dr. W. F. R. Suringar, in zake de aan sluiting van het Buitengoed Rhijngeest aan de leiding van de Stedelijke Gasfabriek. (Zie Ing. St. n°. 185). De heer Van Hoeken. M. d. V.Tegen welken prijs zal den heer Suringar het gas geleverd worden De Voorzitter. Tegen denzelfden prijs als de ingezetenen van Leiden hebben te betalen. De heer Van Hoeken. Dan vind ik de aansluiting nog al bezwarend. Er zal toch nog al eene belangrijke buisleiding noodig zijn om het buitengoed te bereiken, en de vraag is, of de kosten daarvan goedgemaakt zullen worden door de opbrengst van het gasverbruik. De Voorzitter. Er zullen ten behoeve van den heer Sur ingar door de gemeente geen buizen worden gelegd. De buis loopt naar het gesticht Endegeest, en van uit die buis zal een zijbuis worden gelegd over het buitengoed van den heer Suringar. Doch die zijbuis komt voor rekening van den heer Suringar. De heer Van Hoeken. M. d. V.! Dan heb ik geen bezwaar tegen het verzoek, maar uit de stukken bleek niet, dat de buis voor rekening van den heer Suringar was. Op het verzoek wordt zonder hoofdelijke stemming gunstig beschikt. IV. Voorstel omtrent het doen van herstellingen aan de Spanjaardsbrug. (Zie ing. St. ri°. 186). De heer De Vries M. d. V.Eene enkele vraag slechts. Bestaan er bepalingen op het doorlaten van schepen, met dien verstande dat bijv. voorgeschreven is, hoeveel schepen achter elkander een brug mogen doorvaren, vóórdat deze weder voor het verkeer van voetgangers en rijtuigen moet gesloten worden. Ik doe de vraag omdat mij klachten ter oore zijn gekomen, dat de brugwachter de Spanjaardsbrug soms heel lang open houdt, ten einde zooveel schepen als mogelijk is te kunnen doorlaten, natuurlijk ook uit gemakzucht om de brug niet telkens te sluiten en te openen. De Voorzitter Wanneer mijn geheugen mij niet bedriegt mogen slechts twee schepen achtervolgens eene brug door varen, maar naar aanleiding van uwe opmerking zal ik een onderzoek doen instellen, of de brugwachter aan de Spanjaards brug die bepaling niet opvolgt. De heer De Vries. M. d. V.! Ik dank u voor uwe inlichting; wanneer er mij dus weder klachten ter oore komen kan ik gerust mededeelen, dat bepaald voorgeschreven is, slechts twee schepen achter elkander te doen passeeren. De Voorzitter. Die bepaling is ten minste toepasselijk op de gemeentewateren, en zeker dus ook wel op de Spanjaards brug. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. V. Verzoek van E. Van der Leest, om terugbetaling van schoolgeldlager onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 187). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. VI. Verzoek van de Leidsche Katoenmaaatschappij, om den eigendom van een stukje gemeentegrond van de Waardstraat, (Zie Ing. St. n°. 488 en 196). De Voorzitter. Hierbij komt in behandeling het verzoek van dezelfde Maatschappij om den grond te mogen bekomen voor 5.— per M.2 Dit verzoek heeft B. en W. echter geen aanleiding gegeven om op hun oorspronkelijk voorstel terug te komen, zoodat zij in overeenstemming met de Comm. v. Fabr. en de Comm. v. Fin. dit voorstel blijven handhaven. De heer Verster van Wulveriiorst. M. d. V.! Wordt in het adres niet gewezen op een antecedent, toen ook 5. per M1 is betaalt. Bestaan er redenen om nu anders te handelen? De Voorzitter. De redenen waarom wij 10 vragen zijn deze: het is herhaaldelijk voorgekomen, dat wanneer de ge meente grond noodig had, zooals bijv onlangs voor het bouwen van eene school, door de eigenaars zulke overdreven eischen worden gesteld, dat er geen aankomen aan is; en wanneer men daarentegen grond van de gemeente wenscht te kooperi wil men die half voor niet hebben. Juist in de onmiddellijke nabijheid van de plaats waar de gemeente een stuk grond noodig had voor eene school, heeft zij zelf grond afgestaan ter verbetering van arbeiderswoningen. Toen de gemeente daarvoor 2,— per M- vroeg, kwam dit den aanvrager zoo verschrikkelijk hoog voor, dat hij bijna van zijn aanvraag had afgezien. Maar voor den grond welke de gemeente wilde koopen werd zoo'n buitensporige prijs gevraagd, dat zij er van moest afzien. Aangezien de oppervlakte van de door de Leidsche Katoen- Maatschappij gevraagde grond circa 20 M3 bedraagt en het laatst aan haar grond is afgestaan voor ƒ6,— per M', geldt het hier slechts een verschil van f 80,— meer, dat voor een groote Maatschappij als de Leidsche Katoenmaatschappij van gering belang is. Toen dezelfde Maatschappij vlak bij het nu aangevraagd stukje grond een huisje aankocht, heeft de grond haar heel wat meer gekost; waarom moet nu de ge meente haar grond voor bijna niets afstaan? Laten wij niet te veel aan antecedenten hechtenmaar eerder erkennen, dat wij vroeger grond te goedkoop hebben gegeven, en dus nu vragen wat wij er volgens billijke waarde voor kunnen krijgen De heer Verster van Wulveriiorst. Dank u, M. d, V.l De heer Van Kempen. M. d. V.! Korten tijd geleden heeft de heer Van Hoeken grond van de gemeente gekocht voor f 10per M2 of meer. Het zou dus niet billijk zijn de katoen maatschappij minder te doen betalen, of de heer Van Hoeken zou restitutie van het te veel betaalde moeten ontvangen. Men kan niet met twee maten meten. De Voorzitter Over het algemeen is het waar, dat men niet met twee maten mag meten, maar aan den anderen kant is het zeer moeilijk een vasten maatstaf voor den verkoop van grond aantenemen. Grond op de eene plaats heeft bijv. veel grooter waarde dan die op eene andere plaatsook het doel waarvoor de grond moet dienen kan invloed hebben op den prijs. Op het verzoek wordt overeenkomstig het voorstel van B. en W. zonder hoofdelijke stemming beschikt. VIL Voorstel tot voldoening uit den post voor onvoorziene uitgaven van de kosten van het deskundig onderzoek in zake de uit te voeren werken in verband met de grensuitbreiding, (Zie Ing. St. n°. 490 en 201). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. VIII. Voorstel tot het aanbrengen van eenige verbeteringen in enkele singelwegen. (Zie Ing St. n°. 191). De heer Van Lidth de Jeude. Ik heb met genoegen geziendat er een begin zal worden gemaakt met het ver beteren van de Singelwegen, hoewel er uit de stukken niet duidelijk blijkt, wat er juist geschieden zal. Er wordt alleen gezegd, dat de Witte- en Zoetervvoudsche Singel wegen zullen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 4