De schoolcommissie heeft op den voorgrond moeten stellen de vraag: Waar is de beste plaats voor de school'? met het oog op het belang der kinderen, dat eischt dat de weg naar de school zoo kort en zoo ongevaarlijk mogelijk zij. Secun dair moest de vraag zijn naar de geldelijke gevolgen. Doch evenmin als ooit vroeger, is ook thans de kostenvraag uit het oog verloren Hoewel dit door B. en W. niet kan bedoeld zijn, heeft het toch den schijn alsof de schoolcommissie be schuldigd wordt met lichtvaardigheid een advies gegeven te hebben, waarvan de uitvoering aan de gemeente ƒ30000 meer, d. i. bijna het dubbele der geraamde uitgaaf zou kosten. B. en W. de cijfers ƒ62 000 en 32 000 noemende, voegen er echter terstond aan toe, dat wanneer de school op het door de schoolcommissie voorgeslagen terrein gebouwd werd, zoo als die door B. en W. wordt voorgesteldhet verschil ƒ17000 zou worden. Nu, indien eene school in twee verdie pingen zooveel goedkooper is dan eene geheel op den bega- nen grond, kan de Commissie daartegen geen bezwaar maken. Indertijd was zelfs door de schoolcommissie voorgesteld, de school op de Lammermarkt in 2 verdiepingen op te trekken, doch heeft de Gemeenteraad verkozen die te doen bouwen zooals zij nu is. Doch wat het verschil van 17000 betreft, dit moet aanmerkelijk lager gesteld worden. Indien men het hoofd der school in de Ileerenstraat niet in zijne woning aldaar wenscht te laten, treedt de huur of koopsom van die woning geheel of gedeeltelijk in de plaats van de vergoeding voor huishuur, waarvoor B. en W ƒ10.000 in rekening brengen. Voorts hebben B. en W. niet in rekening gebracht het terrein van 600 M2 en het schoolgebouw aldaar die bf verhuurd of verkocht kunnen worden, waardoor het verschil tot een minimum wordt gebracht. Indien de Schoolcommissie het stuk van B. en W. goed gelezen heeft, dan is de strekking daarvan te betoogen, dat de voordeelen van de door de Schoolcommissie, in overeen stemming met al de hoofden der scholen 3e klasse voorgestelde wijk verdeeling, niet opwegen tegen het beduidend hoogere bedrag, dat naar hunne raming eene school op het terrein der kleederklopperij meer zou kosten. Zij vleit zich dus met de hoop, dat, nu zij heeft aangetoond dat het verschil in kosten uiterst gering is, omgekeerd bij B. en W. de bedoelde voor deelen (lier wijk verdeeling overwegend zullen geacht worden en dus aan de stichting der school in het Noord-Oosten de voorkeur gegeven zal worden. De Schoolcommissie veroorlooft zich van deze gelegenheid gebruik te maken om enkele bedenkingen door B en W. tegen baar rapport geopperd te beantwoorden. Alleerst, schrijven B. en W.trof ons het beweren dat de ruimte welke thans op de scholen 3e klasse te kort komt, het gevolg zoude zijn van de vermeerdering der schoolbevolking met de 225 kinderen van de school Heerenstraat, terwijl daarbij niet genoemd wordt de vermeerdering ten gevolge van het plaatsen der kinderen van de aangehechte gedeelten van Leiderdorp en van Oegstgeest. flet antwoord der Commissie is dat die vermeerdering be grepen is in de sub 2 vermelde overbevolking der bestaande scholen, die het gevolg is van de plaatsing der kinderen uit de aangehechte gedeelten van Leiderdorp en Oegstgeest. Als de Schoolcommissie deze niet medegeteld hadzou haar cijfer van het totaal der leerlingen van dat van B. en W. moeten verschillen. De Schoolcommissie is niet onbekend met het feit dat alle leerlingen die zich hebben aangegeven, zijn ingeschreven maar zij beweert op grond van mededeelingen door de hoofden der scholen verstrekt, dat zich nog niet alle kinderen hebben aangemeld Ten opzichte van de gymnastiekzaal van school n° 1 hebben B. en W. inderdaad de Schoolcommissie op eene onjuistheid gewezen, die echter niets aan 'tbetoog af of toe doet. Een misverstand is daarvan de oorzaak. B en VY. vergissen zich op hunne beurt door te zeggen dat de zaal nooit tot school- vertrek gediend heeft. Zij is daarvoor een tijd lang gebruikt tot de opening van school n°. 4. Voorts ook hierin dat de school aan 563 leerlingen plaats geeften dus een vergrooting niet te denken is. Er zitten thans wel 563 leerlingen, doch zoo, dat b. v. in een vertrek van 48 leerlingen er 65, telkens 3 op een bankje van 2, geplaatst zijn In werkelijkheid zijn er maar 542 zitplaatsen in den zomer en kan de school slechts ruim 500 leerlingen tellen. Eindelijk nog dit. De Schoolcommissie schreef geen bijzon der gewicht te hechten aan de omstandigheiddatals tot stichting der school in het Noordoosten wordt besloten, de bestaande school in de Heerenstraat tijdens den bouw in gebruik kan blijven. Dit vereischt eene nadere verklaring. Het zou inderdaad zeer moeilijk zijn voor de 225 leerlingen van die school eene verblijfplaats te vindenindien de school in de Heerenstraat moest gesticht worden. Maar hoeveel moeite en kosten dit ook zal veroorzakeneen hoofdbeweeg reden voor de plaatsing der school in het Noordoosten mag het niet zijn. Omgekeerd, mag ook de vraag, waarheen de kleeder klopperij zal worden verplaatstniet als beweegreden tegen de plaats op dat terrein gelden. Dat deze verwijderd wordt, schijnt de Commissie met B. en W. raadzaam. Daarentegen kan de bergplaats van steenen nog onver minderd behouden blijven, daar van het terrein groot 25 aren hoogstens een derde voor de school noodig zal wezen. De Schoolcommissie vermeldt dat, omdat enkele barer leden hebben medegedeelddat zij daaromtrent vrees hadden hooren uiten. Misschien zal het bruggetje dat toegang tot het terrein geeft, eenige voorziening vereischen, die niet kostbaar kan zijn. Wat echter eene brug over den Singel noodzakelijk zou kunnen maken, verklaart de Schoolcom- mmissie niet te kunnen begrijpen. De Plaatselijke Schoolcommissie M. J. De Goeje, Voorzitter. D. C. IIesseijng, Secretaris. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 4