DONDERDAG 11 MAART 1897.
19
is werkelijk overdreven. Daardoor zal het doel niet bereikt
worden, want, gelijk ik reeds gezegd heb, als een of beide
Maatschappijen een concert minder moeten geven, zullen èn
het publiek èn die Maatschappijen verliezen, en de gemeente
kas er niets bij winnen. Het is in het belang der gemeente,
dat de concertzaal vlijtig gebruikt wordt. Daarom geef ik in
overweging niet zoo hoog te stijgen, maar in plaats van het
geheele tarief alleen te zeggen, dat B. en Ws. bevoegd zijn
in dit geval het dubbele van het gewone tarief toe te passen.
De Voorzitter. Dat is hetzelfde.
De heer De Goeje. Dan kunnen B. en Ws. het tarief van
36 op 72 brengen. Dat is toch nog een verhooging met 12
De Voorzitter. Dus u wilt het lage tarief verdubbelen?
De heer De Goeje. Dat behoeft men er niet bij te zeggen.
Ik wil alleen B. en Ws. de bevoegdheid tot verdubbeling van
het tarief geven.
De Voorzitter. Ik zou 72 niet genoeg vinden. Wanneer
eene groote Maatschappij een concert geeft, dan acht ik het
verkeerd, dat de gemeente daarbij schade lijdt De verwar
ming, die zeer veel kost, komt voor rekening van de ge
meente. Zooals men ook uit andere plaatsen hoort, wordt
daar voor zulke groote concerten veel meer zaalhuur betaald;
Toonkunst heeft niet te klagen over ledige zalen en daarom
vind ik 100 voor dergelijke concerten niet te hoog. Gedurende
de kermis, en wanneer bijv. een paardenspel van de Gehoor
zaal gebruik maaktkan best 120 geëischt worden. Iri die
gevallen zou men volgens het voorstel van den heer De Goeje
gebonden zijn aan het dubbele van het gewone tarief. Het is
volstrekt niet zeker, dat wij de Maatschappij van Toonkunst
of die tot bevordering van Toonkunst altijd zullen belasten
met ƒ120. Het is voor B. en Ws. moeielijk genoegwanneer
zij tusschen die twee sommen eenige vrijheid verkrijgen om
den prijs te bepalen. Dat is een last voor ons, dien wij ons
echter om het gemeentebelang zullen getroosten. B. en Ws.
meenendat het niet aangaat dat de gemeente bij verhuring
aan groote Maatschappijen, waarvan meestal gebruik wordt
gemaakt door vermogende ingezetenenop de zaalhuur toelegt
De heer Drucker. Een deel van het denkbeeld van den heer
De Goeje wil ik ondersteunen, n.l. om in het hooger tarief
niet op te nemen minimum- en maximum-cijfers. Neem bijv.
de eerste bepalingDe groote zaal met foyer, tot 's namiddags
5 uren, van ƒ25.tot ƒ50.—. B. en Ws. mogen haar dus
wel voor ƒ15, en ook voor ƒ25 tot 50, maar niet voor 20
verhuren. Wanneer er nu iemand komt, die naar het oordeel
van B. en W. /20 zou behooren te betalen, moeten B. en Ws.
zeggen: dat gaat niet, wij moeten dien man 5 cadeau doen
en 15 vragen. Daartoe zie ik geen reden.
De Voorzitter. De reden voor het hooge tarief is, dat
het in zeer enkele gevallen te pas kan komen. Dat zal liggen
aan den aard der publieke vermakelijkheden, die er zullen
plaats hebben. Regel is het lage tarief; daaraan heeft men
een vast tarief. Volgens het stelsel van den heer Drucker
gaat men marchandeeren en afdingen. Nu zijn B. en Ws.
bevoegd te zeggen: gij valt in het hooge tarief, dus moet
ge betalen 50. Evenwel is dat afhankelijk van den aard
der vermakelijkheid: of het geldt een paardenspel, een muziek
gezelschap of eene andere gelegenheid. In verband daarmede
moeten wij beoordeelen, op welk bedrag de huur tusschen
de grenzen 25.en 50.moet worden bepaald. Maar
wanneer eene verhuring valt in het verhoogd tarief, dan
moet zij aanzienlijk hooger wezen en geen 5°/0.
De heer Drucker. Er zijn vele soorten van vermakelijkheden,
maar u kunt u niet voorstellen eene vermakelijkheid, die men
zou moeten laten betalen tusschen 15.— en ƒ25.—Het komt
mij vreemd voor, dat men dat nu reeds met zekerheid zou
kunnen weten. Maar wanneer B. en Ws mochten meenen,
dat dat inderdaad zoo is, dan zou ik op mijn denkbeeld niet
verder aandringen.
De Voorzitter. Uwe meening is eigenlijk deze, dat B. en Ws.
zullen kunnen gaan tot een bepaald maximum zoodra zij
meenen, dat het gewone tarief niet in aanmerking kan
komen. Ik heb daar niet veel tegen, maar het kan aanleiding
geven tot meer moeielijkheden in de uitvoering.
(De heer Van Hamel keert in de vergadering terug).
De heer De Goeje. M. d. V. U hebt nu gezegd, dat de ver
hooging niet speciaal gericht is tegen de bedoelde Maatschap
pijen, maar dat zich ook andere gevallen kunnen voordoen.
In de inleiding is evenwel gezegdde vergooging wordt wen-
schelijk geacht »met het oog op het gebruik van de Gehoor
zaal door groote Maatschappijen met tal van leden, ten behoeve
van welke de verbouwing van de Gehoorzaal op zoo ruime
schaal heeft plaats gehad". Dus is de bedoeling van die Maat
schappijen het maximum te heffen.
De Voorzitter. De bedoeling is zeker, dat voor die Maat
schappijen het verhoogd tarief wordt toegepast. Maar B. en Ws.
zullen altijd de vrijheid hebben zich te bewegen tusschen
50.— en ƒ100.—. Nu kan ik mij zeer goed begrijpen, dat
men die groote Maatschappijen ƒ100.— zal laten betalen;
maar er zal ook gezegd kunnen wordenƒ60.—70.—80.
Wij hebben willen zeggen: het is noodig, dat een verhoogd
tarief moet kunnen worden toegepast, en als voorbeeld daarvan
hebben wij o. a. genoemd die groote muziekgezelschappen. En
dat is toch werkelijk billijk. Wanneer wij moeten constateeren,
dat wanneer b.v. de M. t. b. v. T. eene uitvoering, geeft de
gemeente met de kosten voor verwarming enz. niet uitkomt
met de huur, dan is dat toch te veel gevergd.
De heer De Goeje. Zonder eenigen twijfel. Maar volgens
het voorsteldat ik de eer had te doendus wanneer men
van 36.op 72.kan komen dan zal het meerdere aan
kosten stellig reeds ruim gedekt worden.
De Voorzitter. Ik vind dat niet, maar daarover is te praten.
Mogelijk kan dat onaangenaamheden geven, maar die zullen
wij dragen. Er kan evenwel een zoo winstgevende publieke
vermakelijkheid van de Gehoorzaal gebruik maken, dat wij
best 120.kunnen eischen.
De heer De Goeje. Nu, M. d. V., nadat ik van u heb ge
hoord, dat 13. en Ws. niet bedoelen bepaald van die beide Maat
schappijen het maximum te heften en dat was mijne op
vatting na het lezen der inleiding tot het voorstel, trek
ik mijn amendement in.
De Voorzitter. Maar men moet mij goed verstaan. Bij B.
en Ws. is niet behandeld de quaestie wat wij in een concreet
geval tegenover de Maatschappijen van Toonkunst zullen
doen. Dus wanneer wij er ooit toe komen zouden van haar
ƒ120.te vragen, dan zal men zich niet op deze vergade
ring kunnen beroepen, om ons van ontrouw te beschuldigen.
Dat geval is nog niet uitgemaakt, maar evenmin het tegendeel,
nl. dat wij wel het maximum zullen heffen. Wij zullen dat
natuurlijk nog ernstig overwegen.
De heer Verheij van Wijk. Ik kan mij over het alge
meen met het tarief, zooals het door B. en Ws. is voorge
steld wel vereenigenbehoudens dat ikevenals de heer De
Goeje, het maximum wat te hoog vind. Wanneer het op
Toonkunst wordt toegepast, zal het nadeelig werken. Ik zou
zulk een maximum liever toepassen op maatschappijen en
vereenigingendie bijvoorbeeld van des avonds tot den vol
genden morgen blijven en door dansen schade aan het ge
bouw kunnen toebrengen. Daarom zou ik willen, dat voor
dit soort van vermakelijkheden een derde voorwaarde in het
tarief kwam. Volgens het nu voorgestelde tarief zal Toon
kunst, wanneer zij de zaal van 711 uur huurt, evenveel
betalen als een gymnastiek-gezelschap, dat tot 's morgens blijft.
De Voorzitter. Het tarief is niet geregeld voor den nacht.
Wil de heer Verhey van Wijk een voorstel doen, dan kan
ik daarover mijn advies mededeelen.
De heer Veriieu van Wijk. Ik zal niet voorstellen het tarief
des nachts te rekenen als een dag er bij. Ik stel voor te be
palen, dat, wanneer door eerie vereeniging of maatschappij
de zaal na twaalf uur 's avonds wordt gebruikt, boven het
ge wone tarief nog de helft daarvan wordt betaald.
De Voorzitter. Ik wensch het niet.
De heer Verheij van Wijk. Ik meen, dat men daarmede
wel degelijk rekening moet houden.
De Voorzitter. De heer Verheij van Wijk stelt voor een
amendementstrekkende om te bepalen dat voor maatschap
pijen en vereenigingendie na middernacht de groote zaal
of foyer gebruikenhet tarief met de helft verhoogd wordt.
Wanneer de Vereeniging Jacob Cats feest viert, moet deze
vereeniging dus ƒ80 /40 ƒ120 betalen. Ik vrees dat,
wanneer men den prijs al te zeer verzwaart en die bepaling
verplichtend maakt, B. en Ws. zullen moeten zeggen: hier
kunnen wij niet het hoogste tarief toepassen, want anders
krijgen we de vereeniging niet. Dat is het gevaarlijke in het
voorstel.
De heer Verheij van Wijk. Maar B. en Ws. hebben toch
keus tusschen het minimum en maximum tarief?
De Voorzitter. Wanneer de bepaling facultatief gesteld
en de toepassing aan B. en Ws. overgelaten wordt, is er
minder bezwaar tegen. Alle bepalingen omtrent de verhuring
zijn in deze afdeeling facultatief.
Het voorstel-Verheij van Wijk wordt voldoende ondersteund
en maakt derhalve een punt van beraadslaging uit.
De Voorzitter. Mijn bezwaar is, dat de bepaling impera
tief is, dus dat B. en Ws verplicht zullen zijn te verhoogen.