90 N°. 206. Leiden, den 1 September 1897. Wij hebben de eer U hierbij over te leggen de verzoek schriften van J. P. Hemerik en de Weduwe J. M. Sala geb. Oudshoorn, om terugbetaling van schoolgeld lager onderwijs, wat de eerste betreft voor zijn pupil H. J. Koel, die den 24en Augustus j.l. de school der 2e klasse voor jongens en meisjes heeft verlaten wegens vertrek naar 's Gravenhage en wat de laatste aangaat voor haar dochtertje, die dezelfde school sedert 3 Mei j.l. wegens ziekte niet meer heeft bezocht. Op grond van art. 2 der verordening van den Hen November 1880 (Gemeenteblad n°. 9 van 1882) zooals die is gewijzigd bij de verordening van 13 October 1887 (Gem.blad n°. 1 van 1888) waarbij is bepaald dat gedeeltelijke terugbetaling of kwijtschelding van schoolgeld kan worden verleend aan ouders of die hen vervangen, welke tusschentijds de stad metterwoon verlaten of zich in de gemeente vestigen, moeten wij U in overweging geven afwijzend op de verzoeken te beschikken, omdat noch de Wed. Sala geb. Oudshoorn noch J. P. Hemerik zich in de gemeente hebben gevestigd of die metterwoon hebben verlaten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 24 Augustus 1897. Aan den Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. M. M.l De ondergeteekende deelt UEd. hierdoor mede, dat zijn pupil Henri Jakob Koel, leerling der Openb. L. School der 2e klasse (Hoofd de WelEd. Heer J. A. Van Dijk) met ingang van heden naar Den Haag is vertrokken. Reden waarom ondergeteekende beleefd vrijstelling van schoolgeld verzoekt voor het verdere van dit loopende kwartaal. Met de meeste hoogachting UEd. dw. dienaar Hoogeivoerd 62. J. P. Hemerik. Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Ondergeteekende Wed. J. M. Sala (Oudshoorn) geeft met verschuldigden eerbied te kennen, dat haar dochtertje Catharina Petronella Sala de voorbereidende school van den Heer Van Dijk alhier op 3 Mei 11. wegens ziekte heeft moeten verlaten, reden waarom zij beleefdelijk terugbetaling verzoekt van het door haar te veel betaalde schoolgeld. Hoogachtend, Wed. J. M. Sala—Oudshoorn. Kraaierstraat N°. 2. Leiden, 26 Augustus '97. Wij geven U derhalve in de eerste plaats in overweging om, evenals in de laatste jaren, den Heer H. H. Breuning als tijdelijk leeraar te benoemen tot het geven van 4 uur Hoog- duitsch in eene deri afdeelingen van de 1ste klasse, tegen eene bezoldiging van ƒ460.in de tweede plaats Dr. E. A. Klobbie wreder als tijdelijk leeraar te benoemen, ten einde den Directeur bij 4 uren practische oefeningen in de scheikunde ter zijde te staan, tegen eene bezoldiging van ƒ400.—. Voorts zou de splitsing der 5de klasse voor enkele vakken veroorzaken dat de volgende leeraren uren boven het maximum moeten geven de Heer Werkman 3 uur, dat is: ƒ300,boven de bezoldiging. Rijk 1 100, v.dWaals2 100, Leendertz2 (schoonschrijven), dat is: 100, [boven de bezoldiging. Daar de verdeeling der uren voor wiskunde, mechanica en cosmographie dit jaar gevoegelijk zóó kan worden ingericht, dat de Heer Massink slechts '1 uur boven het maximum be hoeft te geven 100,zou het totale bedrag der voor deze splitsingen benoodigde gelden 1400,bedragen (tegen ƒ2000,— in den vorigen cursus). Wij geven LI derhalve in overweging deze regeling, voor zooveel noodig, goed te keuren. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs Namens de Commissie De Secretaris J. W. Muller. N°. 207, Leiden, 2 September 1897. Wij hebben de eer U hiernevens over te leggen een schrijven van de Commissie van Toezicht op de scholen voor Middel baar onderwijs d.d. heden omtrent eene splitsing van klassen, aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. Ons met dit voorstel vereenigende geven wij Uwe Vergadering in over weging de voorgestelde regeling goed te keuren en alzoo de tijdelijke aanstelling van de Heeren H. H. Breuning en Dr. E. A. Klobbie, als leeraren in het Hoogduitsch en de Prak tische Scheikunde' aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens voor den cursus 1897/98 te verlengen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van loeiden. Leiden, 2 September 1897. Wij hebben de eer U te berichten, dat het vermoedelijk aantal leerlingen der Hoogere Burgerschool voor Jongens (on gerekend nog degenen, die bij de dezer dagen gehouden tweede toelatingsexamens mochten slagen) in den aanstaanden cursus zal zijn als volgt: lste klasse-42 2de 38 3de 45 4de +40 5de +22 Het zal derhalve noodig zijn de lste, 2de, 3de en 4de klasse geheel te splitsen. De 5de klasse wenschen wij voor enkele vakken te splitsen, o. a. voor de practische scheikunde, waarbij 20 a 24 leerlingen moeielijk gelijktijdig in hetzelfde lokaal onder leiding van één leeraar kunnen werken; voor boek houden, waarbij uithoofde der verschillende boeken, die voor eiken leerling eene geheele tafel noodig maken, hetzelfde be zwaar geldt, en voor 1 uur in elk der vreemde talen, evenals dit in vorige jaren herhaaldelijk is geschied (zie onze missive van 3 September 1894 (n°. 137) en die van 6 Sept. 1895 (n°. 172). Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 2