VRIJDAG 2
JULI 1897.
G1
Kitting van Vrijdag 2 Juli 1S97,
geopend des namiddags te twee uren.
Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1°. Benoeming van drie Bestuurders der Stedelijke Werk
inrichting. (145)
2°. Idem van een Commissaris der Bank van Leening. (148)
3°. Idem van eene leerares in de Nederlandsche taal- en
letterkunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (149)
4°. Idem van een Wethouder. (150)
5°. Idem van inwoners der gemeente, tevens kiezers in het
kiesdistrict, voor den tijd van twaalf maanden tot leden
of plaatsvervangende leden in de stembureaus voor de
verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, Provinciale Staten en den Gemeenteraad. (165)
G°. Aanwijzing van een lid van den Gemeenteraad om, zoo
noodigals plaatsvervanger' op te treden voor den Bur
gemeester, als Voorzitter in het Hoofdstembureau van het
Eerste Kiesdistrictvoor de eventueele stemming voor de
benoeming van leden van den Gemeenteraad op 9 Juli a. s.
(165)
7°. Benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden
in het Iloofdstembureau van het Eerste kiesdistrict voor
de benoeming van leden van den Gemeenteraad en van
de voorzitters, leden en plaatsvervangende leden in de
overige stembureaux. (165)
8°. Voorstel tot het verleenen van afschrijving of terugbetaling
van plaatselijke directe belasting, dienst 1896. (141)
9°. Idem omtrent de verlenging van de overeenkomst met
het Rijk, betreffende de verpleging van stads zieke armen
in het Ziekenhuis der Rijks-Universiteit. (142)
10°. Idem tot afstand van grond der Brandewijnsgracht aan
Mej. W. Hagemans. (143 en 146)
11°. idem tot regeling van het onderhoud en de bediening
van de stadsklokken enz. (147)
12°. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1897, ad ƒ45000.
(aankoop van grond van de erven Gevers van Endegeest)
(151 en 155)
13°. Verzoek van J. M. Van Baak, om terugbetaling van school
geld, lager onderwijs. (152)
14°. Idem als voren van de Wed. A. M. Hesper-Schmitt. (156)
15°. Idem van de Wed. Dr. Paul HartingA. G. Schuurman,
Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (157)
16°. Staat Model A op de begrooting, dienst 1897, ad ƒ442.19",
(uitkeering aan de Bank van Leening). (153 en 164).
17°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting der Bank
van Leening, 1896. (161)
18ü. Staat van af- en overschrijving op de begrooting voor 1897
ad ƒ4000.Kosten van de kiezerslijsten enz. (158 en 159)
19°. Rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
over 1896. (154)
20°. Idem als voren van de Bank van Leening. (160)
21°. Idem als voren van de Stedelijke Gasfabriek. (162)
22°. Kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1897. (163)
Tegenwoordig zijn 22 leden, als de heeren: Kaiser, Van
Kempen, Van Hoeken, StadhouderVerster van Wulverhorst,
Korevaar, Kerstens, Pera, Van Lidth de Jeude, Van Rhijn,
Fockema Andrese, Zillesen, Dekhuyzen, Hasselbach, Egbert
De Vries, De Goeje, Driessen, Cock, Van Hamel, Verheij van
Wijk, Drucker, Juta, alsmede de Burgemeester, Voorzitter.
Afwezig: de heeren Siegenbeek van HeukelomKroon, De
Sturler, Zaaijer en Van Dissel.
De Notulen van het verhandelde ih de vorige vergadering
van 10 Juni worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1°. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland, dd.
8/11 Juni j.l. B. N°. 1667 (3e afd.) G. S. n°. 72, ten geleide
van het goedgekeurd raadsbesluit van '13 Mei j.l. tot het ver
leenen van rentegarantie aan het Bestuur der vereeniging tot
bevordering van den bouw van werkmanswoningen.
2°. Idem als voren, dd. 8/11 Juni jlA., B. N°. 1665 (3e aid.)
G. S. n°. 81/1, ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit
van 29 Mei j.l. tot voldoening van een bedrag van ƒ300 uit
den post: «Onvoorziene Uitgaven" voor het onderzoek naar
het beheer in de Stads-bank van Leening.
3°. Idem als voren, dd. 8/12 Juni jl. B. N°. 1476 (3e afd)
G. S. n°. '119/4 ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit
van 13 Mei jl. tot aankoop van een stuk land in den Stads-
polder voor de oprichting van een 5e school van de 3e klasse.
4°. Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland, dd. 8/12
Juni j.l. B. N°. 2094 (le afd.) G. S. n°. 119), ten geleide van
een exemplaar van het goedgekeurd raadsbesluit tot aanwijzing
van de plaats voor de oprichting van een 5e school van de
3e klasse.
5°. Missive van Mejuffr. B. De Jongh te Groningen, houdende
dankbetuiging voor de benoeming tot Stads vroed vrouw.
6°. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland, ten
geleide van de goedgekeurde raadsbesluiten van 10 Juni j.l.
tot verhooging der begrooting, dienst 1897, in ontvangst en
uitgaaf met ƒ50000.(Geldleening ter voorziening in de be
hoefte aan kasgeld) en met ƒ7100 (verhooging van te laag
geraamde begrootingsposten, dienst 1896).
7°. Missive van de Ged.Staten van Zuid-Holland, dd. 22/29 Juni
jl. B. N°. 431 (2e afd.) G. S. n°. 55, ten geleide van de goed-,
gekeurde rekening van de dd. Schutterij dezer gemeente, over
het jaar 1896.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
Adres van den heer H. Paul, houdende verzoek om eervol
ontslag uit de betrekking van Gemeente- architect tegen 1 No
vember a. s.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
De Voorzitter deelt alsnog mede:
1°. dat op den 21 Juni j.l. heeft plaats gehad de opneming
der boeken en kas van den Gemeenteontvanger, waarvan proces
verbaal is opgemaaktdat in de Leeskamer ter inzage van de
leden is nedergelegd en in afschrift is gezonden aan de Gedep.
Staten van Zuid-Holland.
2°. Besluit van de Ged. Staten van Zuid-Holland van den
14en Juni j.l. n°. 38 (Prov. blad n°. 31), waarbij wordt mede
gedeeld dat met ingang van 1 Juli 1897 opnieuw tot school
opziener in het arrondissement Leiden wordt benoemd de heer
Jhr. Mr. J. Beelaerts van Blokland te 's Hage.
3°. dat aan J. A. Du Calavon, eervol ontslagen bewaarder
van de Stadstimmerwerfuit hoofde van ziekelijke gesteldheid
of gebreken niet meer in staat om zijne betrekking waar te
nemen (art. 2 n°. IV der Verordening van 4 December 1884)
een pensioen is verleend van ƒ456.875 per jaar, berekend naar
eene jaarwedde van 850 en 32 jaren en 3 maanden dienst
en zulks met ingang van 1 Juni Ïb97.
4°. dat nog ƒ50.000 bij de Rijnlandsche Bank is opgenomen
ter voorziening in de behoefte aan kasgeld.
Aan de orde is:
I. Benoeming van drie bestuurders der Stedelijke Werkin
richting.
(Zie Ing. St. n°. 145).
De Voorzitter. Mag ik de heeren Pera, Van Lidth de Jeude
en Van Rhijn verzoeken met mij het stembureau uit te maken?
Achtereenvolgens worden benoemd de Heeren:
Or. De Loos met algemeene (22) stemmen;
Dr. J. G. Van der Sluijs met 21 stemmen; de heer Drucker
verkreeg 1 stem.
F. De stoppelaar met 21 stemmen: Mej. Nassau Noordewier
verkreeg 1 stem.
II. Idem van een Commissaris der Bank van Leening.
(Zie Ing. St. n°. 148).
Benoemd wordt met 21 stemmen de heer Mr. H. L. Drucker.
de heer Van Litdh de Jeude bekwam 1 stem.
De heer Drucker verklaart zich bereid de benoeming aan
te nemen.
III. Idem van een leerares in de Nederlandsche taal- en
letterkunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes.
(Zie Ing. St. n°. 149).
Met 22 stemmen wordt benoemd Mej. A. Nassau Noordewier.
IV. Idem van een Wethouder.
(Zie ing. St. n°. 150).
De Voorzitter. Mijne heerenAlvorens over te gaan tot
de benöeming van een Wethouder, wensch ik een woord van
hulde te brengen aan den aftredenden Wethouder, den heer
De Sturler, die gedurende verscheidene jaren, van 1891 af,
met ijver en bekwaamhèid deze betrekking heeft behartigd.
Nu de heer De Sturler door verandering in zijn werkkring,
zich in den laatsten tijd niet meer zoo aan zijne betrekking
als Wethouder heeft kunnen wijden als hij vroeger heeft ge
daan ziet hij zich genoodzaakt deze betrekking neder te leggen.
Hoewel wij onder de gegeven omstandigheden dit besluit vol
komen kunnen billijken, mag ik toch niet verzwijgen, dat
het College van Dag. Best. den heer De Sturler met leed
wezen ziet heengaan. Zijne adviezen werden in ons College
altijd op hoogen prijs gesteld, en de omgang met hem heeft
altijd het meest vriendschappelijke karakter gedragen.
Namens het College van Dag. Best. en ik geloof in deze
mijne heeren, ook namens u allen te mogen spreken meende
ik hier een woord van dank te moeten brengen aan den heer