GO De 10 brandkranenwaarvoor op de begrooting 1000,— is uitgetrokken, kostten 1128,70, terwijl het waterverbruik, geraamd op 2300,— een uitgaaf van 2452,545 vorderde. Eene ver hooging met 160,is evenwel voldoende. Volgn. 97. Gemeente-reiniging240, Het reinhouden der gemeente in die gedeelten welke door de grensuitbreiding zijn toegevoegd vereischte in 1896 eene uitgaaf van 309, Doordien op het onderdeel van dit art.: »Reini- ging van riolen, stelsel Liernur" een overschot aanwezig is, kan met eene verhooging van 240, worden volstaan. Yolgn. 98. Onderhoud van huizen, torens, poor ten en dergelijke800, Tot buitengewone uitgaven, waarvoor de be- grootingssom evenwel niet werd verhoogd, werd door den Raad machtiging gegeven bij besluiten van 9 Januari 1896, (telefoon Weth. van fabr. ad f 35,—), 3 December 1896 (herstelling woning Nieuwsteeg ad 130,Voorts hebben de werk zaamheden aan het Waaggebouw voor de over brenging van het centraalbureau van de telefoon een uitgaaf gevorderd van f 776,65, welk bedrag evenwel door de Telefoon-Mij. wordt gerestitueerd en in de ontvangsten voorkomt onder volgn. n°. 40. Met eene verhooging van het art. ad /800,— kan, wegens overschotten op andere onderdeelen worden volstaan. Volgn. 99. Dag- en Weekgelden der vierklieden in dienst der gemeente, mitsgaders verdere kosten der fabricage20, Eenige meerdere kosten van arbeidsloon maken deze verhooging noodig. De verhooging bij Raads besluit van 24 Dec. 1896 bleek niet voldoende. Volgn. 104. Kosten van toezicht en van invor dering der plaatselijke belastingenf 1940, De regeling der bezoldiging van de ambtenaren der Gem. Secretarie en die ten kantore van den Gem. Ontvanger (R. B. van 7 Mei 1896) en de aanstelling van twee belastingambtenaren (R. B. van 30 Juli 1896), veroorzaakten op dit artikel een hoogere uitgaaf van f 798,07, waartegenover ech ter in de ontvangsten een bedrag van 357.60 wordt verantwoord wegens ontvangen vervol- gingskosten in zake de pi. dir. belastingen. De 4% uitkeering aan den ambtenaar belast met het toezicht op de honden bedroeg, wegens hoogere opbrengst dier belasting, ƒ32,49 méér dan geraamd was. De voor drukwerk, schoon houden toezicht op markten en waag, kosten van inning der markt-, waag- en havengelden, op 600,— uitgetrokken sombleek herhaal delijk volstrekt onvoldoende te zijn en bedroeg in 1896 2326,98 (in de begrooting voor 1897 is ter zake geraamd ƒ1910,—). Evenwel komen in de uitgaven voor 1896 niet onbelangrijke sommen voor wegens tijdelijk buitengewoon toezicht op de markt met het oog op het heerschen van mond- en klauwzeer en voor de invoering van scherper contröle op de inning der marktgelden. De kosten der vee- en vleeschkeuring bedroegen 116,68 méér dan de raming. Hierin zijn evenwel begrepen uitgaven welke in 1897 op het art. «onderhoud van huizen" voorkomen en waarvoor in 1896 feitelijk geene gelden waren uitgetrokken. De vervolgingskosten van de oninbare posten der pi. dir. belastingen bedroegen ƒ120,40; hiervoor was geen post op de begrooting uitgetrokken. De schattings- en herschattingskosten der drank lokalen en de zegelkosten overschreden ook eenigs- zins de geraamde sommen. Bedroegen de meerdere uitgaven aldus 2806,30, de post werd bij R. B. van 24 Dec. 1896 reeds voorloopig verhoogd met ƒ350,—, terwijl overschotten op andere onder deelen (o a. op drukloonen en kosten van de kohieren ad ƒ516,15r'), het tekort verminderden, zoodat eene aanvulling van het art. met 1940, noodig is. Volgn. 105. Vergoeding aan het Rijk van c2\ ten honderd van het onzuiver bedrag der opcenten ten behoeve van de gemeente geheven op de grond belasting en de person, belasting1,— De vergoeding bedraagt ƒ2410,835. Volgn. 108. Kleeding en wapening der politie dienaren en van de veldwachters1280,— Bij de vaststelling der begrooting door den Raad werd deze post met 1000 verhoogd voor de kleeding van de 10 agenten waarmede het perso neel werd uitgebreid Deze verhooging is gebleken niet voldoende te zijn. Mag een gemiddeld be drag van 92,per man toereikend worden geacht voor het jaarlijksch onderhoud en vernieu wing zijner kleeding, voor eerste aanschaffing bij uitbreiding van personeel, waarbij nieuwe winter en zomerkleeding en bewapening werd verstrekt, bedragen de kosten ongeveer ƒ156,— per man. De raming voor deze 10 agenten bleek daardoor ƒ560,beneden de werkelijke uitgaaf. Voor de 6 agenten die met de grensuitbreiding werden aangesteld en waarvoor geen kleedinggelden op de begrooting aanwezig waren, bedroegen deze kosten ongeveer ƒ936. Met het oog op den overi gens gunstigen stand van het artikel is eene verhooging met ƒ1280,— voldoende. Volgn. 109. Onderhoud der wachthuizen mits gaders vuur en licht260,— De kosten van verlichting en verwarming,ge raamd op ƒ1000,bedroegen over 1896 ƒ1328,12, tengevolge van de ingebruikneming van meer wachthuisjes. Eene verhooging met 260,— is evenwel voldoende, tengevolge van overschotten op de onderhoudsuitgaven. Volgn. 114. Verdere uitgaven in zake de politie. 65, Onder de uitgaven komt voor een bedrag van 69,37a wegens ververschingen voor de man schappen welke in dienst zijn gesteld ter voor koming van de uitbreiding van mond-en klauw zeer en ƒ10,38 voor geneesmiddelen uit de stads apotheek, welke kosten vroeger niet ten laste van dit art. kwamen. Eeneverhooging met 65,is voldoende. Volgn. 120. Kosten voortvloeiende uit het nemen van maatregelen ten behoeve van den openbaren gezondheidstoestand860, De kosten van ontsmetting der Veemarkt, naar aanleiding van het heerschen van mond- en klauwzeer bedroegen 218,29, die van den veestal ƒ17,65, van het kermisterrein ƒ11,40. De ont smetting der scboolprivaten 48,— de kosten van het ontsmetten en begraven van afgekeurd vleesch, visch en ooft 275,06het ontsmetten van wo ningen, het lijkenhuis, het rijtuig voor besmet telijke ziekten enz. 138,495. Deze sommen be treffen alleen arbeidsloonen. Het onderzoeken van drinkwater uit putten vorderde een uitgaaf van ƒ784,15. Verder komen niet onbelangrijke bedragen voor wegens de aanschaffing van carbol, chloor- water enz. Eene verhooging van het artikel met ƒ860,— is noodig. Volgn. 122l. Jaarwedden der leeraren en leeraressen Middelbaar Onderwijs10, De uitkeering van de personeele toelage aan den leeraar Van der Waals, van Sept. Dec. '96, deed het artikel overschrijden. Volgn. 122V\ Kosten der Middelbare Scholen. Diverse Uitgaven tot dit art. behoorende 5, Tengevolge van vacatures in het leeraarsperso- neel hebben de advertentiekosten van geplaatste oproepingen van sollicitanten de daarvoor beschik bare som overschreden. Volgn. 127. Kosten van het herhalingsonderiuijs 5, Volgn. 130. Kosten van het aanschaffen en onder houden van Schoolmeubelen i> 170, De overneming van Schoolbanken van mej. Prinsen, waartoe de Raad machtiging verleende bij besluit dd. 20 Juli 1896; de aanschaffing van Schoolbanken voor het z. g. Soephuis (Raadsbesluit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 2