28 DONDERDAG 25 MAART 1897. hooging ingaat op het oogenblik, dat er toe besloten wordt. Dit geval behoort men echter m. i. afzonderlijk te regelen. De heer Pera. Ik zou gaarne willen weten, of er bepaalde redenen bestaan, waarom men den heer Van der Waals zoekt te behouden, daar hij naar Rotterdam verhuisd is Buiten hem zal er toch wel iemand te krijgen zijn voor het boek houden De Voorzitter. Dit kan moeilijk hier besproken worden. De heer Van der Waals is verbonden aan eene inrichting van middelbaar onderwijs en neemt zijne betrekking uitstekend waar. Hij is ambtenaar der gemeente en heeft geen ontslag gevraagd lk kan ook op dit oogenblik niet beoordeelen of er in de gemeente zelve andere menschen zijn voor die betrek king geschikt. De heer Kroon. Ik wensch nog iets in het midden te brengen ten voordeele van den heer Van der Waals Deze is met Sep tember begonnen les te geven in de meeningdat hem meer traktement voor het meerdere werk zou gegeven worden. Had hij dat niet gedaan, dan had de gemeente er mede gezeten De Heer Van der Waals kan er allerminst iets aan doen, dat deze zaak zoo laat in den Raad komt. De Voorzitter. Ik kan de redeneering van den heer Kroon allerminst onderschrijven. Het zou een gevaarlijk antecedent zijn. De heer Van der Waals heeft geen ontslag gevraagd dat is een feit en had hij het met 1 September gevraagd, dan hadden wij gezien, wat ons dan te doen stond. Het voorstel tot wijziging van de Verordening heeft zich eenigszins lang laten wachtenomdat er allerlei correspondentie over gevoerd isdaarom laten wij de verhooging reeds ingaan met I Jan. 1.1. Ik vind dat volkomen billijk. Maar om nog verder te gaan, daarvoor is geen reden. Waar gaan wij heen, wanneer een leeraar verhooging van traktement verlangt, en indien daaraan wordt toegegevendat hij dan nog bovendien eischt, dat de verhooging ingaat van het oogenblik af dat hij het meerdere werk heeft gekregen? Dat vind ik onregel matig. Tot dat meerdere werk verplichtte hem de bestaande Verordening, zooals dat met andere leeraren ook wel eens het geval is. L)e heer Kroon. Hij is niet benoemd op dat eene uur meer. Hij had dus kunnen zeggen: ik doe het niet. De Voorzitter. Hij had dat kunnen doen, maar hij heeft het niet gedaan De heer Kroon. Neen, natuurlijk niet; dat zou gestreden hebben tegen alle mogelijke vormen De Voorzitter. De zaak op zich zelf is ook werkelijk te nietig. De heer Kroon. Juist daarom! Omdat de zaak zoo nietig is, zoudt u kunnen toegeven. De Voorzitter. Wij zullen er over stemmen. De heer Van Dissel. M. d. V. Wordt nu in stemming ge bracht, om de verhooging met 1 Sept. te doen ingaan? De Voorzitter. Neen, wanneer geen amendement daartoe op dit art. wordt ingedienddan niet. De heer Van Hamel. M. d. V. Zou deze kwestie niet zijn op te lossen, door toevoeging eener clausule, aldus, «ten «aanzien van den leeraar in het boekhouden echter wordt zij «geacht te zijn ingegaan 1 Sept. j. 1." De Voorzitter. Ik zou er niet voor wezen in de verorde ning twee verschillende data te noemen. Er is lang over deze zaak gecorrespondeerddoch nooit is door de Comm. v. Toe zicht gezegd of geschreven, dat de verhooging voor den heer v. d. Waals met 1 Sept. zou moeten ingaan. Eerst van morgen, eenige minuten voor den aanvang der vergadering, heeft de heer De Vries mij in kennis gesteld met de grief van den heer v. d. Waals. Waarom heeft de Commissie zich daar mede niet eerder gewend tot B. en Ws. Ik acht het onregel matig, en acht ook het argument, dat daarvoor wordt aan- gevoBid, niet juist. Wij hebben dat juist niet kunnen overwegen. Het geldt hier wel slechts eene kwestie van 30.—, maar er ligt een beginselkwestie in verscholen, en nu gaat het niet aan dat zoo rauwelijks uit te maken. De heer Van Hamel. De strekking van art. 4 is eerst dezer dagen bekend geworden. Eerst dezer dagen is bekend ge worden, dat de heer v. d. Waals zou worden onthouden de extra-belooning, die hij dacht dat hem toekwam. Hij zelf heeft eerst bij mij vernomendat de verhooging pas met Januari j. 1. zou ingaan, waardoor hij tot de conclusie kwam, dat hij voor den meerder gepraesteerden arbeid dat zijn dus 4 maanden niet zal worden gehonoreerd. De Voorzitter. De Commissie heeft het langer geweten; er is maandenlang met haar over gecorrespondeerd en ge confereerd. Wat de heer v. d. Waals gedacht heeft, weet ik niet. Ik weet, dat hij met dit voorstel eene verhooging van jaarwedde krijgt terugloopende tot 1 Januari, en dat B. en Ws. dachten dat dat hoogst billijk was De heer Van Hamel. Dat is vier maanden tekort! De Voorzitter, B. en Ws. hebben dat punt niet kunnen overwegen. Ik acht het een beginselkwestie, en zou daarom dan liever ziendat de behandeling van dit punt ter nadere overweging werd uitgesteld De heer Fockema Andreae. M. d. V. Ik wil aan mijn denkbeeld niet bepaald vasthouden, maar zou ook deze ver andering niet het best gaan en ook het eenvoudigstom alle verband met de verhooging van de traktementen der leeraren in de talen te verbreken in dezen vormdat het traktement voor den leeraar in het boekhouden werd gebracht op f 300.en 50.voor elk wekelijksch lesuur boven de twee uren? Dan. zou den heer v. d. Waals eene jaarlijksche toelage van 100.— kunnen worden toegekend en kunnen worden overwogen of deze voor hem zal ingaan met 1 Sept. of met 1 Januari j.I. De Voorzitter. Wanneer deze zaak wordt uitgesteld, ben ik bereid de zaak te overwegen, en bij Burg. en Weth. ter sprake te brengenmits ik van de heeren precies op schrift krijg wat zij willenof een amendement wordt ingediend betreffende het bedrag van 30 voor de verhooging over een langeren tijd. Ik stel dus voor dit punt aan te houden om het zoo spoedig mogelijk, vermoedelijk de volgende week, Ie behandelen. Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming be sloten. De Voorzitter. Vóór wij overgaan tot de andere onder werpen der agenda, wenschen B. en Ws. aan den Raad een voorstel te doen, dat naar hun oordeel van groot gewicht voor de gemeente is. Het is eene zeer spoedeischende zaak, omdat het geldt den voorgenomen aankoop van 17,12,30 II.A. grond gelegen tusschen Endegeest en den straatweg in de onmiddel lijke nabijheid van het buitengoed Endegeest, voor 45.000, vrij op naam der gemeente. B. en Ws meenen, dat deze aankoop voor de gemeente van groot belang is en stellen daarom voor tot den aankoop te besluiten. Dat zoo spoedig moet gehandeld worden vindt zijn oorzaak hierin, dat morgen de perceelen in veiling komen en een gedeelte van hetgeen de gemeente wenscht te koopen, in de veiling niet is begrepen. Het voorstel in stemming gebracht wordt aangenomen met 14 tegen 11 stemmen. Vóór stemden de heeren De Goeje, Hasselbach, De Vries, Van Dissel, Korevaar, Drucker, Dekhuyzen, De Sturler, Juta, Kroon, Van Rhijn, Zaaijer, Driessen en Kaiser. Tegen stemden de heeren Van KempenStadhouderVerster van Wulverhoist, Kerstens, Pera, Verheij van Wijk, Van Eith de Jeude, Fockema Andreae, Van Hoeken, Cock en Van Hamel. De Voorzitter. Ik stel voor de vergadering te schorsen en haar hedenavond te acht uren te hervatten, ten einde na af doening der kleinere zaken te behandelen de algemeene politie-verordening. Daartoe wordt zonder discussie bij acclamatie besloten, en daar niemand meer het woord verlangt, wordt de vergadering geschorst. Hervatting der Vergadering des avonds te acht uren. Voorzitter: de heer Mr. F. Was, Burgemeester. Tegenwoordig zijn 14 ledenals de heerenZaaijer, Driessen Kaiser, De Uoeje, Van Dissel, Stadhouder, Korevaar, Van Lith de Jeude, Fockema Andreae, Drucker, Dekhuyzen, Cock, Van Hamel en Van Rhijm Afwezig de heeren: Hasselbach, De Vries, Van Kempen, Verster van Wulverhorst, Kerstens, Pera, Verheij van Wijk, De Sturler, Juta, Van Hoeken, Kroon, Zillesen en Siegenbeek van Heukelom. Aan de orde is IV. Voorstel tot vaststelling van eene gewijzigde Verordening, regelende het getal der leeraren aan het Gymnasium en het bedrag hunner jaarwedden. (Zie Ing. St. n°. 56.) V. Verzoek van J. P. De Meijere, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld Gymnasium. (Zie Ing. St. n°. 53.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 4