GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 67 INGEKOMEN STEKKEN. No. 144. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 1 tot en met 7 Juni 1897. N°. DATUM. UUR. 1 2 3 4 5 6 7 Juni. 7.30-9.15 7.30-9.30 7.30-9.30 7.30-9.15 7.30-9.30 7.30-9 30 7.30-9.30 AANTAL, i Gemidiiei.de Eng. Stand- kaarsen. 7 8 7 8 7 8 8 1C.4 16.2 -16.2 16.4 16. 16. 16.2 No. 145. Leiden, 12 Juni 1897. Naar aanleiding van art, 3 van het reglement van beheer, hebben wij de eer U de volgende dubbeltallen voor te dragen van de leden van ons bestuur buiten den Gemeenteraad, die den 1° Juli a. s. moeten aftreden, zijnde de Heeren: Dr. D. DE LOOS, Dr. J. G. VAN DER SLUYS, en F. DE STOPPELAAR, welke echter opnieuw benoembaar zijn: 10. Dr. D. DE LOOS en Dr. J. F. A. MELLINK. 20. Dr. J. G. VAN DER SLUYS en Dr. C. L. RüMKE. 30. F. DE STOPPELAAR en C. BONGER. Bestuurderen der Stedelijke Werkinrichting L. Driessen, Voorzitter. H. C. JUTA, Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 146. Leiden, den 17 Juni 1897. De Commissie van Financiën beeft de eer Uwe Vergadering mede te deelendat er bij baar geene bedenkingen bestaan tegen bet voorstel van Burgemeester en Wethouders tot den afstand in eigendom aan Mejuffr. VV. Jlagemans, van een ge deelte der Brandewijnsgracht, groot ongeveer 150 centiaren, grenzende aan de perceelen kadastraal bekend sectie B n°. 721 tot en met n°. 726 en n°. 1692, ten einde te worden bebouwd, tegen betaling van een koopsom van 2.per centiare en van de kosten van overdracht. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 147. Leiden, 14 Juni 1897. Door II. Van Leeuwen, aan wien krachtens raadsbesluit van 8 December 1864 het onderhoud van de Stadsklokken enz. is opgedragen, is verzocht van die taak te worden ontheven tegen 1 Juli a. s terwijl onderscheidene personen zich voor genoemde bediening hebben aangemeld. Wat de bestaande regeling van deze aangelegenheid betreft, kunnen wij mededeelen, dat in de raadszitting van 9 Juni 1864 op voorstel van Burgemeester en Wethouders werd besloten, bet onderhoud en het opwinden der gemeente-uurwerken na bet overlijden van den laatsten aannemer niet meer te doen aanbestedenmaar met dat werk, bij wijze van proef, voortaan een persoon te belasten, door het College van dagelijkschbe stuur te benoemen, op de voorwaarden en tegen de som, zooals dit laatstelijk aangenomen werd. Daarop hebben Burg. en Weth. het onderhoud en het opwinden der gemeente-uur- werken voor den tijd van zes maanden opgedragen aan Her- manus Van Leeuwen, die dit werk tijdens de ongesteldheid van den vorigensedert overleden aannemer, C. T. Meylan, ook wel verrichtte. Vermits nu gedurende den proeftijd geene de minste klachten, zelfs van desbevoegden, waren ingekomen, en Van Leeuwen bij eene hoogst noodige herstelling van het klokkenspel op bet Raadhuis getoond had ook daarvoor de noodige bekwaam heid te bezitten, werd door Burgemeester en Wethouders bij hun rapport van 28 November 1864 H. Van Leeuwen voor noemd voorgedragten tot het onderhouden en het opwinden der gemeente-uurwerken alhier, en zulks op eene jaarwedde van f150, zijnde f 50 minder dan tot hiertoe hiervoor werd aan besteed, en zulks als een gevolg van het wegbreken van de Wittepoort, waardoor het daarop geplaatste uurwerk was ver vallen. In de raadszitting van 8 December 1864 werd dienovereen komstig H. Van Leeuwen met 21 stemmen, terwijl ééh billet in blanco was gelaten, benoemd tot het onderhouden en op winden van de gemeente-uurwerken, op eene jaarwedde van Bij de vaststelling van de begrooting voor 1873 werd dit bedrag met 50 verminderd, en gebracht op ƒ700, wegens het wegvallen van het onderhoud van het uurwerk van den toren der Marekerk, zijnde krachtens raadsbesluit van 21 Juli 1871 de toren dier kerk in eigendom overgedragen aan de Gemeente- Commissie van het Nederduitsch Hervormd Kerkgenootschap alhier. Tot het het 2 X klok; het 1 X kerkklok het 1 X kerkklok het 1 X hierbedoeld werk behoort thans: daags opwinden van 4 gewichten der stadhuistoren- daags opwinden van 3 gewichten der Hooglandsche daags opwinden van 3 gewichten der Lode wij ks- daags opwinden van 2 gewichten der Zijlpoortsklok; het 1 X per week opwinden van alle uurwerken der gemeente scholen en het opwinden van die van het Raadhuis. De gemeente uurwerkmaker moet tevens voor het onderhoud zorgen van de touwen der torenuurwerken en voor zijne reke ning vernieuwen. Hij moet tegenwoordig zijn bij het bespelen van het carillonomin geval er onder het bespelen iets breektdit direct te herstellen of te vermaken en moet den klok kenist behulpzaam zijn bij het verstellen van de melodiën op het Carillon in de laatste week van April. Het komt ons minder regelmatig voor dat voor de uitoefening van deze werkzaamheden een persoon door den Gemeenteraad wordt benoemd, gelijk in 1864 heeft plaats gehad, welke persoon ten gevolge van zoodanige benoeming, wordt gerekend tebe- hooren tot de gemeente ambtenaren, terwijl het hier toch alleen geldt de opdracht van eenig bepaald omschreven werk van onderhoud van gemeente-eigendommen. Wij wenschen Uwe Vergadering daarom in overweging te geven den tegenwoordigen titularis met ingang van 1 Juli a. s. eervol te ontheffen van de tot dusverre door hem vervulde taak, wat betreft het onderhouden en opwinden van de gemeente uurwerken en niet over te gaan tot de benoeming van een opvolger. In de tweede plaats geven wij in overweging ons college te machtigen in het onderhouden en opwinden van de gemeente uurwerken te doen voorzien, en te dien einde over de ter zake op de begrooting uitgetrokken gelden te beschikken. Aan een door ons aan te wijzen persoon zullen alsdan de bovenomschreven werkzaamheden worden opgedragen, met bepaling, dat door hem verder al datgene zal moeten verricht, wat, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders, tot diens werkkring behoort. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 148. Leiden, 17 Juni 1897. Ten gevolge van de periodieke aftreding van Mr. H. L. Drucker met 1 Juli a. s. als Commissaris der Stads Bank van Leening, hebben wij de eer IJ bierbij aan te bieden eene krachtens art. 1 van de Verordening, houdende Reglement op de Rank van Leening opgemaakte alphabetisehe voordracht, met verzoek lot eene benoeming te willen overgaan, lo. Mr. H. L. DRUCKER. 2o. Dr. TIL W. VAN L1DTH DE JEUDE. 30. P. ZILLESEN. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 149. Leiden, 21 Juni 1897. Ten gevolge van het bij raadsbesluit van '10 Juni j.l. aan Mej. A. M. J. Cambier verleend eervol ontslag, vaceert met 1 September a. s. de betrekking van leerares in de Neder- landsche taal- en letterkunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjeszoodat tot de benoeming van eene leerares moet worden overgegaan. I Blijkens de hierbij overgelegde rapporten van de Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwijs en van den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs te 's Graven- hage, wordt voor die betrekking aanbevolen Mej. A. Nassau Noordewier, thans tijdelijk met de waarneming dier betrekking belast.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 1