58
onderzoek naar het in den laatsten tijd in de Bank van Leening
en de Hulpkantoren gevoerde beheer, ieder een geldelijke ver
goeding ten bedrage van 100,te verleenen uit de gemeente
kas, te voldoen uit den post voor Onvoorziene Uitgaven van
de begrooting van dit jaar.
i)e vereischte staat Model A wordt hierbij ter vaststelling
aangeboden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 20 Mei 1897.
Wij hebben, naar aanleiding van gebleken knoeierijen van
den assistent beambte van het Hulpkantoor A. J. De la Bije,
op verzoek van UEd.achtb. eene commissie benoemd, ten einde
een nauwkeurig onderzoek in te stellen naar bet in den laatsten
tijd in de Bank van Leening en de Hulpkantoren gevoerde
beheer, en deze commissie, in overleg met uwen Voorzitter,
samengesteld uit de heeren P. J. C. Dee, R. Pronk en W. Mathol
de Jongh, allen alhier.
Bij missive van 14 April j.l. n°. 170, hebben wij bet pro
cesverbaal betreffende dat onderzoek aan UEd.achtb. doen
geworden.
Wij achten het billijk, dat aan genoemde personen, die
ruim drie weken met dat onderzoek zijn bezig geweest, voor
de door hen ten behoeve der Gemeente verrichte werkzaam
heden eene geldelijke vergoeding worde toegekend, en wel
van ƒ100,voor ieder hunner.
Daar deze uitgave van zeer buitengewonen aard is, zouden
wij niet gaarne zien, dat zij ten laste van de exploitatie der
Bank moest worden gebracht, en meenen wij UEd.achtb. in
overweging te mogen geven, indien althans Uw College
zich met ons bovenvermeld denkbeeld kan vereenigendie
uitgave te nemen voor rekening van de Gemeente en haar
te vinden uit een door UEd.achtb. aan te wijzen post der
Gemeentebegrooting voor den dienst 1897.
Commissarissen der Stads-
Bank van Leening.
II. Van der Hoeven, Voorzitter.
G. H. Kokxiioorn Waam. Secretaris.
Aan Burgemeester en Wethouders
der gemeente Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.