62
wel noode, besloten heeft, tegen 1 September haar eervol
ontslag aan te vragen, in het vertrouwen, dat Uw College
haar het pensioen voor de volbrachte dienstjaren zal willen
verleenen. Hetwelk doende, enz.
A. M. J. Cambier.
Oudshoorn, 23 April 1897.
's-Gravenhage19 Mei 1897.
In antwoord op Uwe missive van 18 Mei 1897 N°. 665
heb ik de eer U te berichten, dat tegen het verleenen van
bovenbedoeld eervol ontslag geene bedenkingen bestaan.
De Inspecteur van het middelbaar onderwijs
A. F. Van Aken.
N°. 133. Leiden, 29 Mei 1897.
Het onderzoek der rekening van Inkomsten en Uitgaven
van het Geref. Minne of Arme Oude Mannen- en Vrouwem-
huis over het jaar 1896, heeft de Commissie van Financiën
tot geene bedenkingen aanleiding gegeven.
Zij stelt U voor die rekening goed te keuren, in ontvangst
ad ƒ11042,955, in uitgaaf ad ƒ10753.883, sluitende met een
batig saldo van ƒ289,07.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 134. Leiden, 29 Mei 1897
De Commissie van Financiën heeft geen bezwaar tegen de
rekening van de d.d. Schutterij over 1896 en adviseert U
die voorloopig vast te stellen, in ontvangst en uitgaaf op
8957,30.
Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën.
N°. 135. Leiden3 Juni 1897.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten
dat zij geene bedenkingen heeft tegen den staat van af- en
overschrijving en de Suppletoire begrooting, dienst 1896,
van de stedelijke Werkinrichting.
Zij adviseert U derhalve tot goedkeuring van die staten.
Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën.
N°. 136. Leiden3 Juni 1897.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van P. Koning
te Leiderdorp, hebben wij de eer U mede te deelen dat de
zoon van adressant, Jan Wouter Koning, leerling van het
Gymnasium den 24 April j.l. die inrichting heeft verlaten
ten einde zich voor te bereiden voor toelating tot eenige
klasse der Hoogere Burgerschool voor Jongens.
Wij geven Uwe Vergadering daarom in overweging aan
adressant vrijstelling of terugbetaling te verleenen van school
geld voor zijn zoon, vroeger leerling van het Gymnasium,
over het laatste kwartaal van den cursus 1896/97.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigde achting te kennen P. Koning te
Leiderdorp, dat zijn Zoon Jan Wouter is geweest leerling van
het Gymnasium te Leiden, dat hij dientengevolge is aan
geslagen voor het schoolgeld dier inrichting voor het dienst
jaar 1896/97, dat gemelde leerling evenwel in de maand
April het Gymnasium heeft verlaten.
Redenen waarom hij beleefd verzoekt vrijstelling van het
laatste kwartaal van dat dienstjaar.
'tWelk doende
IJEd. dw. dienaar,
Leiderdorp, Mei 1897. P. Koning.
No. 137. Leiden, 3 Juni 1897.
Ter vervulling van de vacature die ontstaan zal ten gevolge
van het aan Mejuffrouw C. C. J. Boer verleend eervol ont
slag, hebben wij de eer U hierbij eene voordracht aan te
bieden ter benoeming van eene derde onderwijzeres aan de
Meisjesschool 2e klasse.
Die voordracht is opgemaakt in overleg met den arrondisse-
ments schoolopziener na ingewonnen bericht van het hoofd
der school en als volgt samengesteld:
1°. Mejuffr. S. J. Kiihlmanonderwijzeres aan de openbare
school der 3e klasse n° 1.
2°. Mejuffrouw A. Lem, derde onderwijzeres aan de open
bare lagere school der 3e klasse n°. 4 en
3°. Mejuffr. G. Zindel, derde onderwijzeres aan de openbare
school der 4e klasse n°. 2.
Onder mededeeling dat de betrekkelijke stukken en rapporten
in de leeskamer ter inzage zijn nedergelegdverzoeken wij
U tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 138. Leiden, 3 Juni 1897.
Ter vervulling van de vacature van stadsvroedvrouw,
ontstaan tengevolge van het aan Mej. B Omvlee geb. Van
Velzen verleend eervol ontslag, hebben wij de eer Uwe
Vergadering hierbij eene voordracht aan te bieden ter
benoeming van eene nieuwe titularisse.
Die voordracht is opgemaakt in overleg met den heer
Stadsvroed meesterna bekomen inlichtingen wat de eerste
betreft van het Bestuur harer woonplaats en is als volgt
samengesteld:
1°. Mejuffr. B. De Jong te Groningen,
2°. Mejuffr. A. Zoethout te Drachten
en 3°. Mejuffr. J. J. De Boer te Hattem.
Under mededeeling dat de stukken van de sollicitanten
met de ingewonnen rapporten ter inzage van de leden in
Leeskamer zijn nedergelegd, verzoeken wij U tot eene
benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leidenter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.