52 DONDERDAG 13 MEI 1897. Aan den Raad der gemeente Leiden. De ondergeteekenden, allen vleeschhouwers in de gemeente Leiden, geven met verschuldigden eerbied te kennen: dat zij steeds wachten op aanbesteding ten behoeve van het Krankzinnigengesticht Endegeest dat in de voorwaarden de tijd dier aanbesteding was aangegeven tot op 30 April j. 1.; dat deze tijd al sinds eenige dagen is verstreken, waaruit zij vermeenen te kunnen opmaken, dat er voor het vervolg van het jaar onderhandeld wordt of is met den tegenwoordigen aannemer. Redenen waarom zij verzoeken, dat deze onderhandeling worde afgebroken en zij zooals de voorwaarden hebben aan getoond ook in de gelegenheid worden gesteld voor het verloop des jaars te kunnen inschrijven. Hetwelk doende met den meesten eerbied: A. Ruigrok. M. Marsman. J. Ruigrok. C. v. Maastricht. B. Ruigrok. B. A. van Ulden. G. J. van Izenburg. L. A. Werner. Leiden, 12 Mei 1897. W. Marsman. De Voorzitter Ik stel voor deze zaak te renvoieeren naar de Commissie voor het gesticht Endegeest ter afdoening De regeling van aankoop en aanbesteding is een puntdat niet bij den Raad behoort, maar geheel tot het beheer van die Commissie moet gerekend worden. Daartoe wordt besloten. De Voorzitter deelt alsnog mede: 1°. Dat ingevolge raadsbesluit van 4 Juni 1863, volgens den rooster, de Commissie voor de loting bij de Schutterij dit jaar zal zijn samengesteld uit de leden Dr. E. F. Van Dissel en J. J. Hasselbach, terwijl de leden Dr. M. J. De Goeje en Dr. T. Zaaijer de Commissie van onderzoek bij de Schutterij zullen uitmaken, en dat mede ingevolge dat raadsbesluit al de overige raadsleden als plaatsvervangers zijn aangewezen. De loting heeft plaats op een dag in het laatst van Juni des voormiddags te 10 uren. De Commissie van onderzoek houdt twee zittingen, de eene in het begin van Juni, de andere omstreeks half Juli, beide des voormiddags. 2°. Dat van de in prolongatie belegde gelden een bedrag van f 15000 is afgelost, zoodat thans nog belegd blijft eene som van f 30000. Aan de orde is: I. Voorstel omtrent de regeling der jaarwedde van den Be waarder der Stadstimmerwerf. (Zie Ing. St. n°. 86). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. II. Benoeming van een bewaarder der Stadstimmerwerf. (Zie Ing. St. n°. 86). De Voorzitter: Ik verzoek de heeren De Goeje, Van Dissel en Juta met mij het stembureau te willen uitmaken. Benoemd wordt met 20 stemmen de heer W. F. Schutter, 2 briefjes waren in blanco. De Voorzitter: Ik dank de heeren stemopnemers voor de genomen moeite. III. Verzoek van Mr. J. M. Meiss, om terugbetaling van schoolgeld, Lager onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 83). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. IV. Idem van J. M. C. Paap, om ontslag als onderwijzer aan de school Heerenstraat. (Zie Ing. St. n°. 84). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met ingang van 1 Juni een eervol ontslag verleend. V. Voorstel tot aanwijzing van stemlokalen voor de ver schillende stembureaux. (Zie Ing. St. n°. 97). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. VI. Idem tot opneming in het Pensioenfonds van den Ge neesheer-Directeur van het Krankzinnigengesticht Endegeest en verdere beambten. (Zie Ing. St. n°. 85). De Voorzitter. Hierbij komt in behandeling de brief van den barbier van het gesticht. Aan de Edel Achtbare Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. EdelAchtbare Heeren! Gelezen hebbende in het Leidsch Dagblad van 12 Mei 1897, dat er een voorstel wordt gedaan in de Raadsvergadering van 13 Mei 1897 aangaande het pensioneeren van personeel of beambten van het Krankzinnigengesticht »Endegeest". Zoo vraagt J. de Tombe, als Barbier van het Krankzinnigen- Gesticht «Endegeest" om in aanmerking te komen in het pensioenfonds opgenomen te worden tegen wekelijksche beta ling, daar hij als Barbier indirecte invloed en een van de gewichtigste werkzaamheden heeft. Barbier van het Krankzinnigengesticht «Endegeest". Met de meeste achting, Uw Dienaar Leiden, 11 Mei 1897. J. de Tombe, Levendaal 117. Het voorstel wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming aangenomen. De Voorzitter. Uit deze beslissing volgt dat aan bet ver zoek van den barbier geen gevolg wordt gegeven. Het geldt trouwens een ambt dat een zeer tijdelijk karakter kan dragen, afhangende van de bekwaamheid van den persoon. VII. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1897, ad 224107.85^. Kosten van op- en inrichting van het Krank zinnigengesticht Endegeest enz. (Zie Ing. St. n°. 87 en 92.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed gekeurd. VIII. Voorstel omtrent de tijdelijke aanstelling van twee ambtenaren ter Secretarie. (Zie Ing. St. n<>. 89). IX. Idem van Commissarissen der Bank van Leening tot het verleenen van eene toelage aan twee beambten dier instelling. (Zie Ing. St. n°. 90). Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder beraad slaging of hoofdelijke stemming aangenomen. X. Verzoek van F. De Boer, om vrijstelling van schoolgeld, Hoogere Burgerschool voor Jongens. (Zie Ing. St. n°. 91). XI. Idem als voren van H. F. Hoosemans. (Zie Ing. St. n°. 94). Op deze verzoeken wordt achtereenvolgens zonder beraad slaging of hoofdelijke stemming gunstig beschikt. XII. Voorstel omtrent de regeling van de bezoldiging van het onderwijzend personeel der school Heerenstraat. (Zie Ing. St. n°. 93). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. XIII. Voorstel omtrent het leggen van een brug over de sloot langs den Hoogervoortweg door C. J. L. Van der Meer. (Zie Ing. St. n<>. 98). De heer Van Hamel. M. d. V. Tegen de inwilliging van dit verzoek heb ik geen bezwaar Maar als het mij vergund is, wenschte ik aan de behandeling van dit punt vast te knoopen de vraag, of B. en W. reeds het denkbeeld hebben overwogen, dat ik verleden jaar in Sept. of Oct. ter sprake heb gebracht, betreffende de levering van gas en duinwater in die perceelen, die na de annexatie, dus na 1 Augustus 1896, zijn gebouwd of nog zullen gebouwd worden. De voorzitter van den Raad heeft destijds eenigszins de toezegging gedaan, dat in dien geest door B, en W. dat denkbeeld zou worden besproken; maar ik heb daarvan verder niet gehoord. Nu zal hier een villapark ontstaan, en binnenkort zal ook terrein over de Poelbrug worden verkocht, dus eveneens buiten de grenzen van Leiden. Wanneer daarop ook perceelen worden gebouwd en die worden van gas en duinwater voorzien, dan moedigen wij de bouwwoede buiten Leiden aan en zullen wij binnen betrekkelijk korten tijd voor denzelfden toestand komen te staan, als waarvan wij jaren lang last gehad hebben. De Voorzitter. Die zaak is nog bij B. en Ws. in overwe ging. Maar ik moet daarbij opmerken, dat nooit eene vergunning gegeven is of zal wordendie iets zou praejudiciëeren op eenig te nemen besluit door den raad. De heer Van Hamel. Dank u, M. d. V.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 2