A. Bog aards.
51
redenen, waarom zij zich tot uwe vergadering wenden met
het beleefde verzoek aan die bezwaren te willen te gemoet
komendoor even als dit in het Plantsoen is geschiedlangs
de tuintjes eene kleine straat te willen leggen en naar de
rioleering een onderzoek te doen instellen.
't Welk doende, enz.
G. Van der Lee.
A. Bruggink.
J. Van Klaveren.
P. V. Broekiiok.
W. R. Verboog.
J. Van Dijk.
J. W. C. W. van der Made.
A. Van der Minne.
C. J. Van der Loo.
Aan den Gemeenteraad.
N°. 106. Leiden, 6 Mei 1897.
Door den Gemeente-archivaris is ons medegedeeld dat in
het Archief aanwezig is een kaart, blijkbaar in de tweede
helft der 17e eeuw vervaardigd, waarschijnlijk door een
kaartenmaker der Oost-Indische Compagnie, welke kaart
voor het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage een aan
winst zoude zijn, terwijl aldaar in het archief der Oost-
Indische Compagnie, waaruit de kaart misschien wel afkomstig
is, haar aangewezen plaats is.
De kaart heeft niet de minste betrekking tot Leiden, is van
geen nut bij onderzoek en heeft geene buitengewone waarde.
Na ingewonnon advies van de Commissie van het Oud
Archief, geven wij Uwe Vergadering, in overeenstemming
met dit advies, in overweging ons te machtigen bedoelde
kaart af te staan aan het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.