54 DONDERDAG 13 MEI 1897. dersbond, betrekking hebbende op een onderdeel dier veror dening, waar deze nl. betrof de rijwielen. Ik had toen ook van den Voorzitter dier Vereeniging een telegrafisch bericht ontvangen. Door IJ, M. d. V., is toen de opmerking gemaakt, dat in genoemd adres een fout was ingeslopen. Op de mededeeling daarvan door mij aan den heer Bergsma, Voorzitter van den Bond, gedaan, ontving ik van hem een schrijven, begeleid door een aan hem gerichten brief van den secretaris van den Bond, waarin o. a. voorkomt»dat het gemeenteraadslid in Leiden gelijk heeften dat dit nu de eerste bok is gedurende zijn veeljarig secretariaat. De Voorzitter. Ik doe den heer Van Rhijn opmerken, dat in dien brief weder eene vergissing is ingeslopen. De opmer king is niet gemaakt door een lid van den Gemeenteraad, maar door den Voorzitter, die geen raadslid is. De heer Van Rhijn. Ja, M. d. V., dit zal wel daarmede in verband staan dat hij beantwoordt eene vraagdie de heer Bergsma naar aanleiding van den door mij aan hem gezon den brief gedaan heeft. Uit het schrijven van den heer Bergsma zij mij vergund het volgende voor te lezen. »Niet alleen uit nevensgaanden brief van den Bondssecretaris doch ook uit inlichtingen die ik mede te Amsterdam inwon is mij gebleken dat de bepaling betreffende »den matigen draf" bij de herziening niet is uitgelicht; wij meenden te goeder trouw dat die met de rijwielnummering ingetrokken was. Het spijt mij zeer dat ons adres deze fout bevatte en gaarne maak ik amende honorable." Niemand verder het woord verlangende, wordt de Vergade ring gesloten. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 4