DONDERDAG 25 MAART 1897.
27
heer Drucker voor de gegeven inlichtingen, en zal nu met
de meeste gerustheid mijne stem uitbrengen.
Bij eerste stemming worden vervolgens uitgebracht 10 st.
op den heer P. J. C. Dee, 9 st. op den heer J. Bosch enöst.
op den heer R. Pronk.
Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbende,
heeft eene tweede vrije stemming plaats, waarbij de heeren
Dee en Bosch ieder 11 stemmen verkrijgen, terwijl 3 stemmen
zijn uitgebracht op den heer Pronk.
Weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen heb
bende, heeft over de beide eerstgenoemden eene herstemming
plaats, waarbij de heer Dee wordt benoemd met 14 stemmen,
terwijl de heer Bosch 11 stemmen verkrijgt.
De Voorzitter. Ik dank de heeren voor hunne medewerking.
In afwijking van de agenda stel ik voor thans aan de orde
te stellen het laatste punt.
XIV. Bezwaarschriften tegen de suppletoire kohieren der
Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1896.
(Zie Ing. St. n°. 63.)
Daartoe wordt bij acclamatie besloten, waarna de vergadering
overgaat in eene zitting met gesloten deuren.
Na heropening der vergadering wordt aan de orde gesteld
III. Voorstel tot vaststelling van eene gewijzigde Verordening
regelende het getal der leeraren aan de Hoogere Burgerschool
voor Jongens en het bedrag hunner jaarwedden.
(Zie Ing. St. n°. 52.)
Algemeene beraadslaging wordt niet gehouden.
Achtereenvolgens worden zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming goedgekeurd de artt. 1—3.
Beraadslaging over art. 4.
De heer De Vries. Ik heb met zeer veel genoegen gezien,
dat het voorstel der Commissie van Toezicht omtrent de jaar
wedde van den leeraar in het boekhouden overgenomen is
door B. en Ws. en dat deze het in den Raad brengen. Het
spijt mij alleen, dat het voorstel niet verder gaat, want nu
zal de aan den leeraar in het boekhouden toegekende ver
hooging van jaarwedde ingaan met 1 Januari gepasseerd. Ik
zou zeer gaarne gezien hebben, dat zij was ingegaan met 1
September j 1omdat ik dat billijker acht. Genoemde leeraar,
de heer Van der Waals, had tot nog toe drie lesuren per
week maar volgens een hem in de laatste dagen van Augustus
toegezonden rooster van werkzaamheden moest hij voortaan
vier uren les geven. Hij was er niet zeer bereid toe en heeft
overwogen ontslag te nemen; door een gesprek met den direc
teur der school en eenigszins ook door toedoen der Commissie
van Toezicht is de heer Van der Waals daar tijdelijk op
teruggekomen. Wordt het traktement verhoogd, dan zal hij
bereid zijn te blijven.
Ik meen nu dat, waar het werk met het begin van den
cursus vermeerderd is, de verhooging van traktement ook met
dat tijdstip moet beginnen. Let men op art. 8, dan zal dat
niet geschieden. De heer Van der Waals zal dan voor het
meerdere werk van 1 September j.l. tot 1 Januari j.l. niets
ontvangen. De billijkheid brengt dus mede de verhooging van
het traktement, met 1 September j.l. te doen ingaan, dus iets
vroeger dan de andere verhoogingen. Ik wensch B. en Ws.
te vragen, of zij bezwaar hebben aldus hun voorstel uit te
breiden.
De Voorzitter. Ik heb het Dag. Bestuur over deze vraag
niet kunnen hooren; ik kan dus alleen mijne meening zeggen.
Ik ben er tegen, want anders zullen wij art. 8 van toepas
sing moeten verklaren ook op de leeraren in de talen.
lk zie eigenlijk niet in, waar B. en Ws. met een zeer royaal
voorstel komenwaarom alleen voor den leeraar in het boek
houden eene afwijking zou moeten gemaakt worden in strijd
met de strekking der verordening om de nieuwe regeling te
doen ingaan met 1 Januari. Daarvoor zie ik geen termen
aanwezig. Ik vind het onbegrijpelijk, dat de heer v. d. Waals
aanspraak maakt op een bedrag van ƒ30, want meer be
draagt het verschil niet. Wij zijn tegemoet gekomen aan éen
bezwaar der Commissie van Toezicht, dat wij als juist erkend
hebben, en wenschen er nu bij te blijven, dat met 1 Januari
de verordening voor allen in werking treedt.
De heer De Vries, lk zie niet recht in, dat het noodzakelijk
zou zijn ook voor de andere leeraren de verhooging van trak
tement vroeger te doen ingaan. Ik verbeeldde mijdat het
mogelijk was art. 8 zoo te redigeeren, dat alleen de jaarwedde
van den leeraar in het boekhouden zou worden geacht te zijn
ingegaan met 1 Sept. Maai- ik wil gaarne toegeven, dat het
bedrag, dat de heer v. d. Waals meer zou ontvangen, zeer
klein is; dus wanneer er overwegend bezwaar tegen bestaat,
zal ik niet verder aandringente meer daar de Commissie
erkentelijk is, dat haar voorstel zelf door B. en Ws. is
overgenomen.
De Voorzitter. Ik blijf bij ons bezwaar; deze verordening
moet worden geacht in haar geheel op één dag in werking
te zijn getreden en niet op verschillende tijdstippen; daartoe
komt mij ook het bedrag wel wat gering voor. De Raad zal
toch werkelijk eerst heden besluiten tot eene traktementsver-
hooging tot 500.Wij willen die verhooging laten ingaan
met 1 Jan. 1.1. en wij achten het niet billijk thans nog verder
te gaan.
De heer Fockema Andreae. M. d. V. Ik wenschte wel eene
vraag te doen met betrekking tot deze zaak. Ik wil niet
in een beoordeeling treden van de billijkheid van het trak
tement, dat de Commissie van Toezicht en het Dag. Bestuur
aan den heer v. d Waals wenschen toegekend te zien; ik
neem gaarne aan, dat een bedrag van 500.billijk is.
Maar wanneer ik dat bedrag door het Dag. Bestuur aldus zie
gemotiveerd, dat een traktement van ƒ400.voor dien leeraar,
die uit Rotterdam moet komen om hier les te geuen te gering
is, dan vraag ik mij af, of het niet beter is dat traktement
te regelen onafhankelijk van het feit, dat de tegenwoordige
leeraar uit Rotterdam moet komenof het niet beter is in
de verordening te schrijvendat die leeraar voor elk wekelijksch
lesuur boven de twee uren eene toelage geniet van 50.—
en de heer v. d Waals wegens buitengewone omstandigheden
eene persoonlijke toelage toe te kennen van 100.— Dan is
de verordening bruikbaar en billijk voor het vervolg, wan
neer de heer v. d. Waals onverhoopt zou moeten bedanken
en wij zouden kunnen krijgen een leeraar in het boekhouden,
die in Leiden woont. Voor dat geval zou men dan de ver
ordening wel weer kunnen wijzigen, maar dat zou nietnoodig
wezen, wanneer wij het traktement van den heer v. d. Waals
regelden in dier voege, als ik heb gezegd.
De Voorzitter. Ik zou daar niet zeer voor zijn; ik ben
niet voor persoonlijke toelagen. Wij regelen nu het trakte
ment, en nu wordt een nieuw denkbeeld opgeworpen, dat
niet door de C. v. T. is aanbevolen en bij B. en Ws. geen
punt van overweging heeft kunnen uitmaken. Aanleiding tot
de bewering, dat het traktement te laag was, gaf vooral de
omstandigheiddat de tegenwoordige leeraar buiten de stad
woont. Maar bij verandering zou ik liever zien, dat de zaak
anders geregeld ware, b. v. door combinatie met, een ander
vak, of door wijziging van de verordening dan dat den heer
v. d. Waals eene persoonlijke toelage werd gegeven Het gaat
zeer gemakkelijk de verordening te wijzigenals een geval
zich voordoet. Ik vind geen aanleiding het denkbeeld over
te nemen.
De heer De Goeje, De heer Van der Waals heeft mij over
deze zaak gesproken en medegedeeld dat, toen hem opge
dragen werd een uur meer les te geven, hij dadelijk de
voorwaarde gesteld heeft van hoogere bezoldiging, en dat
daaromtrent wel voorstellen zijn gedaan, maar geene beslis
sing genomen is. Wanneer de verhooging geweigerd was, zou
hij zijn ontslag genomen hebben. Hem is de raad gegeven
op eene beslissing te wachten. De heer Van der Waals liet
mij ook een document zien van den directeur der school,
die uit naam der Commissie mededeelde, dat genoemde heer
gerust kon blijven, want dat de zaak wel in orde zou komen.
Ik acht het daarom billijk dat de verhooging ook op de laatste
maanden van het vorige jaar worde toegepast.
De Voorzitter Ik weet niet welke beloften de Commissie
van Toezicht heeft gedaan. Zeer zeker staat vast, dat deze
zaak nu eerst bij den Raad wordt gebracht. Het spreekt van
zelf, dat de voorstellen der Commissie zeer ernstig overwogen
worden en over dit voorstel zelf hebben conferentiën en cor-
respondentiën plaats gehad met de Commissie van Toezicht.
B. tn Ws. nemen het voorstel van de Commissie over, hetwelk
strekt niet om de traktementsverhoogingen te doen ingaan
vandaag, maar terug te brengen tot 1 Januari, het nieuwe
dienstjaar. Dienovereenkomstig is gehandeld.
De heer Drucker De zaak is niet van groot gewicht, noch
voor den heer Van der Waals, noch voor de gemeente. Hem
is, voor zooveel mij bekend is, noch door de Commissie
noch door den directeur ooit een belofte gedaan. Toch acht
ik het billijker, de verhooging te doen ingaan met 1 Sep
tember, want deze leeraar heeft van 1 September tot 1 Ja
nuari meer gepraesteerd dan hem eerst was opgedragen. Die
meerdere arbeid was dubbel zwaar, omdat de heer Van der
Waals nu tot 5 uur in plaats van tot 4 uur te Leiden moet
blijven; in verband met den treinenloop ziet men, dat hij
vroeger vóór den eten thuis kon zijn, nu eerst eenige uren
later. B. en Ws. rneenen zelf, dat die meerdere arbeid be
loond moet worden; welnu, dan moet ook het hooger loon
ingaan op het oogenblik, dat die meerdere arbeid is begonnen.
Met de taalleeraars is het een ander geval; dezen hebben
hetzelfde werk gehouden en dan is het rationeeldat de ver-